Kamperen voor medium-gevorderden met Ed en Liset
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette
02 April 2011 | Australië, Tom Price
‘G’day love, pump 3A?
That will be 34,12 please.
Do you have ten cents with that love?
Thank you ever so much.
Now, have a good day, drive safe and take care out there.’
De vriendelijke pompbediende in het plaatsje Norseman, ongeveer 200 kilometer ten noorden van Esperance, is waarschijnlijk het enige wat wij ons zullen herrineren van dit gehucht. Alhoewel, met 1600 inwoners is het nog best een grote plaats voor de Australische outback.
Gisteren hebben we de dag doorgebracht in- en om Esperance. Deze plaats staat bekend om ‘de mooiste stranden van West Australië’ en OMG; ze hebben gelijk. We reden de ‘Great Ocean Drive’, een route langs de kust van ongeveer 35 kilometer maar kwamen na een kilometer of 12 al niet verder omdat we een geweldig strand vonden om te zwemmen. Het water was aan de kust doorzichtig, toen turkoise, toen blauw en toen donkerblauw. Overigens was het water wel heel koud, maar toen we er eenmaal doorheen waren was het prima. Er waren superhoge golven en Edwin was niet uit het water te krijgen. Een topdag dus.
Vanmorgen na het ontbijt vertrokken voor onze eerste echte rit de outback in. Vanuit Esperance rijden we recht naar het noorden, naar onze eerste stop in Norseman. Omdat onze benzinetank maar ca. 38 liter benzine kan hebben, we met moeite 1 op 10 rijden en er in Australië soms een paar honderd kilometer geen tankstation te vinden is, tanken we ‘m bij elke noemenswaardige stop vol. Het is duidelijk dat we tussen twee relatief grote steden rijden want het is nog ‘druk’ te noemen op de weg. Dat wil zeggen dat we vrij regelmatig een tegenligger zien en dat dat vaak roadtrains zijn. Roadtrains zijn kenmerkend voor Australië, het zijn in feite gewoon héle grote vrachtwagens. Ze kunnen tot wel tien opleggers hebben, maar de grootste die wij tot nu toe hebben gezien heeft maximaal vier opleggers. Toch voelen we al een behoorlijke windwerking tussen Dolmus (we hebben onze camper Dolmus gedoopt) en een langskomende roadtrain.
Het landschap wordt langzaam maar zeker droger. We zien grote, opgedroogde zoutmeren en we zien meer en meer lege stukken land. We rijden het laatste gedeelte van de weg naar het goudmijn stadje Kalgoorlie-Boulder over de ‘Goldfields Highway’. Al rond twee uur komen we aan in Kalgoorlie-Boulder, een heel ruim opgezette plaats met brede wegen. Deze plaats is ooit opgezet toen de eerste goudklompen nog gewoon op straat lagen. Ze noemen zich nog steeds de ‘Golden City’ en hebben hun welvaart te danken aan het goud wat tot op de dag van vandaag gewonnen wordt uit de vele mijnen in de omgeving. Onderweg naar de plaats toe zien we veel onverharde wegen die naar diverse mijnen leiden. Het plaatsje ziet er een beetje uit als het Wilde Westen; het straatbeeld ziet eruit als een filmdecor. Pubs en motels zien eruit alsof ze uit een western gehaald zijn. De camping waarop we vanavond staan is helaas ronduit saai te noemen. Omdat er een groot watertekort is in dit gebied en er maar weinig groeit is het een kale bedoeling. Nou ja, morgen rijden we verder de outback in en zal het waarschijnlijk alleen maar kaler worden…;-)
30 Maart 2011, onderweg naar Leonora
Het voornaamste wat er te zien en te doen is in dit gedeelte van de outback is terug gaan in de tijd en je verbeelden hoe het er in de hoogtijdagen van de goudwinning aan toe ging. Wij hebben daar niet zoveel zin in, maar het lijkt ons wel leuk om de ‘Super Pit’ te gaan bekijken; de grootste mijnafgraving waar op dit moment nog goud gewonnen wordt. De afgraving is maar liefst 500 meter diep en bijna vier kilometer lang. Als wij van boven naar beneden kijken de afgraving in, wordt pas duidelijk hoe ontiegelijk groot het is. Er rijden gigantische wagens in die grondstoffen vervoeren (van die wagens die je ziet bij ‘Mega Structures’ op Discovery Channel waarvan één wiel dan al groter is dan wijzelf) en er is allerhande activiteit. Gelukkig is de geplande explosieven ontploffing pas om 1 uur, zodat wij er gewoon op ons gemak kunnen rondkijken.
Omdat we vandaag nog verder de outback in gaan en dit soort omstandigheden een gedegen voorbereiding vereisen besteden we hier de rest van de ochtend aan. We internetten, tanken en pinnen nog een keer. Ook doen wij zeer noodzakelijke boodschappen voor onze dagen in de outback, het lijkt ons wijs zelfvoorzienend te zijn tijdens deze dagen.
Zo nemen wij onder andere mee;
- ca. 20 liter drinkwater
- ca. 18 liter afwaswater (hé, da’s ook belangrijk en worst case scenario kunnen we het nog drinken ook)
- 5 zakjes instantnoedels
- 1 zak sla (mijn idee)
- 1 zak wortelen (de enige betaalbare groenten in dit land)
- ham voor op brood (we hebben nog kaas)
- 1 pot pindakaas (we hebben nog jam)
- 1 brood
- 1 pak crackers
- 6 pakken melk (voor Edwin natuurlijk)
- 16 worsten voor op de barbecue (drie keer raden wie dat erdoorheen heeft gedrukt)
- 1 zak Emergency-Atomic-Tomato chips
Ook rijdt Edwin voor het eerst van zijn leven door een ‘Drive Through Bottle Shop’ wat precies is wat jullie denken dat het is en haalt daar ter aanvulling nog;
- 12 flesjes Strongbow cider (Stanley is nog ruimschoots aanwezig).
Wat we niet meenemen?
- een jerrycan met noodbenzine (alleen die freaking jerrycan is al 55 dollar! Op hoop van zegen dus maar. Hm….er knaagt iets in mijn achterhoofd…iets over les 2…….niet zonder extra benzine op pad in Australië….hm…wat was het ook alweer?)
Je ziet, we zijn supergoed voorbereid en we gaan op weg. We rijden noordelijker de outback in en de eerste plaats die wij na ca. 100 kilometer tegenkomen is Menzies. Nou, er zijn geen menzies te zien in Menzies. Er is een town hall, een benzinestation, een huisje, en, verbazingwekkend genoeg, een camping en een information office. Je kan zeggen wat je wil van de outback maar die Australiërs laten hun gasten zeker niet aan hun lot over. De mevrouw van het information office overlaadt ons met boekjes van wat we allemaal kunnen gaan zien in Menzies en omgeving maar wij laten dit outbackgat na de lunch maar gauw voor wat het is en rijden verder noordelijk naar Leonora.
Hier komen we rond een uur of twee aan. Eerst rijden we naar het ernaastgelegen Gwalia, een verlaten goudmijnstadje. En verlaten is het. We zien wat huisjes gemaakt van golfplaten die bijna in elkaar storten en een oeroud Wild Western Hotel wat allang niet meer dienstdoet als hotel. Hierna rijden we terug naar Leonora. Ik ben vergeten yoghurt te kopen vanmorgen en wil alsnog een bak kopen. Echter, een liter yoghurt kost hier 4,50 euro en dat gaat me toch echt te ver. Die 3 euro in Perth was al op het randje, maar dit gaan we er echt niet aan uitgeven. Die 4,50 euro investeren we liever in een vliegennet voor op ons hoofd. Sinds enkele dagen worden we geteisterd door vliegen en het worden er naarmate we verder de outback in gaan alleen maar meer. Dit zijn geen gewone vliegen, deze vliegen gaan op je gezicht zitten, op je mond, in je ogen, in je oren; ze zijn heel hardnekkig en je wordt er echt gillend gek van zonder vliegennet. Wij zien het vliegennet dan ook puur als een investering in onze geestelijke gezondheid.
We zetten ‘m meteen maar op ons hoofd en rijden naar de camping van Leonora. Als we aankomen ziet het er verlaten uit maar we worden al gauw vriendelijk begroet door de eigenares. Ook worden we aangesproken door een gepensioneerd Engels echtpaar die ons schijnbaar in Kalgoorlie al hadden gezien gisteren, we vallen natuurlijk wel op met onze Hippiecamper. We parkeren de auto en besluiten eerst maar eens een duik te nemen in het zwembad wat bij het vlakbij gelegen Leonora Lodge hoort. Het Engelse echtpaar is daar ook en we raken aan de praat. Zij zijn geëmigreerd naar Perth en hebben ook veel gereisd. Het blijft heerlijk om te luisteren naar de verhalen van mensen met veel levens- en reiservaring. Na het zwemmen gaan we terug naar de camping, douchen en gaan aan de aperitief met de Engelsen. De Emergency-Atomic-Tomato gaan eraan, en dat al op dag één. We eten gezamenlijk en gaan op tijd Dolmus weer in; morgen weer een flinke rijdag voor de boeg.
31 Maart 2011, onderweg naar Meekatharra
En een flinke rijdag werd het zeker! We hebben vandaag maar liefst 633 kilometer gereden. Rond negen uur namen we afscheid van het Engelse echtpaar en na een tank- en internetstop vertrokken we naar onze eerste stop van vandaag: Leinster. Tja, wat kunnen we eens over Leinster zeggen. Het is drie keer niks, laten we het daar maar op houden. Het staat ook niet in de Lonely Planet dus ik weet niet eens hoeveel inwoners het heeft. We aten een appeltje, ín de auto want die fr**king vliegen gaan echt overal op zitten en reden verder in westelijke richting. Eerstvolgende stop: Sandstone, ongeveer 146 kilometer van Leinster. Net voor Sandstone zien we voor de eerste keer een bord dat het komende stuk snelweg ook gebruikt wordt als landingsbaan voor de Flying Doctors. Meer dan een paar strepen op de snelweg zijn het niet, maar het is een gek idee dat er op elk moment een vliegtuig op de snelweg zou kunnen landen. We komen aan in Sandstone. Helaas ook geen inwoneraantal bekend maar we hebben ongeveer 6 mensen gezien tijdens ons bezoek. In de ‘hoofdstraat’ van Sandstone zagen we een onbemande benzinepomp en een grocerystore/postkantoor. We stopten bij het tankstation en er kwam al gauw een dame vanaf de grocerystore onze kant op lopen. De benzine is hier ca. 20 cent per liter duurder dan in andere outbackplaatsjes en ca. 35 cent per liter duurder dan in Perth maar omdat we geen reservebenzine bij ons hebben, tanken we de tank bij elke mogelijkheid vol en informeren direct naar het eerstvolgende benzinestation.
Na het tanken gingen we even lunchen. Met ons vliegennetje op en à la ik-heb-een-niqab-aan doen we het klepje omhoog om een hapje te nemen. Geloof me, het is beter dan vliegen in je oren, neus, ogen, mond en op je broodje ham. We namen afscheid van Sandstone en vervolgden onze weg westelijk naar Mt. Magnet. Ha! Dat staat in de LP. Aantal inwoners: 1180. We zagen er geen. In eerste instantie hadden we in gedachten om hier te verblijven maar het is pas drie uur als we aankomen. Het caravan park ziet er niet erg uh…levendig uit en de vliegen gaan pas weg als de zon onder gaat. Er is dus niet veel meer te doen dan op een stoel zitten met je vliegennet op en wachten tot de zon ondergaat. We besluiten een ijsje te halen en verder te rijden in noordelijke richting naar Cue. Ondertussen kijken we om ons heen of we een plekje vinden om in het wild te kamperen. Volgens de dame van het Information Office in Kalgoorlie-Boulder kan je gewoon even van de weg afrijden en de auto tussen de bosjes zetten, als je maar uit het zicht bent. De bosjes zijn echter maar 20 centimeter hoog en iets zegt ons dat onze Hippiecamper dan misschien toch wel een beetje opvalt. Enfin. Pink wint het van Madonna en we zingen ons lustig een weg naar Cue. Cue heeft 350 inwoners. Maar liefst. We tanken, knipperen met onze ogen en zijn Cue zo weer uit.
Dan maar door naar Meekatharra. Het is vier uur en nog 110 kilometer rijden maar we denken dat we het voor de schemer wel moeten halen. Ik heb Ed af en toe afgewisseld met rijden en hij voelt zich nog helemaal fit om het laatste stuk te rijden. Hij vraagt om een gezellige, energieke cd die we vandaag nog niet hebben gehoord. Het wordt de cd van Linkin’ Park. Het is een live cd en de meneer op de cd vraagt of iedereen meezingt maar we horen alleen maar geschreeuw. Edwin vermaakt zich kostelijk en al headbangend rijden we verder richting Meekatharra. Wat er bijzonder gezellig uit moet zien voor alle roadtrain chauffeurs die we al zwaaiend passeren.
01 April 2011, net vertrokken uit Meekatharra (gelukkig)
Vliegenterror: een ontspannen morgen in de outback van Australië.
Door: Lisette
Met in de hoofdrol: Edwin en Lisette
Special guest appearances: ca. 6359 vliegen
Wakker worden in de outback is in eerste instantie heel ontspannen. Het is stil buiten. Je doet een oog open, sluit ‘m gauw weer en draait je nog eens om. Je dut wat in en wordt weer wakker. Je krijgt de behoefte te kijken hoe laat het is. 05.52 uur. Hm. Nog maar eens omdraaien dan. Na nog eens een uurtje te hebben geslapen wordt je langzaam maar zeker echt wakker. Je moet naar de wc, tijd om er uit te gaan dus. Met enige tegenzin trek je je kleren aan in de krappe ruimte van de camper. Je doet het gordijn en de zijdeur van de camper open. Zonlicht en blauwe lucht overladen je, je knippert met je ogen, je lacht en denkt: ‘Wow! Alweer zo’n mooie dag in de outback van Australië!’
Maar dan. Realisation hits home. Want in je slaap was je even vergeten dat met zonsopkomst de vliegenterror begint. Je springt uit de auto en de eerste vliegen porren zich in je oren. Ach, het zijn er maar een paar. Je bent nog optimistisch, enigszins slaapvermoeid en loopt naar de wc. Langzaam maar zeker komen de andere vliegenvriendjes ook. Ze zoemen langs je hoofd, kruipen in je neus. Je versnelt je pas wat en geniet van het kleine moment rust op de vliegvrije-wc. Maar je moet ook weer terug. Je doet de wc deur voorzichtig open maar het helpt niet; je wordt direct overladen door vliegen. Ze weten dat je wakker bent en dat je toch een keer terug moet naar de camper. Dag ontspannen ochtend. Spastisch zwaaiend en in versnelde pas loop je terug naar de auto, probeert de voordeur te openen en roept: ‘WAAR IS MIJN VLIEGENNET? WAAROM IS MIJN DEUR OP SLOT? G*&^$#$%D^VRRRRRDMMMMMME….K*TBEESTEN, OPZOUTEN!! Je zwaait om je heen, probeert de vliegen van je lippen te blazen. Je opent de deur, ziet je vliegennet, en trekt ‘m zo nel mogelijk over je hoofd. Je haalt opgelucht adem. Heel even rust.
Gewoon net doen alsof ze er niet zijn. Je zet de waterkoker aan; tijd voor een kopje koffie. De vliegen krioelen op je vliegennet en op de rest van je lichaam. Het kriebelt enorm dus trek je, ondanks dat het al 30 graden is, je lange broek en trui maar aan. Net op het moment dat je je kopje koffie inschenkt komt Edwin aanlopen, agressief zwaaiend en scheldend: T*R*NG beesten, OPZOUTEN, krijg de T*F*S! Je voorspelt een gezellig ontbijt.
Optimistisch dek je de tafel. Je zweet wat in je winteroutfit met 30 graden, zet het brood op tafel met een theedoek eroverheen en vist al het broodbeleg uit de koelkast. Je probeert een broodje te smeren, vooralsnog alleen met boter. Na een tijdje is het je gelukt je boterham vliegenvij te smeren, maar dan. Eén hand houdt het mes vast, het andere moet de boter dichtdoen en de hand met het mes moet de vliegen wegwapperen. Er gaat een vlieg op je boterham zitten. Edwin probeert hem eraf te wapperen met zijn vrije hand maar in plaats daarvan wipt de boterham op de grond. Met de boterkant onder. De vliegen vinden het niet erg, die blijven gewoon op de tafel, het brood en je vliegennet zitten. Ineens klinkt het gebrom wel heel dichtbij…G%^SAMME, K*TBEEST, UIT.MIJN.OOR! Je springt op, trekt je net van je hoofd en zwaait er alle kanten mee op. Je gezicht wordt overladen door de andere 6358 vliegen en je weet niet hoe snel je je net weer over je hoofd moet trekken.
Samenwerken zullen we. Ok. Boterham op bord. Ik open het pakje boter. Edwin pakt boter. Smeren, smeren, smeren. Ik open het vleeswaar. Pleur een plak op de boterham. Opvouwen die handel. Onder je net. Eten. Eten. Eten. Nog een keer. Smeer die boterham. SMEREN. Boter dicht. Worst er op. Onder je net. Eten, k*t, weer zo’n beest in je net. Eten, eten , eten.
Als een bezetene ruim je het ontbijtspul op. Tandenpoetsen, deur dicht…rijden! Alweer zo’n ontspannen morgen in de outback van Australië.
Na het internet gecheckt te hebben rijden we onze eerste 254 kilometer van de dag naar Kumarina Roadhouse, wat ook daadwerkelijk alleen maar een roadhouse is. We tanken, ondanks dat de benzine hier ruim 47 cent per liter duurder is dan in Perth, want de volgende 158 kilometer is er geen tankstation. Door de aanwezige vliegenterror lunchen we in de camper. Omdat we toch even moesten uitstappen om achter in de camper te komen moeten we de deur open doen waardoor er direct 200 vliegen naar binnen vliegen. We zien geen andere optie dan om een rondje te rijden met alle ramen open zodat ze eruit waaien en wij net voor stilstand alle ramen weer dichtdoen. Dat helpt; nu zitten er nog maar 20 vliegen. We mollen er een paar en lunchen dan. Hierna ga ik naar de wc. Ik zie in de pot wel wat ondefinieerbare zaken maar denk: ‘niet nadenken, plassen’. Dat doe ik. Ik trek door en diverse kikkers draaien rond in de stroom van het water. Eén probeert er uit te klimmen, maar dat lukt niet. Een flashback met Zuid-Afrika is een feit.
De volgende 158 kilometer naar Newman zien we het landschap langzaam maar zeker veranderen. Van droog en dor wordt het steeds een beetje groener. Het is ook bewolkt, dat is de eerste keer sinds we in Australië zijn. Wij denken dat het komt omdat we richting het noorden rijden, waar het regenseizoen is. We zien iets van vier dode koeien langs de weg. Ook zien we een paar levende. Omdat we de rest van de dag vrijwel niks zien is dat echt een verzetje. Ook zien we roofvogels langs de weg, steekt er een grote hagedis over en staan er koeien op de weg. Zo zie je nog eens wat.
Net voor Newman passeren wij de Steenbokskeerkring. Omdat ik rij ben ik helemaal in mijn nopjes maar dat slaat natuurlijk verder nergens op. Trouwens, we moeten er straks weer over terug als we terugrijden naar Perth. In Newman hebben ze een echte Woolworths, dat wil zeggen; een echte, normale supermarkt met (voor Australië) normale prijzen. We gaan los en kopen lekkere yoghurt, sla, avocado’s en andere zaken die we nog nodig hadden. Als we Newman uitrijden hebben we dan nog de highlight van de dag op de weg voor ons: een enorme zwarte slang. Als we aan komen rijden heeft hij zijn kop al opgericht om aan te vallen. Edwin rijdt vakkundig over hem heen en hij glibbert de bosje in. Onze derde levende slang in twee weken! Ik weet niet of ik dat leuk of eng vind, misschien wel allebei.
De afgelopen vier dagen zijn we vanaf de zuidkust van Australië ca. 1655 kilometer naar het noorden gereden. We zijn nu ongeveer halverwege de zuid- en de noordkust, in het midden van het continent. Bij Newman rijden we verder in Westelijke richting, naar de kust. Het zal nog wel even duren voor we daar zijn, maar we rijden in ieder geval weer in de richting van civilisatie. We kamperen ruim 100 kilometer boven Newman vanavond. De Australische overheid heeft langs de weg hier en daar gratis rust- en kampeerplekken gemaakt. Omdat de afstanden in Australië heel groot zijn en vermoeidheid een grote oorzaak van ongelukken is, willen ze reizigers hiermee een rustplek aanbieden. Dat is gratis, het heeft zelfs een schoon toilet. Degene waar wij vanavond staan is de eerste die wij tegenkomen. Het ligt in een prachtig groen, heuvelachtig landschap, een stuk van de snelweg af. In de verte zien we af en toe een roadtrain passeren. Eigenlijk is deze plek veel mooier dan de campings van de afgelopen nachten. Terwijl de zon ondergaat en we met ons vliegennetje op aan de aperitief beginnen, spreekt Edwin de volgende rake woorden: ‘Het is tijd op te slapen vliegjes, of dood door pletting zal volgen.’
-
02 April 2011 - 05:57
Wen:
Ik zie helemaal geen vliegen op de foto's...ik denk dat jullie je toch wel wat aanstellen hoor;-)
hahaha, wat een terror idd...en dat noemen ze vakantievieren:-) Succes ermee! Hopelijk is het over een aantal kilometers eindelijk voorbij...
Fijn dat jullie zo genieten!
Liefs en een dikke knuffel van een klein bijdehand meisje dat sinds een paar dagen OVERAL!!! Nee op zegt:-)
xxx -
02 April 2011 - 06:20
Jo&Bas:
Oh aargh die vliegen! Wij worden bij ons op het werk (wat naast een afvalverwerkingsbedrijf ligt ...) al gek als er 4 vliegen op de afdeling zitten. Dood door pletting is dan de enige uitkomst :-) En 55 dollar voor een jerrycan? That's pretty steep! Zou eigenlijk standaard bij uitrusting van hippiebus moeten horen. Toch? Blijf genieten en pletten!
xJ,B,E -
03 April 2011 - 12:33
Thaise:
Ahhh vliegen... brings back memories..
Jordanie oktober 2011 naast de dode zee....
Bijna echtscheiding (of althans het bijna afzien van een huwelijk :) )
iiieeeeeuuuuwwww is het enige wat mij rest te zeggen ( en dat ik nu eventjes niet zo jaloers ben, ik mag lekker naar mijn vliegvrije werk :D )
Dikke zoen... -
04 April 2011 - 20:33
Marga:
Bedankt weer voor alle mooie foto's en het geweldige reisverslag.
XXX Marga
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley