Beautiful Colombia - Reisverslag uit Popayán, Colombia van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu Beautiful Colombia - Reisverslag uit Popayán, Colombia van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu

Beautiful Colombia

Door: Lisette

Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette

15 Augustus 2011 | Colombia, Popayán

11 Augustus 2011, San Juan de Pasto, huidige hoogte: 2550 meter

Jarenlang was Colombia ontoegankelijk voor toeristen. De drugs, maffia en handel in cocaïne zorgden voor een onveilige situatie in het hele land. Ondanks dat er nog steeds strijd plaatsvindt tussen door drugshandel gefinancieerde guerrilla’s en de overheid van Colombia, is de situatie sterk verbeterd sinds de komst van President Alvaro Uribe in 2002. Hij en zijn huidige opvolger Juan Manuel Santos hanteren een harde lijn tegen terroristen en proberen grip te krijgen op de paramilitaire groepen door overeenkomsten te sluiten en ze te demobiliseren of ze te integreren in leger en politie. Door deze aanpak en de door de US gefinancieerde ‘War on Drugs’ is de situatie behoorlijk verbeterd. Lonely Planet schrijft zelfs dat Colombia een veiliger land is om in te reizen dan Ecuador, alhoewel er nog steeds behoorlijk wat no-go zones zijn.

Het Ministerie van Buitenlandse zaken heeft redelijk wat waarschuwingen op hun website staan. Normaal gesproken kijken we daar nooit naar, wij vinden dat men het behoorlijk kan overdrijven met poeha over hoe onveilig het overal wel niet is. Alsof thuisblijven dan zoveel veiliger is. Omdat ik toch nieuwsgierig was heb ik de site er vanmiddag eens bijgezocht. Het eerste wat het Ministerie zegt is dat er in de afgelopen maanden veel regen is gevallen in grote delen van Colombia. Vervelend. Als ik verder lees staat er bij een heel aantal gebieden dat ‘niet-essentiële reizen’ worden afgeraden. Lijkt me ook een beetje suf om de FARC op te gaan zoeken in de jungle. Nu staat er ook het volgende stukje: ‘In verband met aanwezigheid en activiteit van illegaal gewapende groeperingen zoals de FARC en de ELN worden alle reizen ontraden naar de regio’s …., Nariño (exclusief Pasto), … etc. etc.

Uh. Oké.

Nariño exclusief Pasto. Ok, wij zitten in Pasto dus dat is schijnbaar goed. Maarre…hoe moeten we dan in Pasto kómen als we niet door de provincie mogen reizen? Er blijken dus schijnbaar wel wat guerrilla’s op niet al te verre afstand van ons te zitten. Ik vraag me af of ik dat spannend vind. Een beetje relativeren doet me denken aan de nog steeds voortdurende conflicten in Rusland, Tibet en het zuiden van Thailand waar we ook gewoon doorheen gereisd zijn. En dat ik me in geen van deze gebieden, ook hier niet, echt onveilig heb gevoeld. Nou ja, morgen zijn we dit gebied alweer uit.

Wat wel opvalt is dat er overal, zowel in Pasto als erbuiten, heel veel gewapende militairen rondlopen. En gisteren reden we langs één of ander militair trainingscentrum waar een enorm groot bord voor stond met welke terroristen men nog zoekt (een stuk of drie) en welke men al heeft gevonden (een stuk of acht foto’s met grote rode kruizen er doorheen). Het is lastig te bepalen of we die aanwezigheid van militairen nu juist prettig of onprettig vinden. Overal in Zuid-Amerika is bewapende beveiliging aanwezig en zij geven ons over het algemeen een prettiger gevoel. Tenslotte zijn zij er om de bevolking maar ook de toeristen –een nieuw waardevol goed in Colombia- te beschermen. Overigens is elke politieman die wij hebben aangesproken de afgelopen tijd altijd heel vriendelijk en welwillend om te helpen. Toch geeft de aanwezigheid van militairen op straat, net als in Tibet tien maanden geleden, een beetje een grimmig beeld.

Dat het toerisme in Colombia, of in ieder geval in Pasto, in de kinderschoenen staat is ons wel duidelijk geworden. Er zijn wel wat hotelletjes en men keek in ons hotelletje ook niet raar op van ons, maar we zijn wel de enige buitenlanders hier. Ook worden we regelmatig door mensen in het Spaans aangesproken en als ik zeg dat ik het niet versta kijken ze heel schaapachtig; het lijkt erop dat ze in eerste instantie niet doorhebben dat we hier niet vandaan komen. Pasto heeft zowaar een toeristenbureau en we zagen in het registratieboek dat er wel wat buitenlanders geweest zijn onlangs, maar dat zijn er dan slechts een paar. Omdat we vandaag eigenlijk twee uitstapjes willen maken en dat met taxi’s en colectivo’s een beetje een tijdrovende klus is en er ook geen tourtjes zijn, vroegen wij vanmorgen aan het toeristenbureau of wij misschien een taxi konden huren voor een dag. De mevrouw keek nogal glazig maar deed vriendelijk genoeg toch navraag. 120 Euro zou het moeten kosten, compleet belachelijk natuurlijk. Het is duidelijk: er is geen toeristische infrastructuur in dit deel van Colombia, we zullen reizen als de locals.

En dus nemen we een taxi naar een straathoek ergens in Pasto. Op de straathoek staat een colectivo; een soort deeltaxi. Als wij instappen is er nog één stoel leeg maar die vult snel op dus we kunnen direct op pad. Op pad door (de schijnbaar héél gevaarlijke) provincie Nariño naar de door het toeristenbureau en Lonely Planet aangeraden Laguna de la Coche. De rit is comfortabel en duurt ongeveer een half uur over een overwegend verharde en onverharde weg. We rijden door prachtige groene bergen, het uitzicht is geweldig. Als we bijna bij het meer zijn stappen we uit de colectivo. Het gebiedje waar we zijn is enorm waterrijk en toeristisch. Er zijn brede sloten die naar het meer leiden; vanaf hier kan je een bootje huren het meer op. Het valt ons op dat de straten in het plaatsje helemaal ondergelopen zijn; had het Ministerie toch nog gelijk over de wateroverlast. De huisjes zien er heel gezellig uit en bijna elk huisje is tevens een restaurantje. We gaan even ergens zitten en bestellen een ‘canela’, in Colombia krijg je daar een groot stuk kaas bij. Er komt een meisje naar ons toe; of we een bootje willen delen het meer op, dan kunnen we de prijs delen. Wij vinden dat prima. Als we op het smalle bootje stappen en over de brede sloot langs het riet varen krijg ik ineens een flashback naar een bootritje in Westzaan een paar jaar geleden. Op de heuvels in de verte na, lijkt het gebied gek genoeg heel erg op Nederland.

We varen het meer op en leggen na korte tijd aan bij Isla Corota, een eiland in het meer. Hierop bevindt zich een beschermd gebied van ‘cloud forest’, waar we een korte wandeling op maken. Dan vaart onze kapitein ons weer terug naar de oever. Omdat het hard waait en vrij fris is, nemen we vanaf hier vrijwel direct weer een colectivo terug. Deze colectivo is een gewone auto waar vier mensen in passen. Omdat we geen uur willen wachten op extra passagiers betalen we voor vier plaatsen en worden we direct teruggebracht naar Pasto.

Eenmaal in Pasto lunchen we op de kamer van ons hotel en hierna kijken we wat tv. Te laat om nog een bezienswaardigheid te gaan bekijken, te vroeg om niks meer te doen. En dus gaan we nog maar even ‘winkelen’. Winkelen in Zuid-Amerika is geen doen. De mode gaat helemaal nergens over. Iedereen heeft hier een maatje meer maar wil toch graag in een maatje minder. Bij voorkeur met veel goedkope glitter en glamour, de vetrolletjes rijkelijk laten zien en de borsten zoveel mogelijk bloot. We kijken in diverse winkels maar het is gewoon geen porem. Er is hier wonder boven wonder wel een Esprit winkel, de eerste voor-ons-normale winkel in maanden. Gisteren ging ik enthousiast kijken maar de mevrouw in de winkel achtervolgde me met allemaal kledingstukken en zei bij alles: ‘wat denk je hiervan, en hiervan?’ (dat denk ik althans, ik snapte d’r niet) terwijl ik alleen even wilde kijken. Uit wanhoop zijn we maar weggegaan maar nu durf ik vandaag niet meer naar binnen.

Tegen zessen gaan we eten. Ze hebben hier héél veel vette-hap-tenten waar ze worsten en vette kip verkopen. Ze hebben ook een tentje wat ‘Mister Porky’ heet, ook hier liggen voornamelijk worsten op de gril. Gek genoeg hebben ze hier ook ‘panaderia’s’, bakkerijen, waar een restaurantje bij zit. Gisteren hebben we er al een forelletje gegeten, vanmorgen hebben we er ontbeten. Terwijl we het menu staan te bestuderen komt er een meisje naar ons toe die in het Engels vraagt of we eruit komen en die ons wil helpen. Het is in de eerste 24 uur in Colombia gebleken dat iedereen heel erg vriendelijk is. Van de receptioniste in het hotel tot de taxichauffeurs en mensen in winkels, iedereen is heel behulpzaam.

Nu zijn we terug in de kamer. Ed wilde tv kijken maar ik kan niet schrijven met de tv aan. Omdat hij zijn boekje al uit heeft leest hij nu de Esta. Ik zal hem even blij maken met het nieuws dat m’n verhaaltje van vandaag af is en de tv aan kan.

13 Augustus 2011, Popayán, huidige hoogte: 1700 meter (woei!)

Nadat de taxichauffeur ons bij het busstation van Pasto heeft afgezet vragen we bij diverse busbedrijven na wanneer hun eerste vertrek is naar Popayán. We hebben ons voorgenomen de meest luxe bus te nemen; we reizen alweer lange tijd en heel intensief en het begint langzaam maar zeker op te breken. Helaas gaat de beste bus pas om 10.30 uur; het is nu 8 uur. Omdat we geen zin hebben daarop te wachten boeken we de eerstvertrekkende bus die om 09.30 uur gaat. We gaan in de busterminal zitten en kijken eens om ons heen. Het gaat er allemaal reuze geciviliseerd aan toe. Sommige mensen kijken een beetje raar op als ze ons zien, vermoedelijk door onze grote rugzakken. Voordat we de bus instappen ga ik nog even naar de de W. Het kost 800 Pesos en als ik 1000 geef krijg ik geen wisselgeld van de verveeld kijkende mevrouw. Ik overweeg erom te vragen maar er staat een héél dronken meneer naast me en ik ga liever gewoon maar meteen naar de wc.

Onze tassen passen niet echt in de bagageruimte van de bus. Die van Ed gaat nog wel, die van mij kan er door een overdaad aan aardappelzakken niet meer bij. Die gaat dus mee naar binnen. De bus zit mutvol als we binnen komen. Er zitten ook mensen op onze stoelen, surprise, surprise. In verband met de eerder genoemde reis-vermoeidheid weet ik één ding zeker: die mensen gaan van onze stoelen af. Er ontstaat wat consternatie als ik zeg: ‘we have a reservacion para dos assientos’, want de mensen willen er niet af. De meneer die zojuist onze tassen probeerde bij de aardappelzakken te vrotten kijkt wat bezorgd, niet wetende dat ik er echt wel voor ga zorgen dat die mensen opstaan. Er zijn nog twee stoelen vrij los van elkaar, maar dat gaat echt niet gebeuren. We horen wat gemurmel over dat ‘ze bij elkaar willen zitten’ en op een gegeven moment staan de mensen dan toch op. Fijn.

Het eerste gedeelte van de reis zien we nog redelijk wat militairen langs de weg. De militairen steken hun duim op naar de chauffeur en deze doet hetzelfde terug, als willen ze zeggen: ‘Alles goed? Ja hoor, alles puik.’ We rijden over een brug die over een diepe kloof gebouwd is; ook hier zijn militairen strategisch opgesteld. Als we de provincie Nariño achter ons laten wordt het minder met de militairen. Het landschap is wederom prachtig; het is zó groen hier. We passeren veel dorpjes die interessant genoeg helemaal niet op de dorpjes in Peru en Ecuador lijken. Het doet mij een beetje Aziatisch aan, het is vooral een zooitje overal en nogal chaotisch. Aan de andere kant lijkt het ook al een beetje Caraïbisch, door de vele gekleurde huisjes overal. Ook de mensen zien er anders uit dan in Argentinië, Peru en Ecuador. Ze hebben minder de gelaatstrekken van Indianen, meer een mix van Caraïbisch en Westers. Misschien dat daarom iedereen ons steeds aanspreekt alsof we locals zijn; mensen zien er zo wisselend uit dat we helemaal niet opvallen.

De bus is oké maar er is geen airco en binnen de kortste keren is het snikheet in de bus. Jassen en truien gaan uit en het is echt tropisch warm binnen. We kunnen niet veel meer dan gelaten voor ons uitstaren en het Spaanstalige cabaret over ons heen laten komen. Ongeveer 40 kilometer voor Popayán stoppen we voor een lunchbreak, lekkere suffe timing. Terwijl onze medepassagiers zich tegoed doen aan kip en patat wachten wij geduldig tot we weer verder gaan. Het laatste stuk van de reis blijkt de weg grotendeels open te liggen door wegwerkzaamheden, waardoor we uiteindelijk pas tegen vier uur Popayán inrijden. We lopen naar ons geboekte hostel wat echt heel leuk is. Heel gezellig met gezamenlijke ruimtes en een keuken en we hebben een fijne kamer. We zijn heel erg moe maar besluiten meteen maar even naar de supermarkt te gaan voordat deze sluit. Het is tenslotte zaterdagmiddag en ondanks dat er nergens ter wereld zulke bekrompen supermarkt-openingstijden zijn als in Nederland, weet je het maar nooit. We kopen een lekker ontbijt voor de komende dagen, yoghurt met fruit en muësli en voor vanavond soep, stokbrood, bier en wijn. We verorberen het geheel relaxt in ons hostel en zijn blij dat we nu vanavond niet weer op zoek hoeven naar een restaurantje.

Nu ga ik slapen. Mijn ogen vallen bijna dicht. Ed ligt ook al op half zeven zie ik.

14 Augustus 2011, Popayán

Er zijn van die plekken op de wereld waar je je zo goed thuis voelt dat je –als je de tijd had gehad- nog een weekje was gebleven. Mag ik aan u voorstellen: Popayán.

Terwijl we gisteren al om tien uur gingen slapen werden we vanmorgen toch pas om negen uur wakker. We staan rustig op, douchen en verorberen dan een heerlijk ontbijt van verse mango, yoghurt (echte witte yoghurt zonder toevoegingen, de wonderen zijn de wereld nog niet uit) en muësli. Hmmmm. We proberen wat naar huis te Skypen maar niet alleen is de verbinding heel slecht, er paradeert ook een carnavalsoptocht door onze straat waardoor iets zeggen en iets verstaan ongemogelijk blijkt. Het geeft niet, we hadden verder toch geen grote verhalen deze week.

Na deze mislukte Skype actie gaan Hepie en Hepie dan toch op stap. Eerst naar het busstation om uit te zoeken hoe laat de bus gaat. Dan lopen we een rondje door het centrum van Popayán, ‘La Ciudad Blanca’. Nu hebben we de term ‘Witte Stad’ de afgelopen maanden wel vaker gehoord (denk bijvoorbeeld Arequipa in Peru) maar het gaat voor Popayán ook echt op: alle huisjes zijn wit. Het oogt prachtig met de blauwe lucht erboven. Het centrale plein van Popayán is autovrij en straalt hierdoor een rustige, relaxte sfeer uit. De inwoners van het stadje ‘go about their daily routine’, de kerk zit vol, er is een clown in de weer met een microfoon en er staan overal ijsverkopers. Wat mij het meest opvalt aan dit heerlijke stadje is mijzelf; ik heb me lang niet meer zo relaxed en op mijn gemak gevoelt als hier. Ik loop zelfs met onze grote camera op mijn buik rond; niemand schenkt er enige aandacht aan, niemand kijkt überhaupt op van onze aanwezigheid.

Tegen lunchtijd halen we weer wat eten in de supermarkt. We besluiten vanavond ook in het hostel te eten; we hebben nog wijn en bier over en we vinden het wel lekker om zelf wat aan te rommelen. Ondanks dat de keuken in het hostel oké is, zit uitgebreid koken er niet in. We overwegen spaghetti te maken maar de saus kost hier 5 (!!) euro per pot dus we besluiten tot een mand vol groenten voor een lekkere salade, stokbrood en kruidenboter. Overigens, Colombia is duidelijk een stuk duurder dan Peru en Ecuador als het gaat om eten in restaurantjes, boodschappen en busreizen. De overnachtingen gaan wel, maar wil je een beetje leuk eten dan ben je hier ruim het dubbele kwijt dan in eerder geoemde landen. Ook waren we in Peru bijzonder verwend als het gaat om prijzen overal, blijkt nu. Oh ja, wat ze hier wel hebben in de supermarkt: een boek over niemand minder dan Tanja Nijmeier. Denken wij in Nederland als we aan Colombia denken alleen maar aan de FARC en onze Tanja die nog steeds in de bush zit; schijnbaar is ze hier ook een beroemdheid. Zo zie je maar weer, ook hier leeft men maar gewoon z’n leven, net als wij thuis doen. En ook hier is een meisje wat zich vrijwillig bij de FARC meldt eerder uitzondering dan regel.

En zo rommelen we wat aan deze zonnige zondagmiddag. Onze één na laatste zondagmiddag van onze wereldreis. Kan iemand misschien de tijd stop zetten…?

Voor degenen die geïnteresseerd zijn, dit nummer wordt in heel Zuid-Amerika grijs gedraaid (pa en ma, misschien herkennen jullie het nog uit Argentinië?): http://www.youtube.com/watch?v=Ysz_H_iEW0A&feature=related


  • 15 Augustus 2011 - 04:38

    Rob:

    Zo krijgt Zuid Amerika toch nog een relaxed staartje he.
    Veel plezier nog in Colombia en bon voyage naar Curaçao.
    X Rob

  • 15 Augustus 2011 - 06:35

    Ans:

    Dat nummer herken ik inderdaad uit Argentinië, hoorde je veel in restaurants etc.
    Wat die carnaval betreft, misschien vierden ze Maria Hemelvaart, dat is op 15 augustus, maar je weet het niet met die Colombianen :-). Goede reis naar Curacao, jullie kunnen dan alvast wat wennen aan de Nederlanders die daar nog met vakantie zijn!
    xxxmam

  • 15 Augustus 2011 - 10:50

    Wen, Erik En Nynke:

    He lieverds,
    Wij hebben hier op vakantie van de eerste (jawel) zonnestralen in een week genoten met op de achtergrond jullie relaxte muziekje:-)...Nynke begon te swingen:-).
    Gek idee hoor dat we jullie straks "gewoon" weer kunnen bellen...Maar eerst nog even lekker genieten van de landen met een hoofdletter C. :-)
    Geniet van jullie laatste zonnestralen daar en breng wat mee terug alsjeblieft:-)
    Dikke zoenen van ons uit het mooie Drenthe
    xxx

  • 15 Augustus 2011 - 12:12

    Elles:

    Hoi,
    Een beetje overdreven die zonnenstralen vanuit Drenthe, maar het is wel waar, ik zit op de bank in Woerden en de zonnestralen komen ook hier binnen. Ik zit nl. thuis op de bank te werken, aangezien ik onder de rode bulten zit en me niet mag vertonen op kantoor wegens zwangere Esther...:-)

  • 15 Augustus 2011 - 18:30

    Christianne:

    Als ik de tijd voor jullie kon stilzetten had ik dat gedaan (alleen mijn tijd zou wel doorlopen hoor, want ik heb pas in oktober vakantie...). Geniet nog even van de laatste 2 weekjes!
    X

  • 16 Augustus 2011 - 15:13

    Jan Van Eeuwijk:

    Gewoon 12 dagen omrekenen naar seconden dan valt het allemaal best mee!

    Groeten uit, zelfs bij ons staat de tijd niet helemaal sti, Wijchen

  • 16 Augustus 2011 - 19:49

    Marga En Jelle:

    De supermarktopeningstijden (mooi woord voor scrabble) in Nederland zijn echt niet zo bekrompen meer hoor. AH is op zaterdagavond open tot 20.00 uur en op veel plaatsten nu ook op zondag vanaf 16.00 uur. Geldt ook voor Plus en C1000. Enne, wij hebben in Nederland ook een witte stad hoor! Thorn. Zijn jullie daar al eens geweest? Ik kan me jullie "Oh, help" gevoel wel voorstellen. Het zit er nu echt bijna op. Geniet van de laatste weken. Op Curacao barst het van de Nederlanders dus dat is een mooie overgang. Liefs en groetjes, J&M

  • 18 Augustus 2011 - 07:22

    Rob B:

    Hebben jullie eigenlijk een favoriet land na al dat reizen? Of is de keuze te groot? Tot volgende week! (tijd geleden dat we dat konden zeggen ;o)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Colombia, Popayán

Edwin en Lisette

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 429
Totaal aantal bezoekers 315287

Voorgaande reizen:

23 Augustus 2010 - 28 Augustus 2011

Wereldreis!

Landen bezocht: