Lhasa-Chengdu, 17.935 km
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette
04 Oktober 2010 | China, Chengdu
Het was eerste kerstdag, 2008. Ik weet het nog goed. We waren op vakantie in Hong Kong en we hadden het plan opgevat om samen met nog 2 miljoen inwoners van Hong Kong naar Disneyland te gaan. We stonden in de rij van ‘It’s a small world after all’, je weet wel, die attractie met van die bootjes met dat irritante liedje wat je never nooit meer uit je hoofd krijgt. We stonden met nog minstens 500.000 Chinezen (inwoners van Hong Kong, maar echt, je ziet het verschil niet) in een enorme rij, op de achtergrond de herhaalde melodie van dat ellendige ‘It’s a small world after all’. De sfeer was goed, het beloofde een mooie dag te worden.
De rij was zo’n welbekende zigzag-rij tussen hekken, die je in de Efteling ook wel hebt. Het systeem kan niet eerlijker; je sluit achteraan en wacht netjes tot de mensen voor je in het bootje zijn gestapt en het jouw beurt is deze fantastische attractie te bezichtigen. Zo simpel kan het leven zijn. Maar toen…tóen maakten wij kennis met de Voordringchinees.
De Voordringchinees is van het type ‘ik moet NU vóór jou aan de beurt komen want anders vergaat de wereld’. Van het type ‘al moet ik mijn ellebogen gebruiken, al moet ik je tegen de vlakte slaan, al moet ik heel de wereld op zijn kop zetten, IK ga vóór JOU in het bootje’. De Voordringchinees is nogal gewiekst. Terwijl wij in de rij stonden, kwamen er twee mensen langs met groene truien. Pas net een paar dagen in Hong Kong, dachten wij in al onze China-onervarenheid dat het medewerkers van de attractie waren. Tenslotte lieten alle mensen achter ons deze mensen ook voorgaan. Een Chinees houdt namelijk niet van gezichtsverlies en zal nooit een discussie aangaan. Ha. Ha! Maar wíj zijn geen Chinezen.
Nadat er twee doorheen geglipt waren en verder voordrongen, drong het tot ons door dat het geen personeel was. Als in een natuurlijke impuls blokkeerden we de rij twee man breed. Naast elkaar, allebei een hand op het hek, geen Chinees die nog door ons cordon heen zou komen. Hierdoor blokkeerden wij de weg voor de twee Voordringchinezen achter ons, die nu gescheiden waren van de twee die al ver naar voren waren gedrongen.
Toen werd het pas echt interessant.
De gescheiden groep Voordringchinezen wist dat ze geen keus hadden. Wilden ze samen in één bootje, dan moesten de voorste Voordringchinezen terug naar achteren. We lieten ze graag door. Nu begonnen ze heftig in het Chinees te praten over ons en ons belachelijk te maken. Dit verstonden wij niet, maar de rest van de rij van ‘It’s a small world after all’ wel. Dus wat doe je in zo’n geval; je verlaagt je naar het niveau van de Voordringchinees en begint hén belachelijk te maken in het Nederlands. En om het een beetje gezellig te houden, op de achtergrond de vrolijke tonen van ‘It’s a small world after all’.
We kwamen eindelijk bij het bootje aan, ik zal het nooit vergeten. Er waren iets van acht rijen in de boot, al snel hadden we door dat we in hetzelfde bootje zouden zitten als onze nieuwe vrienden de Voordringchinezen. Wij mochten helemaal voorin, dat was de winst van de dag. Dachten wij. De Voordringchinees-Opa stond voor het hekje van de tweede rij te popelen en toen de hekjes open gingen sprong hij (bijna) lenig voor mij en wilde op de voorste rij van het bootje gaan zitten. Dacht hij. Atletisch als ik ben sprong ik voor hem, keek hem aan, wees mijn vinger naar hem en zei: ‘Ik dacht het niet opa! Opzouten!’ en ging handig op de eerste rij zitten. We hebben het samen reuze leuk gehad in deze veel te vrolijke attractie, Opa en ik.
Ruim anderhalf jaar later komen wij in Peking aan en ontdekken wij dat hier 15,8 miljoen Voordringchinezen wonen. Voordat de metro komt staan ze allemaal netjes in de rij, maar als de deur open gaat, geldt het recht van de sterkste. Dit keer waren we voorbereid. Het is heel simpel. Het gebruik van handen, voeten, ellebogen, rugzak als rammechanisme, alles is toegestaan om jezelf een plekje in de metro te verwerven. Dit geldt overigens ook in de rij voor het buffet, de bakker, de ticketmachine etc.
Ook in Tibet kent men de Voordringchinees. Het maakt niet uit waar je bent, de Voordringchinees MOET altijd voor. Sta je in de rij bij de politiepost om je papieren te laten checken, loopt men gewoon langs je heen en duwt zijn/haar papieren naast jouw papieren onder het loket door. Rij je in een ‘file’ langzaamrijdend over de weg, haalt men je gewoon rechts in, rijdt je onder luid getoeter klem en dan óók nog geïrriteert kijken als ze er niet langs kunnen. Zelfs, ja zélfs de pelgrims en de monniken in de Barkhor in Lhasa hebben er een handje van. Lopen we gezellig gezamenlijk, sereen gebeden murmelend rond de prachtige Yokhang Tempel, zijn er altijd Voordringchinezen die langs jou MOETEN. Niet dat ze de trein moeten halen, ze moeten tenslotte nog tien rondjes, maar ze MOETEN vóór.
De Voordringchinees. Ze blijven ons verbazen. We zullen de komende twee weken onze Oud-Hollandsche-Voordringtechnieken verbeteren en verfijnen. It’s a small world after all.
*****
Donderdagavond na aankomst in Lhasa en vrijdag overdag hebben we het heerlijk rustig aan gedaan. We hebben de Barkhor nog een paar keer gelopen om de Yokhang Tempel heen. Ik weet niet wat het is met die Barkhor, het is een beetje verslavend. Je loopt op het centrale plein van het Tibetaanse gedeelte van Lhasa naar de Yokhang Tempel en wordt als het ware de Barkhor met alle pelgrims en monniken ‘ingezogen’, als in een stroomversnelling in een zwembad.
We hebben ook de achterstraatjes bekeken dit keer en heerlijk uitgebreid geluncht. We kwamen tijdens de lunch nog een Nederlands stel en een Japans meisje tegen waar we gezellig mee hebben zitten kletsen. Ook waren er nog twee dames uit Laren die samen 3 weken door Tibet reizen en ons op het hart drukten toch vooral voorzichtig te zijn komend reisjaar. Wat is het toch ongelooflijk schattig dat we mensen van ‘middelbare leeftijd’, uit welk land dan ook, altijd moeten beloven voorzichtig te zijn. Dat voelt op de één of andere manier elke keer als een warm bad. ’s Avonds zijn we na het eten naar het Potala Palace gelopen wat in het donker mooi verlicht wordt. Op het plein voor het paleis klonken om 8 uur een soort klokslagen uit de speakers en daarna begon er onder het genot van Chinese muziek een fontijnen-lichtspel van jewelste. Very Chinese. Wij vragen ons af of de Dalai Lama dit uitzicht voor ogen had toen hij nog in het paleis woonde.
02 Oktober, ergens tussen Lhasa en Nakum, huidige hoogte: 4753 meter
Om kwart voor twaalf werden we opgehaald door Dickey en onze chauffeur voor de transfer naar het treinstation van Lhasa. Dickey gaf ons een tasje met kaas gemaakt van yakmelk. ‘This will taste exactly like your cheese at home’ zei ze. Zij sloeg de spijker op zijn kop. Toen wij later in de trein de kaas op onze zojuist-gekochte-eindelijk-eens-normaal-smakende-witte-bollen deden, smaakte het heel even als thuis. Zij moet hebben onthouden dat ik haar van de week vertelde dat wij Hollanders altijd brood met kaas eten tijdens de lunch. Jammie!
Nadat we door de nodige security checks zijn gegaan wachtten we geduldig in de volle wachtruimte van het station. Na ongeveer een half uur mochten we aan boord van de trein en ongeveer tien minuten later ontmoetten we onze reisgenoot voor deze reis. We schudden de hand van een rustig meisje van begin twintig, die haar kennismaking opende met: ‘you can call me Tang’.
Tang heeft bloemen gekregen voordat ze wegging, die nu onze coupé opvrolijken. Ook heeft Tang een draagbare theebeker met theeblaadjes waar ze af en toe warm water indoet. Verder is het een typisch meisje-meisje met twee staarten, een mooie bril, een roze camera, een spiegelreflex-camera (ze blijft Chinees), gele Crocs met Snoopy en Hello Kitty poppetjes, een pakje servetjes en een mega-tas met eten. Tang spreekt redelijk goed Engels. Tang kent Nederland van het WK voetbal (10 punten voor Tang!). Tang zegt dat ze voor zaken in Lhasa is geweest maar laat ons al haar Tibetaanse vakantiefoto’s zien op haar laptop. Ze is heel aardig, deelt haar walnoten, bananen en boekjes over Tibet met ons. Verder lijken we geen kind aan d’r te gaan hebben want ze maakt alleen maar foto’s van het prachtige landschap waar we momenteel doorheen rijden. Een laatste blik op de prachtige Tibetaanse weiden met yaks, de besneeuwde bergtoppen, de helder blauwe meren, een saluerende militair langs de kant van het spoor en de Tibetaanse dorpjes die ons nu zoveel meer zeggen dan een week geleden.
Dag Tibet, tot de volgende keer.
Wat ons verder nog opviel in Tibet:
- Alle huizen/restaurants/daar waar een deur hoort te zitten, daar zit geen deur maar een deken met Tibetaanse print;
- In Tibet zien we heel veel pooltafels op straat en in kleine ruimtes;
- De kinderen in Tibet dragen geen luier maar hebben van voor tot achter een gat in hun broek. Even hurken, de boel laten lopen en klaar is Kees.
- Er zijn hier overal openbare toiletten die meuren als de pest. Er wordt tot onze verbazing wel héél veel gebruik van gemaakt dus we vermoeden dat men thuis misschien geen wc/gat in de grond heeft;
- Er zijn hier heel veel vrouwen die met vier breinaalden kunnen breien. Ze kunnen daarbij ook nog kletsen/waren verkopen/oversteken. Kijk, dát is nog eens multitasken;
- In Tibet krijg je altijd een lepel en vork i.p.v. stokjes maar de messen zijn zeer schaars, die krijg je bijna nooit;
- Men zweert hier bij boterthee, een combinatie van thee, zout en boter. Best lekker, maar om het de hele dag te drinken…;
- In Tibet maken ze heel veel gebruik van zonne-energie. We hebben veel zonne-energie panelen gezien en ook een soort zilveren ‘schalen’ met een theepot erboven. De schalen vangen de zon op en verwarmen de theepot;
- Er zijn héél veel riksja’s in Lhasa. De riksja chauffeurs ringelen hun riksja bel dat het een lieve lust is en roepen ‘hello, hello!’. Als je ze niet negeert maar vrolijk ‘hello’ terugroept raken ze helemaal gecharmeerd en beginnen ze hard te lachen;
- Ze verkopen in de supermarkt vacuüm verpakte kippenklauwen. Niet gekoeld. Hmmmmmmmmmmmmm lekker;
- De ingewikkelde politieke situatie waar ik bij gelegenheid op een ander tijdstip/op een andere plek nog eens terug zal komen;
- De Tibetanen roggelen en spugen ook;
- De Tibetanen zijn (bijna allemaal) heel vriendelijk en goedlachs;
- De Tibetanen zijn (bijna allemaal) heel knap, maar Edwin vindt zichzelf knapper;
- Tibet straalt iets magisch/spiritueels/ingewikkelds uit wat we nog niet eerder zijn tegengekomen. Allemaal gaan nu het nog niet door en door Chinees is!
03 Oktober 2010, ergens tussen Golmud en Chengdu, huidige hoogte: 3241 meter
Tang d’r bloemen zijn verlept. Ze hangen verdrietig in het hoekje van haar bed zonder enig teken van leven. Als ik er naar vraag pakt ze de bloemen, roept op hoge toon: ‘oh!’ en gooit ze zonder pardon in de prullenbak.
Edwin keek heel triomfantelijk toen hij gisteren de mevrouw van de radio ontdekte die achter een draaiknop in onze coupé verstopt zit. Als je de knop naar rechts draait, begint ze te praten, soms met wat muziek. Ik keek Edwin aan en zei: ‘misschien beter maar niet aankomen’. Maar nu heeft Tang de mevrouw ook ontdekt. En zegt ze steeds: ‘do you mind’ en zet ze de radio aan. Natuurlijk do we not mind. Dus luisterden we gisteren de hele middag naar Chinese radio. Gelukkig voor ons is het zoetsappige muziek waar redelijk naar te luisteren is.
Gisterenavond zijn we wat gaan eten in het barrijtuig. Dat zorgde voor enige consternatie. Wij denken dat er maximaal drie westerlingen in de trein zitten waarvan wij er twee zijn. En ondanks dat er een lichtbalk aan het eind van de coupé hangt waar in het Engels op staat hoe hoog en hoe snel we rijden en alles drietalig (Tibetaans/Engels/Chinees) is in deze trein spreekt men in het barrijtuig geen Engels. Er hing een bord met plaatjes van gerechten maar die hadden ze niet. In plaats daarvan stonden de beschikbare gerechten in het Chinees op een white board geschreven. Omdat wij natuurlijk niet begrijpend keken maakte de mevrouw van het restaurant duidelijk dat we op de andere tafels moesten aanwijzen wat we wilden eten. Met behulp van een opgediept Chinees/Engels menu kozen we zo onze maaltijd die, nadat we minstens 25 pepers eruit hadden gevist, echt heel lekker smaakte.
Het was nogal een bende in het barrijtuig. Een chinees trekt zich niks aan van een ander. En dus neemt de één een radio mee met keiharde muziek, de ander hangt onderuit gezakt, de helft van het rijtuig rookt en af en toe rochelt er hier en daar eens iemand lekker. Na de maaltijd konden we niet wachten terug te gaan naar de sereniteit van Tang en onze coupé. Gedrieën bekeken we de zonsondergang met bliksemflitsen in de verte (Tang: ‘I see a star!), net zolang tot het te donker werd om buiten nog iets te zien.
We hebben maar liefst 10 uur geslapen vannacht. Om acht uur werden we wakker. Tang veegde de slaap uit haar ogen, zette haar bril op en na wat gerommel gingen we ontbijten. Tang pakte een ieniemienie appeltje (die je hier veel ziet) uit haar voorraad-tas, nam een hap, keek mij met haar twee staarten en grote bril vol verwondering aan en zei: ‘delicious!!’.
Vervolgens keek ze heel vies en onbegrijpend toen we pindakaas op ons broodje smeerden ;-)
** vijf uur later**
In Lanzhou –één van de meest vervuilde steden van China, we zien heel veel smog van de petrochemische industrie- is er een nieuwe meneer ingestapt en onderdeel geworden van ons coupé-gezelschap. Terwijl wij angstvallig afwachten wat deze nieuwe meneer voor een type is, heeft Tang hem vanaf de seconde dat hij binnenkwam overladen met conversatie. Ze praten alsof het een lieve lust is en als ik opmerk dat het lijkt alsof ze elkaar kennen zegt Tang dat ze het hebben over het weer, Tibet, Chengdu en al die dingen waar wij het gisteren met Tang ook over hebben gehad.
De meneer wil weten waar we vandaag komen. Als hij hoort dat we uit Nederland komen merkt hij op dat dat een zeer geavanceerd land is. Ik denk dat die meneer gelijk heeft. Toch?
Tang ondertussen, heeft het hele onderbed in beslag genomen. Ze heeft de kussen van de meneer toegeëigend en aan haar rechterzijde is een heel multi-media centrum ontstaan van laptop, camera’s, etc. Aan haar linkerzijde heeft ze haar hoedje opgehangen. Ze zit zelf ruim op het midden van de bank en de meneer heeft maar een klein hoekje om te zitten. Hij ging net al op een klapstoel in de gang zitten, maar dat bleek geen succes.
Met die meneer stapten namelijk nog veel meer mensen in. Onder andere drie #$%&&%$ kinderen die nu als een idioot door het gangpad rennen en voor Ed zijn raam durven te staan. Ik heb Ed geadviseerd vies te kijken, maar dat had ‘ie al gedaan zei ‘ie en het heeft niet geholpen. Die kinderen zitten twee coupé’s verderop, maar volgens Ed heeft hun moeder gezegd:’ga alsjeblieft ergens anders spelen!’. Dat werd voor onze deur.
Nog 16,5 uur en dan zijn we in Chengdu.
** vijf uur later **
Gingen vanavond weer even wat eten in het barrijtuig. Dezelfde consternatie ontstond als gisteren. We konden natuurlijk niks bestellen in het Engels. Er werd een politieman bijgehaald, maar die sprak zo beroerd Engels, dat kwam niet goed. Ineens, uit het niets, zag ik daar een Westers meisje tussen al die Chinezen. Ik vroeg haar of ze Chinees sprak (je weet maar nooit), wat niet het geval was maar zij had wel een Chinees bij zich die Engels sprak. Toen kwam het allemaal goed en hebben we heerlijk gegeten. We hadden natuurlijk ons ‘point it’ boekje uit de tas kunnen halen of Tang mee kunnen nemen, maar daar hadden we even niet aan gedacht.
Over Tang gesproken; toen we terugkwamen in onze coupé leek zij d’r eigen feestje te bouwen. Onze nieuwe coupé-genoot lag al sinds vier uur aan één stuk te snurken (oh god) maar Tang had de knop met de muziek weer ontdekt en had Chinese popmuziek opgezet. We wilden net meedoen toen de meneer ontwaakte (dat kan ook niet anders, de speaker zit boven zijn hoofd). Hij bood ons heel aardig een soort zoete thee aan, wat we net wilden gaan proeven toen het Franse meisje uit het barrijtuig kwam buurten. Even later kwam ook de Chinese stewardess van ons rijtuig langs om te zeggen dat ze ons aan het afluisteren was omdat ze Engels wil leren. We hebben haar meteen maar even uitgenodigd te komen zitten en ineens was het een drukte van belang. Toen kwam er ook nog een Chinees langs die zijn batterijen wilde opladen in ons stopcontact (die hebben ze niet in de 2e klas) en ineens was Tang d’r feestje compleet.
** een uur later **
Aaaahh!!! Tang komt binnen met een wit gezichtsmasker. Ze is net een spook. Nu hopen dat de meneer niet de hele nacht gaat snurken. Ik heb mijn Ipod en oordoppen al klaar liggen.
04 Oktober 2010, Chengdu, 17.935 km
Toen de meneer begon te snurken heb ik mijn oordoppen in mijn oren gestopt, me omgedraaid en ben gaan slapen. Ik werd vanmorgen om tien voor zeven wakker, verbaasd dat we weer zo goed hebben geslapen. Ook Edwin heeft redelijk goed geslapen. We kletsen wat met Tang en de meneer. Zij zijn allebei erg verbaasd over onze rugzakken, Tang zegt steeds met haar hoge stemmetje: ‘Oh, they are sooo big!!’. Ook moet er een foto worden gemaakt van mij inclusief alle tassen (ik ben natuurlijk ook echt op mijn best op dit tijdstip, twee dagen niet gedoucht). De meneer vraagt ons of we rijk zijn. Wij leggen uit dat we 5 jaar hebben gespaard en nu op reis kunnen. De meneer zegt dat we verstandig zijn; in China spaart men zijn leven lang om uiteindelijk het spaargeld aan de kinderen door te kunnen geven (pa en ma, kunnen wij de Chinese regels misschien ook gaan hanteren? :)) Ook wil de meneer Ed zijn tas optillen en kijkt niet begrijpend naar ons en de tassen.
Stipt op tijd rijdt de trein het station van Chengdu binnen. We nemen afscheid van Tang en de meneer, nemen een taxi en komen aan in één van de heerlijkste hostels aller tijden. Ze hebben een fijne tuin, een leuke bar/restaurant, gratis internet, we kunnen de was laten doen, de kamer is super en een heel fijne douche. We zijn weer fris en fruitig en klaar om deze nieuwe stad te gaan ontdekken.
-
04 Oktober 2010 - 06:36
Wendy:
Lieve schatten,
Hier in Nederland hebben we zoiets als de "ook-al-heb-je-het-weken-geleden-al-gevraagd-ik-doe-toch-niet-wat-je-vroeg--collega"...altijd fijn als je op maandagmorgen binnenkomt en verwacht dat alle voorbereidingen getroffen zijn voor jouw, best weer spannende, presentatie...
Als je dan super-geïrriteerd op de vroege maandagmorgen achter je pc gaat zitten en een verhaal mag lezen over voordring-chinezen, dan ziet de wereld er gelijk weer een heel stuk mooier uit...De rest lees ik vanavond thuis weer, maar bedankt voor deze opsteker die erg nodig was:-)
Liefs Wen -
04 Oktober 2010 - 08:29
Rob:
Ik dacht van niet. Maar misschien blijft er iets over :-).
Yong ting tang
Rob -
04 Oktober 2010 - 08:50
Ans:
Jullie hebben nu al een aardig indruk van het chinese volk, ben benieuwd hoe jullie over de wereldbevolking denken aan het eind van de wereldreis: welk volk je het meest waardeert?
liefs,
mam -
04 Oktober 2010 - 14:24
T&R:
Dan hebben we in Nederland toch al redelijk wat ingeburgerde Chinese gebruiken zo te merken..
Toch wel leuk een feestje in de trein, idee voor de NS misschien..
Dikke zoen -
04 Oktober 2010 - 14:25
Leo:
hoi,
vraag ? Bestaat er ook een kans dat wij straks te maken krijgen met voordring-Aussie,s en voordring-Kiwi,s ?????
Ga zo door.
groetjes Leo. -
04 Oktober 2010 - 18:45
Elles:
Hoi, Voordringchinees, hierbij het woord in het Chinees: ....:-):-) -
04 Oktober 2010 - 18:46
Elles:
Sorry, het plakken van het Chinees lukte niet. Jammer.. -
05 Oktober 2010 - 06:24
Mineke:
"You can call me Tang"... Zo zouden meer mensen zich moeten voorstellen! Dat maakt de wereld direct veel overzichtelijker...
:-)
Geniet van het hostel en de verwennerijen! -
05 Oktober 2010 - 16:01
Jo&Bas:
Ach, die arme Chinezen. Ze zijn ook met zoveel ... stel je voor dat je ALTIJD maar op je beurt moet wachten :-)
-
05 Oktober 2010 - 18:21
Marga:
Beloven jullie ons om heel voorzichtig te doen????
Liefs van twee oudere mensen, J & M -
05 Oktober 2010 - 19:44
Peter & Femy:
Rare jongens..., die (voordring-)chinezen. Geniet ervan! take care. -
06 Oktober 2010 - 07:32
Leendert En Yvette :
Hoi Edwin en Lisette, jullie site hebben we ook even gecheckt! De voordringchinees, whahaha! Ja, daar zijn er veel van. Het duurde even voordat we dat gewend waren maar ook wij hebben onze tactieken enorm verbetert. We smakken en rochelen inmiddels ook als ware profs. Dat wordt wat als we terug zijn in Nederland... Leuk verhaal! Leendert en Yvette
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley