It's a jungle out here - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu It's a jungle out here - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu

It's a jungle out here

Door: Lisette

Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette

31 Mei 2012 | Indonesië, Batavia

26 mei 2011, Papeete, Tahiti. Ondanks dat de incheckbalie voor onze vlucht naar Paaseiland nog niet open is, vinden 40 Argentijnse-cruise-oma’s het toch heel belangrijk dat ze met hun gigantische koffers en geplamuurde gezichtjes voorin de rij staan zodat ze straks als eerste kunnen inchecken. Er moet dus voorgedrongen worden en er ontstaat commotie bij de mensen die al in de rij staan. Terwijl Edwin de oma’s vakkundig afzeikt, zucht ik eens diep en draai ik theatraal met mijn ogen, steun zoekend bij onze mede-rij genoten. Achter ons kijken Olivia en Tobi uit Zwitserland ons bemoedigend aan. Dezelfde Tobi en Olivia waarmee we een heel bijzondere tijd op Paaseiland delen en waarmee we in Santiago de Chile en Arequipa, Peru, nog vele biertjes zullen drinken. Dezelfde Tobi en Olivia die afgelopen maart bij een bezoek aan Nederland enthousiast vertellen dat ze ein-de-lijk weer eens een reisje hebben geboekt na hun wereldreis en wel naar Indonesië. Op 26 mei. Met Singapore Airlines.

Hoe is het mogelijk.

26 mei 2012, Singapore Airport. Na een voorspoedige maar lange vlucht van 12 uur zijn we blij dat we de benen even mogen strekken. Terwijl Ans vakkundig alle orchideën in de transitruimte fotografeert en Ferdi een rookruimte zoekt, loopt Edwin naar de balie van Singapore Airlines. Vlucht SQ345 uit Zürich heeft een half uur vertraging en is bij een compleet andere terminal binnengekomen dan onze vlucht. Omdat onze vlucht naar Medan en de vlucht van Tobi en Olivia naar Jakarta wel beiden vanaf terminal 2 vertrekken, stellen we ons strategisch op bij de Skytrain in terminal 2. Enkele minuten later komen Tobi en Olivia ons lachend tegemoet lopen. Toeval of het lot, we kunnen er allemaal maar niet over uit hoe het mogelijk is dat we afzonderlijk van elkaar, exact een jaar nadat we elkaar ontmoet hebben, een vlucht hebben geboekt waarbij we elkaar op precies hetzelfde tijdstip treffen op Singapore Airport. We kletsen een minuut of tien bij en nemen dan weer afscheid. Onze paden zullen elkaar in Indonesië niet kruisen, maar aan het eind van de reis zullen we elkaar weer treffen in Singapore.

De transit verloopt verder op rolletjes en nadat we op ons gemakje naar de juiste gate zijn gelopen kunnen we vrijwel direct aan boord van onze vlucht naar Medan. Het is nog maar een uurtje vliegen en voordat we het weten zet de piloot de landing in. Als we de trap aflopen het
vliegtuig uit, ruik ik het al aan de kleffe, warme lucht: Indonesië, we zijn er nu echt!! Ondanks dat Medan een stad is met ca. 2 miljoen inwoners, stelt de airport bar weinig voor. We lopen een oude, half-airconditioned hal in en gaan eerst in de rij om voor ons visum te betalen. Vervolgens gaan we een deurtje verder en krijgen we een mooie, blauwe sticker in ons paspoort geplakt. Het grote wachten voor de douane kan beginnen en als één van de laatsten halen we even later onze tassen op. Gelukkig staat onze chauffeur ons al op te wachten als we de airport uitlopen. We gooien onze tassen achter in een kleine, stikhete minibus en genieten van elke seconde dat de chauffeur ons door de drukte van Medan manouvreert. Het is een heerlijk zooitje op de weg, zoals altijd in Indonesië. Overal becak’s, mannetjes op scooters met een lading van 35 rieten stoelen achterop, toeterende auto’s die zich een weg banen door het met gaten bedekte wegdek. Naarmate we de stad uitrijden wordt het landschap steeds groener. We zien palmboomplantage na palmboomplantage. De chauffeur legt uit dat deze palmbomen gebruikt worden voor de palm olie industrie. We hebben hier laatst een heel stuk over op tv gezien; omdat de westerse vraag naar palm olie nog steeds stijgt, blijven de Indonesiërs regenwoud kappen op palmboomplantages aan te leggen. We hebben het er nog even over, maar ik heb moeite mijn ogen open te houden en mijn hoofd valt steeds omlaag. Een reis van 22 uur en bijna een etmaal geen slaap beginnen hun tol te eisen.

Gelukkig komen we niet veel later aan in het plaatsje Bukit Lawang in de jungle van Sumatra. Het laatste kwartier lopen we naar de accommodatie, wat nog niet mee valt. Het is stikheet en de luchtvochtigheid is heel hoog. We hebben onze lange broeken nog aan we komen compleet bezweet bij onze accommodatie aan. Een hussie lachende gezichten, koud bier en verse bananenshakes maken onze vermoeidheid direct goed.

We slapen een paar uur bij en besluiten dan te gaan zwemmen in de rivier die door het dorp loopt. Er komen luid joelende jongeren voorbij varen die in grote zwarte binnenbanden de rivier afsjeesen. Terwijl Ferdi op verzoek samen met een jong Indonesisch stel op de foto gaat, dompelen wij ons onder in het heerlijk frisse water. Wat een raar idee eigenlijk, gisteren waren we nog thuis en nu liggen we hier in de jungle in de rivier! Even later spotten we de eerste apen aan de overkant van de rivier, ze slingeren naar lieve lust van de ene naar de andere tak in de boom. Nadat ik met Edwin nog een wandelingetje heb gemaakt, zoeken we met z’n allen een restaurantje voor onze eerste Indonesische avondmaal: nasi- en mie goreng. Eindelijk zijn we er; terug in het vertrouwde Indonesië met zijn lachende, lieve inwoners, prachtige landschap en heerlijke eten. Selamat datang, selamat datang!

28 mei 2012, Bukit Lawang

Vandaag gaan we op Oerang-oetan expeditie! De Oerang Oetan wordt met uitsterven bedreigd maar Bukit Lawang is dé plek waar ze nog wel voorkomen. Nabij Bukit Lawang is een project waar men oerang oetans opvangt als zij ziek zijn, of geen leefruimte meer hebben door de grootschalige kap van regenwoud. Nadat de oerang oetans zijn opgelapt worden ze in het wild uitgezet. Omdat niet alle terug gezette oerang oetans zichzelf volledig van eten kunnen voorzien, wordt een aantal van hen dagelijks bijgevoerd en daar kunnen wij getuige van zijn. En dus staan we om zeven uur op en zijn we tegen half 8 in het restaurant van de accommodatie voor ons ontbijt. Omdat de Indonesiërs over het algemeen geen haast hebben, wordt onze ontbijtbestelling pas tegen acht uur opgenomen; het tijdstip dat we eigenlijk al weg hadden moeten gaan. Als het ontbijt tegen half negen dan eindelijk verorberd is, zijn we eigenlijk te laat en besluiten we de expeditie uit te stellen naar de middag.

In plaats van oerang oetans spotten besluiten we dan maar een wandelingetje te gaan maken naar een vleermuizengrot. Ik ben persoonlijk niet direct voorstander van vleermuizen, maar ik ben wel in voor een loopje. We sjokken door het dorpje naar een grote hangbrug die ons naar de andere kant van de rivier brengt. We zien allerhande apen in bomen spelen. Verder zweten we als een otter. Het is 30+ graden en de luchtvochtigheid is enorm hoog. Je loopt een paar meter en het zweet gutst van je lijf. We besluiten dus al snel dat we genoeg gewandeld hebben en gaan maar even ergens wat drinken. Stil zitten en een koel drankje zorgen ervoor dat we ons weer wat beter voelen. Als we onze wandeling weer hervatten zien we veel interessante vegetatie. Ananasstruiken, bananenbomen, we lopen zelfs door een rubberbomen plantage. Aan de rubberbomen hangen halve uitgeholde kokosnoten waarmee men het sap van de rubberboom opvangt. Ook komen we langs een kindertehuis wat opgezet is door Nederlanders na de vloedgolf die in 2003 veel kinderen in Bukit Lawang wees heeft gemaakt. Het is er stil; de kinderen zijn vast naar school. We ploeteren verder. Het is blubberig op het pad, het heeft vannacht lang geregend. Ik zak vol met mijn schoen in de blubber. Al snel komen we wat locals tegen die ons erop wijzen dat we helemaal verkeerd lopen als we naar de vleermuizengrot willen. We lopen weer terug en dan de goede richting in maar het pad wordt blubberiger en blubberiger en we zweten ons helemaal kapot. We besluiten de vleermuizengrot dan maar te laten voor wat het is en lopen terug naar het dorp waar we wat willen eten in een restaurantje aan de rivier. Er ligt een man op een matras te slapen en twee dames kijken naar een bevalling op tv. Ze kijken wat verveeld op als we gaan zitten en zeggen dat we graag wat willen eten. We blijven een tijdje zitten maar omdat de dames zich niet kunnen losmaken van de soap op tv gaan we maar naar het restaurantje aan de overkant.

Na een heerlijke lunch lopen we terug naar onze accommodatie. Als we doorweekt van het zweet aan komen en vragen naar de oerang oetan expeditie van drie uur zegt de meneer van de accommodatie dat we eerst een permit voor het nationaal park moeten kopen en wel aan het begin van het dorp. De moed zakt ons in de schoenen maar dan oppert hij dat hij het wel kan regelen. Dat lijkt ons een bijzonder puik plan, nu kunnen wij fijn nog even in de rivier zwemmen. Als we goed en wel in het heerlijke frisse water liggen komt er een hele apenfamilie aan die op een rots aan de overkant gaan spelen. Wat een geweldig tafereel; heerlijk dobberen in een rivier in Sumatra met een groep slingerende apen aan de overkant.

Tegen half drie staan we klaar voor poging twee voor onze oerang oetan expeditie. Alleen is de meneer die onze permits ging halen nog niet terug dus we moeten nog even wachten.Volgens de meneer van de accommodatie hebben we nog alle tijd van de wereld. Toch haasten we ons enigszins als de permits rond tien voor drie dan eindelijk binnen zijn. We lopen naar het bootje wat ons naar de overkant van de rivier moet brengen naar Gunung Leuser National Park. Het bootje wordt leeggehoost, we varen over, brengen onze permits naar een parkwachter die vervolgens vaag een richting op wijst. We lopen het pad af waar de man naar wees en die blijkt tot onze grote tegenzin stijl omhoog te gaan. Enorme traptreden op een smal blubberpad voeren naar boven de berg op, er lijkt maar geen eind aan te komen. De afkoeling van de rivier is ver te zoeken, het water gutst van ons hoofd. We klimmen in rap tempo snel naar boven, we willen de oerang oetan’s niet missen en we zijn al veel te laat. Gelukkig kunnen we aansluiten bij een gids en een groepje mensen en staan dan plots oog in oog met een gigantische oerang oetan met een baby’tje. Ze hangt in een boom op ongeveer 2 meter hoogte en wij moeten langs de boom. Het is een machtig gezicht, dit roodbruine beest, en er langs lopen zorgt voor kippenvel. Nog een klein stukje verder staan we op de plek waar de oerang oetans worden bijgevoerd. Eigenlijk is het een kleine open plek midden tussen de gigantische bomen in de jungle. Vlak voor ons hangt een tweede oerang oetan met haar jong. Het is een prachtig gezicht als ze van tak naar tak slingert en op een meter van ons vandaan op haar gemak in een boom gaat hangen. Automatisch wil je er toch iets verder vanaf gaan staan, deze enorme beesten dwingen behoorlijk wat respect af. We leren dat er nog maar 6- tot 7000 oerang oetans leven in een gebied van een miljoen hectare. Ze komen alleen nog op Sumatra en in Borneo voor en hun aantal slinkt snel. Er worden op het moment ongeveer 15 à 16 oerang oetans bijgevoerd, waarvan wij er vier zien, allen met jong. De oerang oetans die wij zien leven in vrijheid in de jungle en we hebben dus enorm veel mazzel dat wij er vandaag zoveel mogen zien.

Na ruim een half uur op de open plek in de jungle dalen we weer af naar beneden. We zijn ontzettend onder de indruk van deze prachtige beesten en kunnen haast niet geloven dat er nog maar zo weinig van zijn. Zolang de illegale houtkap doorgaat zal het er ook niet beter op worden; de oppervlakte jungle zal steeds kleiner worden terwijl oerang oetans juist een heel groot oppervlakte nodig hebben om op te leven. Als de populatie blijft slinken, zal de oerang oetan op den duur verdwijnen. Een treurige gedachte.

We nemen het bootje terug naar de andere kant van de rivier en lopen dan terug naar de accommodatie. Omdat we weer drijfnat zijn duiken we direct de rivier weer in. Die geeft instant verkoeling. Hierna bestellen we biertjes en eten we kroepoek, een relaxt einde van een heel bijzondere middag. Vanavond eten we weer heerlijk in een restaurantje om de hoek. Er is wat consternatie aan de overkant; al gauw komt er een jongen aan rennen die meedeelt dat een wilde kat een kip heeft opgegeten. Of we dat moeten geloven weten we niet; hij heeft nogal wat praatjes. Rob gooit er nog wat kunstjes met een lepel tegenaan en als we klaar zijn met eten lopen we terug naar onze treetop bungalow. Terwijl Edwin in de hangmat bungelt en ik dit verhaal schrijf, luisteren we naar de geluiden van de kolkende rivier en de jungle bewoners. Ik kan me geen betere plek ter wereld wensen waar ik nu zou willen zijn.

29 mei 2012, Bukit Lawang

Vandaag gaat het huishouden van Jan Steen op trekking in de jungle. Nu moet je niet denken dat dit zooitje ongeregeld zomaar mee gaat, het zijn niet zo van die jungle-trekkers. Als je dan toch een trekking wil maken, komt het allemaal aan op tactiek.

Het werkt ongeveer zo:
- zoek de middag vóór de trekking een mooi plekje op het terras met zicht op de jungle;
- bestel voor iedereen bier en verse kroepoek;
- benadruk maar eens hoe mooi het hier toch is, zo in de jungle;
- bestel meer bier en kroepoek;
- het was toch wel geweldig hè, bij die oerang oetans, daar boven de op de berg;
- bestel meer bier en kroepoek;
- opper nu voorzichtig de trekking voor morgen
- bestel meer bier en kroepoek.

Dan ben je er natuurlijk nog niet. De volgende stap in het trekking-acceptatie-proces is net doen of je de voorwaarden van de trekkers-in-spé accepteert, die natuurlijk volstrekt belachelijk zijn;
- er mogen geen enge diertjes zijn;
- we willen niet te moe worden;
- we willen niet te vies worden;
- we willen pauze houden wanneer we dat zelf willen;
- we willen niet te lang lopen;
- we willen minstens één olifant, één neushoorn, één cobra en één tijger zien.

En zo kwam het dat wij vanmorgen net na achten beginnen aan de trek. Het bootje waarmee we naar de overkant van de rivier varen moet eerst nog even worden leeggehoost maar dan zijn we binnen enkele minuten aan de overkant. Na zeven-en-een-halve-minuut lopen begint bij het huishouden van Jan Steen te dagen dat ik de voorwaarden van de trek onder valse voorwendselen heb geaccepteerd: het barst van de insecten, we zijn al helemaal kapot, zweten als een otter, zitten tot aan onze oren onder de modder en hebben nog geen pauze gehouden, laat staan een tijger gezien. De sfeer komt er pas écht lekker in als de gids ons adviseert onze broek in de sokken te doen in verband met leeches. Ik besluit verstandig mijn mond te houden en niet te vertalen wat leeches zijn als Ans direct hardop roept; ‘oh ja, bloedzuigers, die heb je hier natuurlijk ook’. Terwijl Ferdi met zijn gezicht op onweer zijn broek in zijn sokken propt en nog wat namoppert loopt de gids op zijn plastic schoenen de berg af. We volgen en ik lig binnen enkele minuten al op mijn plaat in de modder. Het heeft geregend de afgelopen nachten en de paden zijn één blubberfestijn. Nu ga ik natuurlijk altijd wel één keer op mijn plaat, ook als er geen modder is, maar het maakt het lopen niet makkelijker. Niet veel later heeft Ferdi het niet meer. Terwijl één van de gidsen hem d.m.v. het wapperen van grote bladeren probeert wat verkoeling te geven, wassen wij het zweet van ons gezicht in de rivier. Als iedereen weer op adem is gekomen lopen we verder, dit keer heuvel op. Nu glijdt Ans op haar plaat. In haar linkerhand een boomwortel, in haar rechterhand de stok die de gids voor haar heeft geregeld, trappelt ze met haar wandelschoenen in de modder om grip te zoeken. Het moet gezegd worden; ze hervindt haar evenwicht en klimt gestaag door. Als we even later pauzeren en kleine, knalgele banaantjes eten vragen wij de gids waarom men dit de ‘ladieswalk’ noemt. Volgens hem komt dit omdat dit de makkelijkste wandeling is, bedoeld voor oude mensen. Er klinkt een schaapachtig gelach bij het huishouden van Jan Steen.

Tijdens de wandeling vertelt de gids allerhande interessante weetjes over de bomen die we zien. We zien erg veel oerang oetan nesten; deze bouwen ze hoog, boven in bomen. Op een zeker moment valt er iets uit de boom op Ans haar hoofd. We weten niet wat het is, maar ze bloedt wel. Het hulpje van de gids weet hier wel raadt mee, kauwt wat bladeren sappig en drukt dat op de wond. Gelukkig heeft Ans er niet veel pijn van en kunnen we al gauw over op de ‘mam, er zit wat op je hoofd, het lijkt op groene pesto’ en ‘Ans, het lijkt wel of je guacamole in je haar hebt’. Het deert Ans niet, zij wandelt stug door en wordt door de gids al gauw ‘jungle-mama’ genoemd. Dat komt goed uit, want enkele minuten later wordt de weg versperd door een boomstam waar we overheen moeten klimmen. Terwijl Ans een manier probeert te vinden de boomstam over te komen, legt ze haar hand op de stam die blijkt te krioelen van de termieten. Zoals het een echte jungle-mama betaamt, veegt ze haar hand af, haalt haar schouders op en loopt stug door.

Na ongeveer drie uur ploeteren komen we aan bij de rand van het nationaal park. We lopen door het dorp op ons dooie akkertje terug naar onze accommodatie, het huishouden van Jan Steen heeft de trekking overleefd! Zelfs Ferdi weet een ‘ik had het niet willen missen’ uit te kramen. Omdat ik tot over mijn oren in de modder zit, besluit ik met kleren en al de rivier in te springen. Het frisse water wast mijn kleren direct schoon. Hierna lunchen we in onze accommodatie waarna we er een heel relaxed middagje op na houden; alleen Edwin waagt zich nog aan een wandelingetje; ik val in slaap in de hangmat. ’S Avonds eten we weer een heerlijk maaltje in een restaurantje. Net als we bij onze accommodatie terugkomen begint het kei- en keihard te regenen en te onweren. Zo hard, dat direct de stroom uitvalt. We zitten er een beetje beteuterd bij in de gezamenlijke ruimte van het guesthouse en na een half uurtje besluiten we dan toch maar naar onze kamer te gaan. Met paraplu’s in de hand lopen we de 3 meter naar onze kamer en komen we toch nog doorweekt aan. We gaan naar bed en proberen te slapen, wat nog best lastig is door de kleffe, warme lucht en de heftige regen die op ons golfplaten dak klettert.

30 mei 2012, Danau Toba

‘Holy shit!’ Is het enige wat ik uit kan roepen als ik de 10 centimeter grote, zwarte schorpioen op onze badkamermuur zie zitten. Het is niet dat ik niet tegen beestjes kan, op zich. Zo zit er al drie dagen een kikker in de houten waterpijp wat onze douche moet voorstellen, elke keer als we willen douchen houdt ‘ie de waterstroom tegen. ’s Nachts zit onze kamer vol met kakkerlakken en een paar dagen geleden zat er een spin van een centimeter of 5 naast de wc. Oh, en gisterenavond tijdens de regenbui zat er een kikker op mijn tas en een klein schorpioentje naast de wc, die een medewerker van het guesthouse heeft weggehaald. En dat doen we dan alleen uit voorzorg omdat ze zo giftig zijn, want de 5 centimeter grote spin kregen we niet te pakken en die laat ik dan zonder zorgen zitten. Maar werkelijk niks kon mij voorbereiden op deze enorme, zwarte schorpioen op de muur van onze badkamer. We besluiten maar zonder tandenpoetsen te vertrekken; iets te veel jungle voor ons op deze vroege morgen!

We lopen naar de rand van het dorp waar de chauffeur op ons staat te wachten. Het is net na zeven uur en we beginnen aan één van de langste trajecten van deze vakantie. De eerste uren rijden we door het prachtige groene landschap terug naar Medan, waar we ons lange tijd een weg banen door het drukke verkeer. We kijken onze ogen uit, er is overal van alles te zien. Onderweg stoppen we nog een keer om te pinnen; we hebben redelijk wat nodig voor de komende dagen en moeten in totaal tien keer pinnen. Rond een uur of elf stoppen we in Lubukpakam, een klein plaatsje ongeveer 30 kilometer ten oosten van Medan. Mijn opa, Ans haar vader, heeft hier tijdens de Indische onafhankelijkheids oorlog gelegerd gezeten. Omdat opa hier nooit veel over heeft gesproken is er heel weinig bekend over waar hij precies in Lubukpakam heeft gezeten. Ook is het ondertussen meer dan 60 jaar geleden waardoor de omgeving natuurlijk behoorlijk is veranderd. We vragen de chauffeur ergens in het dorpje te stoppen en lopen een rondje door een rustige woonwijk. De huisjes zijn eenvoudig, de mensen vriendelijk. Ze lachen, zwaaien, roepen ‘how are you mister!’ zoals overal eigenlijk. Ze zullen wel een beetje raar staan te kijken dat er ineens vijf grote, witte Hollanders langslopen. We lopen langs een kerk, en vragen een meneer wanneer deze gebouwd is. In 1955, net nadat opa weer naar Nederland is vertrokken. Het is lastig voor te stellen wat er gebeurd is in de tijd dat opa hier was, of wat hij aantrof toen hij hier kwam. Het kan niet anders dan dat het voor deze jonge jongens een gigantische cultuurshock moet zijn geweest.

We rijden nog een klein uurtje door en lunchen dan in een groot restaurant. We kijken net wat ze allemaal hebben en dan wordt de hele tafel volgezet met kleine gerechtjes. Onze eerste rijsttafel is een feit!

Na de lunch rijden we de laatste uren naar het plaatsje Parapat, waar we na een reis van 8 uur aankomen. We nemen afscheid van de chauffeur en stappen op een boot die ons afzet bij onze accommodatie midden in het Toba meer. Het Toba meer is ontstaan door één van de grootste vulkaan uitbarstingen ooit en is het grootste meer van Zuid-Oost Azië. Het eiland in het meer, waarop onze accommodatie ligt, Samosir eiland, is 100 km lang en 31 km breed; best groot dus nog. Onze accommodatie is echt geweldig. We hebben een familiesuite geboekt, met 3 slaap- en badkamers, een woonkamer en een gigantisch balkon met meerzicht. Na onze primitieve acommodatie in de jungle een verademing. Vooral Ferdi voelt zich na 3 dagen ‘afzien’ een koning in zijn gigantische slaapkamer. En er zijn helemaal geen beestjes! We gaan er de komende dagen eens goed van genieten.

  • 31 Mei 2012 - 05:29

    ThijsL:

    Klinkt allemaal fantastisch (zelfs de modderige treks en de schorpioenen)!!
    Veel plezier met de rest van de reis!


  • 31 Mei 2012 - 06:44

    Mineke:

    Helden zijn jullie, allemáál! Jungle-mama, Ferdi die zo kan afzien, Rob die het allemaal gelaten ondergaat en Ed en Lisette die als reisleiding prima fungeren! Ik voel een optie op een real-life soap komen... Succes verder, tot het volgende verhaal!

  • 31 Mei 2012 - 06:54

    Jo&Bas:

    Hoera voor het eerste verslag en voor direkt vol erin!! Soepele types zeg, die Orang Oetans :-) Enjoy enjoy en wij kijken uit naar het volgende verhaaltje.

    xxxJ,B,E

  • 31 Mei 2012 - 07:35

    Jet & Leo:

    Gisteren nog ongeduldig, en nu is ie er. Het eerste verslag van jullie reis. Er lekker voor gaan zitten vanochtend.
    Het was best afzien de eeste paar dagen in de jungle, zo te lezen. Fijn dat iedereen zich er zo dapper doorheen slaat. Wel weer een hele ervaring rijker, met de oerang oetans zo dichtbij. Geweldig! Op naar de volgende etappe.

  • 31 Mei 2012 - 16:03

    Ron En Fitri:

    Het ziet er allemaal weer geweldig uit en de omgeving komt zeer bekend voor!!! Ook de aapjes hadden voor ons een bekend gezichtje, hehe.
    Even de complimenten aan Ferdi, je haar ziet er goed uit en denk dat jer geen spijt van hebt, zeker niet in deze omgeving.
    Wij wensen jullie nog veel plezier op Sumatra er is veel te zien, niet teveel bintangetjes anders wordt het een zware reis.
    Groeten Ron en Fitri

  • 31 Mei 2012 - 18:56

    Renate:

    Hé vakantiegangers! Wat ontzettend leuk om jullie verhalen te volgen, ik ben er maar even voor gaan zitten met een kopje koffie, tjemig...wat kun jij schrijven Lisette, dat zei ik laatst al! Maar nogmaals, ik ben gek op reisverhalen en door de foto's erbij zie ik jullie helemaal voor me daar in de jungle!!! Alleen al die beesten, brrr...ik ben gek op dieren, maar al die enge beesten da's ook niks voor mij hoor!!! Heel veel plezier en ik kijk al uit naar de volgende avonturen...je moet er echt een boek van maken!!!!

    Groetjes Renate

  • 31 Mei 2012 - 19:15

    Miran:

    Klinkt weer goed, chica.
    Heel jaloers iemand hier( As is gek van orang utans).
    What?! No more dreads 4 Ferdi? Bijna onherkenbaar ; ) Snap wel dat ze met hem op de foto willen ; )

    Salam hangat.

  • 31 Mei 2012 - 19:50

    Marga En Jelle:

    Hallo lieve vrienden, fanatieke vakantiegangers, onvermoeibare reizigers...wat een prachtig verslag en wat leuk om te lezen. Wel afzien he! Maar gelukkig komt er altijd weer iets goeds op jullie pad: lekker zwemmen, een mooi huis, indonesiche rijsttafel etc. De foto's zijn geweldig en versterken het verslag van reisverslaggever Lisette. En Ferdi, wat ben je leuk! @ Ans en Rob: jullie droom wordt werkelijkheid. Met jullie vijven een mooie reis maken om later nog vaak aan terug te kunnen denken. We gunnen het jullie zo heel erg. Geniet van elke dag en laat ons svp vaak even meegenieten. Liefs en XXXXX

  • 01 Juni 2012 - 13:18

    Rob:

    Eindelijk weer een reisverhaal van jullie, heb ik gemist sinds vorig jaar :) veel plezier en de groeten aan de reisgenoten!

  • 02 Juni 2012 - 10:14

    Hetty:

    Wat leuk om weer een verslag van jullie reis te lezen! Een avontuurlijk begin...
    En wat zitten er weer mooie foto's tussen, vooral die van de Oerang Oetans!
    Succes met de rest van jullie reis, geniet ervan!


  • 02 Juni 2012 - 16:23

    Joyce:

    hallo vakantiegangers
    Wat leuk om weer te kunnen lezen wat jullie allemaal weer beleven.
    Ans je bent een echte bikkel ,ja de rest natuurlijk ook.
    wij gaan nu naar diep diep france, zal niet zo spannend zijn als bij jullie.
    Maar we hebben er veel zin in,
    groetjes de biertjes

  • 03 Juni 2012 - 09:56

    Gerda:

    Geweldig leuk om weer eens een reisverslag te lezen van jullie.
    Ik heb er van genoten en vooral over de oerangs oetans.
    Tenslotte is het toch een beetje familie.
    Groetjes uit het kleffe Nederland, maar dan wel van de regen.

    Jan en Gerda.

  • 03 Juni 2012 - 12:03

    John En Ria:

    Lieve allemaal heb al eerder een berichtje achter gelaten maar kan het niet meer terug vinden,wij kijken uit naar jullie belevenissen en volgen jullie op jullie reis.(Ferdi wat leuk je haar)
    heel veel plezier nog met elkaar kus voor jullie allemaal xxxx

  • 03 Juni 2012 - 17:46

    Chris En Carlo:

    Wat gaaf weer! Je schrijft weer fantastisch Liset!
    Veel plezier met z'n allen.
    X

  • 04 Juni 2012 - 19:46

    Femy En Peter:

    De (van) Leeuwen, en Ed natuurlijk, in de jungle. Nou als dat geen feest wordt!!
    Mooie foto's hoor. Het schijnt dat de Orang Utangs op Sumatra een baard hebben en op Borneo niet, hebben jullie al Orang Utangs met baard gezien?
    Hey Lisette....., jij schijnt dus vaker onderuit te gaan....;)
    Selamat Jalan en groetjes aan de rest

  • 11 Oktober 2013 - 13:32

    Sandra:

    Hi Ed & Lisette,
    Lange geleden he?
    Ik heb jullie al vaak eens willen bellen, mailen, afspreken, ... maar ben met de verhuizing indertijd jullie contactgegevens kwijt geraakt en wat zijn jullie moeilijk op te sporen via Internet zeg...
    Zo te lezen is de lang geplande droom van een wereldreis ondertussen uitgekomen! :) Ik ben zooooooo jaloers!
    Hoe gaat het verder nog?
    Groetjes Sandra

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Batavia

Edwin en Lisette

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 1054
Totaal aantal bezoekers 328561

Voorgaande reizen:

23 Augustus 2010 - 28 Augustus 2011

Wereldreis!

Landen bezocht: