Don Khon Island en Pakse
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette
09 December 2010 | Laos, Vientiane
Elke keer als je net denkt dat je nu alles wel gezien hebt in Cambodja en er echt, echt, echt niemand meer bij kan in de overvolle minibus, blijkt dat er absoluut nog mensen bij kunnen. Toen wij vanmorgen werden opgehaald zat de bus al vol. De chauffeur pakte onze tassen, gooide die van Ed op de reeds aanwezige backpacks en wilde mijn tas aan de achterkant aan de andere backpacks vastmaken met wat touw. De achterklep was open en het kwam er dus op neer dat mijn tas met wat touwtjes vastgebonden geen enkele zekerheid zou hebben in het volgende dorp aan te komen. Ik bekeek het eens van een afstandje, een beetje wantrouwend en vroeg of dit allemaal wel goed zou komen. Yes, off course komt het goed. Ik bleef er zo nog eens een poosje naar kijken terwijl de chauffeur de touwen weer eens wat anders vastmaakte. Na een minuut of 5 gaf hij het op, knoopte mijn tas los en gooide ‘m op schoot bij de twee meisjes op de voorstoel. Och arme meiden, och hoera voor mijn tas!
We gingen rijden en het busje zat dus vol. Vollig. Soort van vol. Alle andere toeristen moesten al enorm lachen hoe wij er bij gepropt werden en ik maakte nog een grapje door te zeggen: ‘wacht maar, er moet straks nog vijf man bij’. Binnen no-time stopten we en moest er een meneer instappen. Vol verwachting klopt ons hart: waar zou deze man zichzelf gaan plaatsen? Zijn tas ging bij de meiden voorin op schoot. De meneer in kwestie ging onder de chauffeur. Ja, dat lezen jullie goed. Eerst stapte de meneer in, en toen ging de chauffeur er een soort van op, of misschien een beetje naast, zitten. De chauffeur zat zeker niet recht voor het stuur maar kon nog rijden, een sinaasappel schillen en -eten, bellen en de karaoke regelen die op het tv-tje op de plek van de achteruitkijk spiegel speelde.
De bus zat nu ‘echt’ vol, maar uiteraard kon er nog wel iemand bij. Om ervoor te zorgen dat er geen Cambodjaan bij ons op schoot zou gaan zitten hebben Edwin en ik maar een stoel gedeeld. Een pijnlijke aangelegenheid want de stoelen zijn niet gemaakt voor westerlingen en al helemaal niet voor twee westerlingen! Gelukkig hoefden we maar anderhalf uur en mochten we toen overstappen in een grote bus. Deze bracht ons naar de Laotiaanse grens. Dit was absoluut de makkelijkste grensovergang ooit. We vulden de immigratieformulieren in, gaven alles inclusief paspoort en foto aan de knul in de bus en we liepen zelf met onze tas de grens over om in Laos in een restaurant op onze paspoorten te wachten. Volgens mij is dit de eerste keer geweest dat we (buiten Europa) een grens over zijn gestoken zonder een official in de ogen te hebben gekeken.
Nadat we de paspoorten terug hadden gekregen met een pracht van een pagina-groot-visum stapten we in de derde bus van de dag. Deze bracht ons naar een kade aan de Mekong waar we in een klein, laag, houten bootje stapten die ons naar het eiland Don Khon voer. Het gebied waar wij op dit moment zijn ligt in het uiterste zuiden van Laos en wordt ‘Four Thousand Islands’ genoemd, wat slaat op een paar honderd eilanden die in de Mekong liggen. Wij zijn op Don Khon, van de grotere eilanden een van de minst toeristische, al vinden we het toch nog wel vrij toeristisch. Het wordt een backpacker walhalla genoemd vanwege de relaxte sfeer, het feit dat het heel goedkoop is en de vele hutjes met hangmatten die je overal ziet. Relaxed is het zeker, maar helaas niet meer zo goedkoop. De laatste Lonely Planet van Laos zegt dat een bungalow tussen de 1 en 6 dollar zou moeten kosten; dat is in de afgelopen jaren vele malen over de kop gegaan. Voor een simpele hut betaal je nu 8 dollar en wij betalen 20 dollar voor een oké kamer. Echt goede alternatieven zijn er niet, er is meer vraag dan aanbod, dus we doen het er maar mee. (Ik weet, het is maar 20 dollar per nacht, maar dat is voor ons vrij shockerend na die 7 tot 10 dollar in Cambodja!)
Nu ga ik even douchen. We hebben vandaag een Australisch en een Zwitsers stel leren kennen in onze minibus waar we zo even een hapje mee gaan eten.
07 December 2010, Don Khon Island
We werden gisteren wakker getimmerd door een meneer die om 7 uur iets wilde gaan timmeren. Men gaat hier ultravroeg naar bed, na negenen is het uitgestorven, en staat om 5 uur weer fief naast z’n bed. We zaten dus redelijk op tijd aan het ontbijt, in een restaurantje aan de Mekong. We kijken nieuwsgierig naar onze in-de-mekong-badende-buurvrouw en vragen ons af of het echt gezond is. De Mekong is zo vervuild, dat ik er nog geen voet in zou willen zetten. En als ze dan ook haar tanden nog gaat poetsen, kan ik echt alleen nog maar vies kijken.
Na het ontbijt huren we een fiets bij ons guesthouse. Ik mag op een knalroze Turbo, Ed op een rode. Allereerst rijden we naar een waterval. Geen idee wat we konden verwachten en het bleek eigenlijk nog wel een echt grote waterval ook. De wegen op het eiland bestaan voornamelijk uit zand en we ploeteren ons een weg terug naar onze accommodatie. Daar aangekomen zijn we zo bezweet dat we de airco aanzetten en er een half uur onder gaan liggen. Hierna gaan we eerst maar even lunchen en raken we weer aan de praat met een Nederlands echtpaar die van China naar Kuala Lumpur fietsen. We hadden ze de dag ervoor al ontmoet en onze Cambodja Lonely Planet gegeven. Ze vertelden over een paar mooie ritten die je per scooter kan maken we kregen de kopiën van hun wegenkaarten van Laos. Superhandig want de kaartjes in de Lonely Planet zijn lang niet accuraat genoeg.
Na de lunch zijn we richting het zuiden van het eiland gaan fietsen, om de met-uitsterven-bedreigde-Irrawaddy-dolfijn te gaan bekijken. Eerst fietsen we een stuk door rijstvelden en daarna volgden we de Mekong weer. We passeerden kleine, landelijke dorpjes en kregen een redelijk beeld van hoe men hier op het platteland leeft. We kwamen veel kindjes tegen die om geld vroegen. We hadden geen kaart van het eiland en we fietsen over een slecht pad wat later het ‘rocky unshaded path’ bleek te zijn. Ik heb heel veel gemopperd op het ‘rocky unshaded path’. Mijn roze Turbo was duidelijk niet gemaakt voor deze off road rit en het was zooo heet. Ik mopperde dat geen dolfijn zo’n rit waard is en waar we in hemelsnaam aan waren begonnen. Engelengeduld Edwin vroeg of ik terug wilde maar no way dat ik dezelfde weg terug zou gaan. Mopper de mopper.
Enfin, na een kilometer of vijf, zes kwamen we dan toch aan bij de dolfijnenboten. We charterden een bootje voor 60.000 Kip. Dat is de munteenheid van Laos, gelukkig geen 60.000 echte kippen :) Dat is ongeveer 8 dollar waard. We hadden net onze 60.000 Kip betaald toen de meneer zei dat als we de dolfijnen echt goed wilden zien, we nog 2 dollar extra moesten betalen. ? Ik mopperde dat ‘ie dat voortaan meteen moest zeggen.
We gingen er dus maar mee akkoord, stapten in ons bootje zonder afdakje en toen ging het regenen. Toen kon het echt niet meer op, wat heb ik ongelooflijk gemopperd op dat bootje. We voeren naar Cambodja (de eilanden waar we nu zijn liggen op steenworp afstand van Cambodja) gingen aan land, betaalden de eerder genoemde #$&^*^ $2 en gingen weer op de boot. Godzijdank was het nu gestopt met regenen. We voeren naar het midden van de Mekong en zagen de eerste dolfijnen, eindelijk!
Dertig jaar geleden leefden er nog duizenden Irrawaddy dolfijnen in de Mekong, vandaag de dag zijn het er nog ongeveer 100. Ze kunnen 2,75 meter lang worden en hebben een kleine vin op hun rug; het hoofd ziet er wel compleet anders uit dan van een gewone dolfijn. Ze lijken een beetje op bruinvis, met een groot, rond hoofd. Ze kunnen in zout- en zoetwater leven. De Laotianen en Cambodjanen denken dat de dolfijnen reïncarnaties van mensen zijn en daarom worden de dolfijnen niet gevangen. De Rode Khmer had hier geen boodschap aan en om te bewijzen dat het onzin was doodden ze heel veel dolfijnen voor olie voor hun wapens. Hierdoor is de populatie sterk gedaald. Men is zich heel bewust van de situatie van de dolfijnen maar veel dolfijnen komen onbedoeld nog steeds in visnetten vast te zitten. Omdat ze elke 2 à 3 minuten boven moeten komen om te ademen, zijn ze vaak al overleden voordat een visser het doorheeft.
Op dit stuk van de Mekong zitten er nog een aantal. We vermoeden dat het er 4 of 5 zijn die steeds om ons heen opduiken. In tegenstelling tot de dolfijnen die wij eerder gezien hebben, ademen deze dolfijnen heel diep en spuiten ze water omhoog terwijl ze ademen. Hierdoor hoor je de dolfijnen heel goed en zijn ze ook makkelijk te zien. Het is een prachtig gezicht hoe de beesten boven komen en gracieus weer onder water duiken.
Uiteraard moest ik tijdens het bootritje al toegeven dat het zeker de moeite waard was en we fietsten over de verharde weg weer richting onze accommodatie. Nog even een fruitsalade en bananenshake pitstop en even lekker relaxen in de hangmat.
Gisterenavond lang getafeld met Dave en Jasmine uit Australië, erg gezellig! Vannacht was een beetje onrustig; ik weet niet hoe vaak Edwin op de wc heeft gezeten. Nu is Edwin ziek. Hij heeft verhoging en hoofdpijn en voelt zich beroerd. We hebben ons ticket van vandaag om door te reizen naar Pakse gewijzigd naar morgen en blijven nog een nachtje hier. Er is echt geen nut om nu te gaan reizen en door de hitte te gaan sjouwen en dat Edwin dan in Pakse nog beroerder weer op bed moet gaat liggen. Daarnaast hebben we hier airco en is de kamer oke.
Sneutje Edwin ligt nu dus op bed, ik maak er maar een hangmat-aan-de-Mekong-dag van. Geen straf. Hopelijk voelt Ed zich gauw weer beter.
8 December 2010, Pakse
Gisterenavond raakten we aan de praat met Thijs en Anique waar we een hapje mee zijn gaan eten. Dat wil zeggen; wij hebben warm gegeten en Edwin heeft een broodje pindakaas gegeten. Gelukkig maar, want dat is een duidelijk teken van verbetering! Op tijd naar bed en vanmorgen was hij alweer helemaal het mannetje. Toevallig samen met Thijs en Anique ontbeten en daarna afscheid genomen. Om 11 uur vertrok ons bootje naar het vasteland. Na ruim een half uur varen kwamen we aan bij de rommelige kade en werd onze bagage op een busje geladen. We gingen in de bus zitten, reden 2 minuten en moesten toen overstappen op een grotere bus. Alle bagage weer van het dak de andere bus in, de logica was ver te zoeken. Uiteraard kwamen er even later nog een paar minibussen aan met andere reizigers en zat de grote bus binnen no-time weer afgeladen vol.
Het landschap waar we doorheen rijden doet een beetje Cambodjaans aan; erg groen met veel armoedige huizen. Wat opvalt is dat iedereen hier een schotel in de tuin heeft staan, dat hebben we in Cambodja niet gezien. Tegen 3 uur komen we in Pakse aan. We moeten drie hotelletjes af voor een redelijke kamer maar de derde is dan ook wel de moeite waard.
We hebben met Dave en Jasmine afgesproken om wat te gaan eten en lopen met z’n allen door het slaperige dorpje Pakse richting de Mekong. We settelen ons bij een ‘floating restaurant’ op de Mekong, de zon gaat bijna onder. We bestellen biertjes, veel te veel eten en genieten van een rustige middag. Heerlijk! Na het eten gaan we nog ergens een ijsje eten en een biertje drinken en daarna afscheid genomen van de Australiërs. Hopelijk zien we ze in Perth weer!
Morgen willen we een scootertje huren en een stuk het binnenland inrijden; benieuwd wat we allemaal tegen gaan komen!
9 December 2010, Pakse
Om half negen konden we dan eindelijk op weg op ons scootertje. We moesten even rondvragen waar we er een konden huren maar uiteindelijk lukte dat. Een beetje hortend en stotend in het begin; helaas hebben ze hier geen automatische scooters maar alleen scooters die je zelf moet schakelen. Edwin heeft het binnen no-time onder de knie en Bob en Annie kunnen op pad. We rijden het wat drukkere stadje Pakse uit en begeven ons al snel op een rustige, geasfalteerde weg. Na ongeveer anderhalf uur komen we aan bij de eerste waterval. Het zijn er eigenlijk twee, die 120 meter naar beneden vallen, prachtig om te zien. Het is nog te vroeg om te gaan lunchen, dus we rijden nog wat door. Onderweg passeren we heel veel kleine dorpjes, huizen van hout en rieten matten, allemaal met een enorme schotel in de tuin. Ook lopen er kippen, varkens en koeien op de weg. We zien heel erg veel scholen onderweg. Beide zijden van de weg zijn bezaaid met schoolkinderen die allemaal ‘sabaideeeeee!’roepen en zwaaien. Het gebied waar we in rijden, het Bolaven Plateau, staat bekend om de koffie productie en verschillende bergvolkeren die hier wonen. We zien veel koffieplanten en voor de huizen van de mensen liggen hele matten met koffie bonen te drogen. Onze tweede stop is een koffieplantage die eruit ziet als een oase. Na een paar uur stofhappen voel je je billen en benen al aardig en de koffieplantage komt als geroepen met een prachtige tuin, overheerlijke cafe latte en een echte Club Sandwich met echte ham. Hmmmmmm! Net als we klaar zijn met lunchen en de koffieplantage hebben bekeken komt er een busje met toeristen aan en wie zitten daar in…..de Australiërs! En net nadat we (wederom) afscheid van hen hebben genomen komen daar de Zwitsers aanlopen! Het is net een reünie. Kans is groot dat ze vanavond allemaal weer in Pakse zijn, dus wellicht zien we ze nog.
Na onze fijne lunch rijden we op ons gemak verder. Het landschap is prachtig groen, heuvelachtig, vol zwaaiende kinderen en volwassenen. Iedereen is zo vriendelijk en roept ‘sabaideeeee!’ (er komt ook geen eind aan de ‘…deeeeee’ :))! We vinden het heel bijzonder en voelen ons erg bevoorrecht dat we hier op ons brommertje door Laos crossen. Na ongeveer anderhalf uur komen we aan bij de volgende twee watervallen, die wel aardig zijn, maar het is het droge seizoen en de watervallen zijn niet heel spectaculair. We drinken wat en eten een fruitsalade in een lodge en om 3 uur vertrekken we weer terug richting Pakse. Nog twee-en-een-halve uur, de billen en benen doen ondertussen behoorlijk zeer! Ik moet enorm plassen maar ook in Laos liggen nog veel UXO’s (Unexploded Ordnance, blindgangers) dus ff de berm inrennen gaat niet. We zien natuurlijk wel mensen lopen en kinderen spelen maar daar kan ik natuurlijk niet naast gaan zitten plassen. 30 kilometer voor Pakse hou ik het niet meer maar gelukkig biedt een tankstation-wc uitkomst!
**Oh, er wordt geklopt….de Zwitsers zijn in Pakse dus die zien we straks. Gezellig. Benieuwd of de Australiërs ook nog opduiken :)**
Na ruim 200 kilometer komen we in schemerdonker aan in Pakse. Een fantastische dag in een fantastisch land….we kunnen niet wachten om er meer van te gaan zien!
-
09 December 2010 - 17:54
Ans:
En nu ben ik echt de 1e. Leuke avonturen in Laos, kan niet wachten om de foto's van Bob en Annie te zien (ik mag hopen dat je daar wel een foto van hebt) :-)
liefs,
mam -
09 December 2010 - 18:12
Rob:
En zo leer je dan toch nog op een geschakelde bromfiets rijden.
Als jullie weer thuis zijn kun je de motor een keer lenen :-).
Have fun
Rob -
10 December 2010 - 09:51
Christianne:
Wauw, wat een verhalen weer! Gelukkig is Edwin weer snel opgeknapt! Zorg goed voor elkaar!
Veel plezier!
Liefs, Chris -
16 December 2010 - 10:24
Martin En Jeanet:
Ha ha, we staan ook op jullie site ! We hebben heel veel plezier gehad van jullie boek, Siem Reap zou ook de eerste gelegenheid zijn om er een te kopen, dus de eerste week hadden we zonder gezeten. Jullie genieten er ook volop van zo te lezen. Volhouden, nog veel plezier en genieten.
Martin en Jeanet -
22 December 2010 - 13:13
Mineke:
Eindelijk weer tijd om jullie verhalen te lezen, leuk! Ik ga snel verder met het volgende verslag... Tot zo! -
30 December 2010 - 15:25
Wilja En Ferry:
Ik loop een beetje achter met lezen. Sinds 12 december zijn we weinig online geweest. Dat de informatie van de Lonely planet oud is hebben wij ook ondervonden in Maleisië. Bij de richtlijnen van de prijzen van de bus moesten we zowat het dubbele betalen van wat er in de Planet vermeld stond. Maar het bleef goedkoop.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley