Kamperen voor beginners-plus met Ed en Liset - Reisverslag uit Esperance, Australië van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu Kamperen voor beginners-plus met Ed en Liset - Reisverslag uit Esperance, Australië van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu

Kamperen voor beginners-plus met Ed en Liset

Door: Lisette

Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette

28 Maart 2011 | Australië, Esperance

24 Maart 2011, Warren National Park, Pemberton

How bizarre. Vannacht hebben we weer 12 uur geslapen. Aangezien we de rest van de dag alleen maar een beetje rondrijden vind ik het een hele prestatie dat we zo lang hebben kunnen slapen. Maar goed, na het ontbijt gingen we op weg. We reden de eerste 120 kilometer naar het plaatsje Pemberton. Hier deden we onze internet-boodschappen-benzine+plas-check en hierna vertrokken we op de ‘Karri Forest Explorer’, een 86 kilometer lange toeristische route door bossen vol met karribomen. Karribomen zijn een type eucalyptusboom die wel 90 meter hoog kunnen worden. Het zijn prachtige bomen en aangezien er heel veel van zijn is het uitzicht langs de weg heel mooi. Je zou koala’s verwachten in een bos van eucalyptusbomen maar die zien we helaas niet. Wel zien we heel veel tropische vogels met knalgroene, -blauwe en –rode veren. We rijden over onverharde aarderode wegen (wat eigenlijk niet mag met de camper maar we doen het toch) door de prachtige bossen, de knalblauwe lucht erboven maakt het uitzicht subliem. We stoppen nog bij een waterval maar als wij er aankomen blijkt de waterval droog te staan. We zien wel nog een hele mooie vogel, dat is dan in ieder geval nog wat, soort van.

Na de opgedroogde waterval rijden we door naar Warren National Park, wat ook onderdeel is van de Karri Forest Explorer. Ook de wegen in dit park zijn onverhard en we rijden heuveltje op, heuveltje af door een prachtig landschap. We besluiten onze camper hier maar eens op een bushcamping neer te zetten. We zijn de enigen als we aankomen en de camping is heel eenvoudig. Er is een soort gezamenlijk gebied waar je kan eten en een kampvuur kan maken en er is één bushtoilet. Als ik het zo eens eventjes bekijk, gaan wij in de bosjes vanavond. We hebben een prachtige plek voor ons campertje gevonden, we staan midden in het bos. It’s going to be a quiet night tonight.

** twee uur later **

Tijdens het eten werd het al vrij snel donker en eenmaal klaar met de afwas zagen we geen hand meer voor ogen. Een goed moment om even een rondje te lopen op de ‘camping’. Er zijn ondertussen nog twee andere auto’s aangekomen en we zien door de vele bomen wat vage lichtschimmen bij hun kampeerplek. We lopen naar de weg, die nu zo donker is dat het net zo goed een fietspad had kunnen zijn en we kijken naar boven. We zien honderdduizenden sterren in de heldere hemel boven ons. Er is verder geen verlichting op de camping en ook de maan is er nog niet dus de sterren zijn heel goed zichtbaar. Zelfs door de meer dichtbeboste gedeelten zien we sterren door de takken heen glinsteren, het is adembenemend mooi. We gaan op een stoel zitten en staren in het donker een tijdje naar de hemel. We zien maar liefst vijf satellieten voorbij komen en samen zien we vier vallende sterren. Het is zo ontiegelijk helder, het lijkt wel een droomlucht.

25 Maart 2011, Denmark

We worden supervroeg wakker en dat mag ook wel een keer want we slapen tot nog toe elke nacht 10 tot 12 uur, geen idee hoe dat komt. We strompelen de camper uit, bouwen ‘m om in de dagstand, maken een ontbijtje en gaan al om kwart voor acht op weg. Een unicum! We rijden via Northcliffe naar Shannon National Park waar we een stuk van de ‘Great Forest Trees Drive’ rijden. Wederom een onverharde weg door een prachtig bos. Wat je in dit gebied veel ziet is hier en daar een bord waarop staat dat je de radio op 100.00 FM moet zetten voor ‘tourist radio’. We besluiten het eens op te zetten en men vertelt over het bos waar we doorheen rijden. Edwin vind het vooral ‘saai’ en ‘stom geouwehoer’ en zegt dat ze eens zouden moeten vertellen waar er kangaroes te zien zijn. Dat doen ze niet maar toch zien wij een paar minuten later een kangaroe en haar jong door de bosjes wegspringen. Een prachtig gezicht.

Na deze mooie rit rijden we naar het gehuchtje Walpole. We doen hier onze boodschappen en tankstop en rijden dan een toeristische route naar een picnic plekje om te lunchen. We hebben grote witte bollen gekocht die heerlijk smaken…het is heel lang geleden dat we zulk écht lekker brood op hebben. Na de lunch rijden we naar de ‘Valley of the Giants Treetop Walk’. Dit is een bos van Tingle bomen, feitelijk gewoon hele hoge bomen. (Edwin: geen idee wat voor een bomen dat zijn. Misschien kan Leo daar wat nuttigs over zeggen…?) Men heeft hier van boomtop tot boomtop een soort wandelbruggen aangelegd, waarvan de hoogste 40 meter hoog is. Je loopt dus als het ware door de toppen van de bomen; de bruggen bewegen ook een beetje mee met de wind. Het is echt een prachtige wandeling en zolang je maar niet naar beneden kijkt is hoogtevrees nergens voor nodig. Na de treetop wandeling lopen we nog een wandeling op de grond voordat we weer in onze Hippiecamper springen en op weg gaan.

We rijden naar Denmark, waar we willen overnachten vanavond. We bekijken een camping maar die is 28 dollar dus die vinden we veel te duur. We rijden naar een volgende camping en die is 33 dollar maar we hebben geen zin meer om nog verder te zoeken dus nemen ‘m maar, hahaha. Lekker consequent. De dame bij de receptie doet wel heel veel moeite om ons een mooi plekje te geven en de toilet en douchefaciliteiten zijn geweldig; dat maakt een hoop goed. We waren ook behoorlijk toe aan een lange douche. We moeten vannacht ook echt stroom hebben want al onze apparaten zijn leeg dus die moeten worden opgeladen. Ook doen we een wasje. Het valt ons op dat er overal kangaroepoep ligt op het kampeerterrein. Het duurt niet lang of we zien overal om ons heen kangaroes rondhupsen. Volgens de eigenaar zit naast de camping een National Park waar 500 wilde kangaroes zitten en de ze grazen naar hartelust van het lekkere gras op de camping. Naarmate het donkerder wordt durven ze ook dichterbij te komen. Als we zitten te eten zien we ze hier en daar grazen en af en toe hupsen ze een stukje door tot ze een nog lekkerder stukje gras zien. Edwin vind het één groot feest en zegt steeds: ‘poink, poink, poink’ als ‘ie er één voorbij ziet hupsen. Je kan je vast voorstellen dat onze gesprekken vanavond van diepgaande kwaliteit zijn.

26 Maart 2011, Denmark

Eén van die dingen van kamperen die niet handig zijn is als je ’s nachts naar de wc moet. Dat is al niet leuk thuis, maar met kamperen komt er nog veel meer bij kijken. In ons geval murmelt één van de twee ‘…hmj…moet….nr…wc’. Als ik dat murmel zegt Ed altijd: ‘…ik..mjga mee…’ Hij grijpt graag elke kans aan op een toiletbezoek. Als Ed het tegen mij murmelt zeg ik meestal: …mjh..succes…doei hè…’en draai ik me nog eens om. Vannacht was het mijn beurt en dus kleedden we ons aan, deden een kangaroe check, schoven de deur open en strompelden de camper uit.

Terwijl we naar de wc liepen sprongen er om ons heen allemaal kangoeroes weg. Eéntje sprong zo snel vooruit dat we dachten dat ‘ie misschien zelf ook naar de wc moest, maar de meesten keken alleen even op en graasden gewoon door toen wij langsliepen. Voordat we naar de wc gingen checkten we eerst even de was. Die hangt vlakbij het wc-blok aan de waslijn en ik ben er zo één die denkt dat iedereen dat wil jatten als wij liggen te slapen. Alsof er überhaupt iets te jatten valt aan kleren van een wereldreiziger die volledig verwassen zijn na 7 maanden reizen, maar toch. Je-weet-maar-nooit. De was hing er uiteraard nog en na ons wc bezoek vouwden we onszelf weer in de camper om de rest van de nacht af te slapen.

Om 7 uur gaat de wekker. Die hebben we namelijk vrijwillig gezet. Echt. Want ik wil niet meer 12 uur slapen en met hoofdpijn wakker worden van teveel slaap en vervolgens pas om half 11 wegrijden, dat vind ik zonde van de dag. OMG ik wordt een echte kampeerder, aaaaah! Hm. We gaan eerst maar weer eens een douche nemen. We willen heus wel respecteren dat we niet teveel water moeten gebruiken maar om eerlijk te zijn: dan moeten ze maar geen regendouches ophangen. Die zijn niet te weerstaan. Terwijl ik terughuppel van de douche naar de camper staat mijn kopje koffie al klaar en is mijn bakje yoghurt met müesli al in de maak. De was hangt te drogen in de zon en in de verte hoor ik de zee ruisen. Wat was er ook alweer zo verschrikkelijk aan kamperen?

**9 uur later, Fitzgerald National Park**

Tegen tienen vertrokken we richting Albany, voor de komende 500 kilometer is dit de laatste grote stad. Toen we daar tegen het middaguur aankwamen hebben we een vrij onefficiënte internet-boodschappen-geheugenkaartjes voor fototoestel kopen-benzine+plas-check gedaan. We reden namelijk pas 3 uur later uit Albany weg. Gedoe om ergens WIFI te krijgen, waardoor we uiteindelijk maar op een gewone computer de mail hebben gecheckt. En geheugenkaartjes kopen voor het fototoestel valt ook niet mee als alle fotowinkels dicht zijn. Maar; alles gelukt en tegen 3 uur gingen we weer op pad. We gaan op weg naar Esperance, wat 477 kilometer van Albany af ligt. Dat kunnen we niet in één middag doen, gezien het feit dat je eigenlijk vóór de schemer moet stoppen met rijden. Tijdens de schemer komt er veel wild op de weg (voornamelijk kangaroes) en als je die aanrijdt, rij je niet alleen de kangaroe te pletter, maar waarschijnlijk ook jezelf. We besluiten daarom koers te zetten naar Fitzgerald National Park, ongeveer 230 kilometer verderop, halverwege de weg naar Esperance.

Zodra we Albany uitrijden komen we al gauw op een lege weg terecht. Af en toe komt er een tegenligger tegemoet, maar dat zijn er niet zoveel. De weg is nagenoeg leeg. Aan de rand van de weg zien we rode aarde, daarnaast voor Australische begrippen vrij veel groen en daarboven een knalblauwe lucht. Het is prachtig, maar bij dit soort wegen moet je goed oppassen dat je niet in de verte gaat staren en op de automatische piloot gaat rijden, Er is altijd kans dat er wild op de weg springt dus je moet wel echt alert blijven. Na een tijdje zet Edwin de auto aan de kant en vraagt mij het volgende stuk te rijden. Ik ben verrast en kom prompt niet eens over het heuveltje van de parkeerplaats heen, hahaha. Gelukkig herstel ik mezelf snel en rij de volgende kilometers prima af. Het aantal dode kangaroes op de weg neemt toe. Ook zien we een dode dingo op de weg liggen, of althans dat denk ik, want het lijkt op een dingo maar ik weet niet of die hier voorkomen. Het kan ook een vos geweest zijn. Na een tijdje neemt Edwin het weer over. Net voor Bremen Bay slaan we af naar Fitzgerald National Park. Deze weg is onverhard en we doen er een uur en een kwartier over om bij de bushcamping aan te komen. De zon zakt langzaam als we op de onverharde weg rijden; het licht is prachtig maar we zijn eigenlijk al vrij laat. Ineens zien we op ca. 50 meter afstand een kangaroe over de weg springen. ‘poink, poink, poink’ zegt Ed :). Het is een prachtig gezicht maar het is ook een teken dat we alert moeten zijn. Als we aan het eind van de onverharde weg zijn, verschijnt er een prachtige baai voor ons. Het water is blauw, het strand spierwit. De camping ligt net achter het strand. Het is best druk, bijna alle plaatsen, een stuk of tien, zijn bezet. Wij parkeren onze Hippiecamper bij nummer acht. Ik stap uit en schrik me het ongans: twee kangaroes staren me vanuit de bosjes aan. Eén van hen schrikt en hupst direct weg, poink poink poink.

We zijn nog maar net met ons aperitief bezig als het alweer donker wordt. De sterrenhemel verschijnt, we hebben een geweldig wijds uitzicht. Edwin telt alvast de satellieten; hopelijk zien we ook vanavond weer wat vallende sterren.

27 Maart 2011, Esperance

** De dag dat de dingen niet volgens het boekje gaan **

Vallende sterren zagen we niet, maar ik weet wel iemand die ze wel zag vallen. Onze buurvrouw op de bushcamping had gisterenavond duidelijk te diep in het glaasje gekeken toen ze ons om een uur of 11 wakker zong met ‘You make me feel like a natural woman’. Even voor de duidelijkheid; het was ons gisteren direct al duidelijk dat we naast de Tokkies stonden maar het was het laatst beschikbare plaatsje op de camping.

Enfin, vannacht weer een nachtelijk bushplasje gedaan onder het toeziend oog van een kangaroe; wie kan nou zeggen dat ze dat op zaterdagnacht gedaan hebben?! Vanmorgen op tijd opgestaan en na het ontbijt en een korte wandeling naar het strand op pad gegaan. Doel: de eerste 66 kilometer over onverharde weg terug naar de snelweg rijden. Om eerlijk te zijn hebben we nogal peuken gescheten dat eerste uur. De weg was niet overal even best en zoals gezegd mogen we dus helemaal niet op onverharde wegen rijden, daar hebben we voor getekend en daar zijn we niet voor verzekerd. Alhoewel alle locals zeggen dat de wegen die wij namen geschikt zijn voor 2WD, had de weg nog redelijk wat hobbels en schudde de auto als een gek. Ook slipten de wielen nogal weg dus Ed moest redelijk wat moeite doen om de auto op de weg te houden. Overigens zagen we wel nog een grote kangaroe de bosjes in hupsen, dat was dan wel weer aardig, maar dat woog niet op tegen de stress. Maar goed, eigen schuld dikke bult, hadden we die weg maar niet moeten nemen. Een eerste zucht van verlichting ging door de auto toen we bij de Great Southern Highway aankwamen. Les één van vanmorgen: geen illegale onverharde wegen nemen in Australië.

Maar nu. Staan we fijn op een verharde weg, maar wel met een vrijwel lege tank benzine. We tuffen met de laatste benzine naar de dichtstbijzijnde plaats, 20 kilometer verderop, en tanken. Omdat het hier nog redelijk bevolkt is hadden we nog geen extra benzine gekocht; we hadden er niet op gerekend dat ons uitstapje naar het National Park zoveel benzine zou kosten. Les 2 van deze zondagmorgen, die we hadden kunnen weten: in Australië niet op pad gaan zonder extra benzine.

Na het tanken gaan we op weg naar Esperance. Ik rij de eerste 100 kilometer, daarna neemt Edwin het weer over. Er zijn bijna geen tegenliggers meer, de bestuurders van de auto’s die we wel tegenkomen zwaaien bijna allemaal. Australian outback manners, erg gezellig. We zien van alles over de weg rennen. Een hele grote hagedis die Edwin maar net kan ontwijken en iets wolligs op vier poten waarvan we niet kunnen bedenken wat het geweest had kunnen zijn. Ongeveer 50 kilometer voor Esperance stoppen we even om wat te drinken. Ik pak een sappig appeltje en loop om de auto heen. Ik zie een dikke pier liggen –denk ik- en zeg tegen Edwin: ‘kijk, er ligt hier een hele dikke pier’. Vervolgens stap ik erover heen en ga ik mijn appeltje oppeuzelen. Tot mijn grote verbazing pakt Edwin vervolgens de camera en maakt er een foto van. Dus ik zeg, verbaasd: ‘maak je een foto van een pier? Waarom zou je dat nou willen doen?’ Edwin reageert niet maar loopt kalm om de auto heen en laat me de foto zien. De pier is een slang. Duidelijk. Het moet een jonkie zijn want ik dacht dus dat het een dikke pier was, maar het is duidelijk een slang. Edwin port z’n staart met een tak (héél erg not done in Australië omdat hier maar liefst tien soorten dodelijke slangen voorkomen) en ja hoor, de slang kruipt weg. In gestrekte toestand is ‘ie wel een centimeter of twintig. Les 3; een dikke pier in Australië is waarschijnlijk een slang.

Voordat we Esperance in rijden vliegt er nog een vogel tegen de voorruit; dood. Een beetje sneu, Edwin kan niet zo goed diertjes dood maken omdat ‘ie ze zo leuk vindt. Muggen zijn hierop de welbekende uitzondering maar een vogeltje doodrijden is niet heel prettig, het geeft ook een behoorlijke knal. Eenmaal in Esperance moeten we even wat campings af maar vinden we uiteindelijk wel een mooie plek. We nemen een ‘unpowered campsite’ een plekje zonder stroom dus, dat scheelt weer een paar centen. Eenmaal op ons plekje blijkt echter dat er gewoon een stopcontact naast staat. Nou…niemand gaat het merken als ik even mijn laptopje en telefoon oplaad….toch? Ik leen een beetje stroom en trek daarna de stekker er maar weer uit. Het moet niet veel gekker worden met ons. Vanavond maken we een heerlijke maaltijdsalade met rode ui, zongedroogde tomaatjes, fetakaas en olijven uit Margaret River en een heerlijke steak van de barbecue. Het leven op de camping is zo slecht nog niet.


  • 28 Maart 2011 - 06:53

    Rob:

    Ziet er allemaal leuk (en spannend) uit hoor....
    Ja !
    Ik ga maar weer eens aan het werk .
    :-)

    Prettige dag
    X Rob

  • 28 Maart 2011 - 08:21

    Henk (en Connie):

    Als ik jullie foto's zie, moet ik aan onze reis door Canada denken: ook van die prachtige natuur. Alleen is het bij jullie nog wat uitgestrekter en rustiger. Het is goed om te lezen dat jullie nog steeds volop genieten. Hou dat vol, zou ik zeggen!
    Nog bedankt voor jullie extra bericht over onze thuissituatie. Connies verjaardag, eergisteren, was echt koninklijk: een grote bloemenzee is het bij ons thuis.

    Ook van haar een dikke kus.
    Henk

  • 28 Maart 2011 - 08:23

    Wen:

    Wow...wat een avonturen weer! Gaaf hoor!!
    En wat betreft die twaalf uur slapen...dat doen kinderen ook die de hele dag alleen maar een beetje zitten te spelen en dat is blijkbaar enorm vermoeiend...Ik zeg: lekker van genieten, ik kan me de dag niet heugen dat ik 12 uur achtereen heb geslapen...heerlijk lijkt me dat:-)

    Liefs Wen

  • 28 Maart 2011 - 09:08

    Janine:

    Geweldig om jullie verhalen te lezen. Roept veel herinneringen op :-). Fantastisch verhaal van die dikke pier. Moest er enorm om lachen. Zo 'not done' om een slang met een stokkie te prikken, haha! Veel plezier nog!

  • 28 Maart 2011 - 09:15

    Rob B:

    Tingle tree...klinkt als een outback-wc, en zo zien ze eruit ook, alleen wel een beetje tochtig :o) happy travels under the milky way !

  • 28 Maart 2011 - 09:21

    Christianne:

    Wat een prachtige foto's weer!! Wat maken jullie weer veel mee!! Enne, af en toe lekker bijslapen van alle avonturen is toch ook lekker? Geniet er maar gewoon van hoor.

  • 28 Maart 2011 - 10:40

    Gerda:

    Zo we zijn weer terug , na 3 weken Portugal.
    Jullie hebben misschien gedacht dat we hadden afgehaakt, maar nee dus.
    We zijn naar het natuurpark; Natural da Serra de Sao Mamede geweest.
    Dit is een park tegen de Spaanse grens aan, halvewege Portugal.
    We hebben daar heerlijk gewandeld en gefietst.
    Maar nu moeten we dus heel wat inhalen, wat betreft julle verslagen.
    Ik begrijp dat het nog prima gaat , ook met kamperen.
    Groetjes van Jan en mij.

  • 28 Maart 2011 - 12:54

    Leo:

    Hallo luitjes,
    Tingle tree's zijn Eucalypyusbomen. Ze kunnen wel 70 á 80 meter hoog worden en honderden jaren oud. By the way; Koala's zitten niet in alle Eucalyptusbomen, ze zijn nogal kieskeurig qua soort. We blijven meegenieten met de Kangaroes, poink poink.

    Groetjes Jet en Leo.

  • 29 Maart 2011 - 20:09

    Jo&Bas:

    Haha, arme dikke pier. Dat zweten op een onverharde weg kennen we uit Canada waar we met de huurauto in the middle of nowhere terecht kwamen op een weg waar 10 cm dik gravel lag. Aaargh. Wat een opluchting als je dan de verharde weg weer oprijdt he? Mooie fotoos en verhalen weer guys.

    xxJ,B,E

  • 13 April 2011 - 20:07

    Wilja:

    Hahaha, even een beetje stroom lenen. Komt ons ook bekend voor. Voornamelijk op een camping in Griekenland.. 't Is weer wat anders, bivakkeren in een campertje ipv om de zoveel dagen onderhandelen voor een bed.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Esperance

Edwin en Lisette

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 353
Totaal aantal bezoekers 323027

Voorgaande reizen:

23 Augustus 2010 - 28 Augustus 2011

Wereldreis!

Landen bezocht: