Elephant Valley Project en Sen Monorom
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette
04 December 2010 | Cambodja, Kratié
We zouden vanmorgen tussen 05.00 en 05.20 uur opgehaald worden bij ons guesthouse want de bus naar Sen Monorom zou om 05.30 uur vertrekken. Omdat er om 05.20 nog steeds geen bus was, vroeg ik de security guard van onze accommodatie de chauffeur van de bus te bellen. Hij lachte me recht uit; hoe kon ik nou denken dat ‘ie een telefoon heeft?? Ik vroeg hem of hij iemand van het guesthouse wilde wakker maken om de chauffeur te bellen. Dat wilde hij wel en toen er gebeld was en het bijna half 6 was zei het meisje van het guesthouse: ‘de (transfer-) bus komt zo’. Toen ik haar uitlegde dat de bus over een paar minuten zou vertrekken zei ze: ‘nee joh, de bus vertrekt pas om 6 uur’.
?
We hadden op het reisbureu gevraagd of de bus naar Sen Moronom rechtstreeks zou zijn? Ja, zei men daar, ‘het is een rechtstreekse bus. Echter, in Kompong Cham hebben we een half uurtje pauze en dan wisselen we even van bus’.
?
Om 6 uur zaten we goed en wel in de bus en vertrokken we op weg naar Kompong Cham. Hier kwamen we net na half tien aan. Dat half uurtje overstaptijd werd twee uur, maar dat was niet eens zo heel erg. We wisten namelijk dat Natalia en Konrad in Kompong Cham waren (zij reizen een dag of 10 met een tuk-tuk door Cambodja) en zij wisten dat wij ergens zouden moeten overstappen. En wie komen daar over de hoofdweg aancrossen….! Ja hoor, de Duitsers. Ontzettend gezellig bijgekletst en tegen half 12 stapten we in de tweede bus van vandaag.
Het landschap verandert langzaam maar zeker van plat naar heuvelachtig. Ook de vegetatie verandert, er zijn veel meer bomen. We rijden door een heel ander Cambodja dan wij eerder hebben gezien. We hebben mazzel; de geasfalteerde weg is net af dus we kunnen goed doorrijden. We rijden door dorpjes en zien veel hele kleine kinderen werken. Wat ze doen is niet helemaal duidelijk, het lijkt erop dat ze cassave verwerken of zoiets. Tegen vier uur komen we in Sen Moronom aan, wederom ruim op tijd. Het eerste wat opvalt is dat het een stuk frisser is dan waar we vandaan komen. Sen Monorom ligt maar op 800 meter hoogte, maar het is hier een stuk minder klam en heet!
We lopen eerst naar een klein bureautje van de Engelse NGO waarvan wij morgen het olifantenproject willen bezoeken. We boeken een dagtour voor morgen. De meneer is zo vriendelijk ons voor een paar dollar naar onze accommodatie te brengen; dat scheelt een ritje op een ‘moto’, een brommer, met twee backpacks. Onze accommodatie, de Nature Lodge, is echt geweldig. Het is een Eco Lodge en ligt buiten het centrum van Sen Monorom. Het is heel uitgestrekt, de bungalows liggen op een heuvel ver uit elkaar. We kijken uit op een groene vallei en er lopen wilde paarden, koeien, kippen, honden en katten op het terrein. Onze bungalow is geweldig; helemaal van hout, zo lek als een mandje, met een buitenbadkamer. Er groeien zelfs planten in de badkamer; eigenlijk is het net een tuintje waar je in doucht. Gelukkig hebben we een klamboe, dat hebben we wel nodig, de bungalow is één groot tochtgat. Nu gaan we even een hapje eten en dan op tijd naar bed. Morgen worden we weer heel vroeg opgehaald…
2 December 2010, Sen Monorom
Om 07.15 uur om precies te zijn. We haalden nog een Italiaans stel op en gingen op weg naar het ‘Elephant Valley Project’.
Het Elephant Vally Project is opgezet door een Engelse olifantenliefhebber, Jack Highwood. In de provincie Mondulkiri waar wij nu zijn, worden olifanten in het dagelijks leven voor heel veel werkzaamheden ingezet. In de toeristenindustrie, maar bijvoorbeeld ook voor werk op het land, het vervoer van hout en andere zaken. Veel van deze olifanten zijn zwaar overwerkt en worden mishandeld. Een olifant heeft zijn rust nodig, maar veel lokale mahouts gunnen de olifant geen rust als ze nog wat extra geld kunnen verdienen voor een extra klusje.
Jack stimuleert de mahouts uit de provincie hun overwerkte en mishandelde olifanten naar het Elephant Valley Project te brengen. De olifanten krijgen dan de verzorging, medicatie en rust die ze nodig hebben en hoeven niet te werken. Ze mogen weer olifant zijn en naar hartelust eten zoeken in het bos en modder gooien in de rivier. De mahout komt in dienst van het project en begeleidt en verzorgt zijn eigen olifant. Hij krijgt daarvoor een dagloon betaald. Niet alleen gaat de olifant er dan op vooruit; ook voor de mahout en zijn familie wordt gezorgd. Het Elephant Valley Project zorgt voor een inkomen, vakantie- en ziektedagen voor de mahouts en een zorgverzekering voor hen en de rest van de familie. Het stuk land waarop de olifanten leven huurt Jack van lokale mensen die ook weer bij hem in dienst zijn. Zo is het cirkeltje rond en gaan de olifanten, de mahouts plus familieleden én de lokale bevolking erop vooruit.
Er wonen op dit moment zeven olifanten bij het project. Allemaal hebben ze hun eigen verhaal. De meesten zijn lichamelijk mishandeld en hebben wonden, anderen zijn mentaal niet goed. Als eerste gaat Edwin met Andrea (de Italiaan) olifant Milot wassen. Milot vindt het niet fijn als er mensen rechts van haar staan en Edwin besproeit met de tuinslang de linkerkant van haar lichaam totdat ze zichzelf omdraait. Ook spuit hij water in haar slurf zodat ze dat fijn over zichzelf heen kan gooien. Hierna komen Bob the Bastard en Onion naar de douche en wassen de mahouts hen. Bob is een erg aggresieve olifant, hij heeft altijd in de houtkap gewerkt en is zwaar mishandeld, we mogen niet bij hem in de buurt komen. Hij heeft een grote wond op zijn rug, is heel erg mager en heeft nog maar een halve slagtand. Ook heeft hij mentale problemen. Alleen zijn twee mahouts mogen in de buurt komen en hem wassen en terwijl dit gebeurt houdt Bob angstvallig zijn slurf om zijn halve slagtand. Als je hem zo ziet staan zou je het liefst naar hem toe rennen en ‘m een dikke knuffel geven (of alleen een poot want hij is bijna 3 meter lang :)). Onion is een schatje en wijkt niet van de zijde van Bob. Olifanten zijn altijd met z’n tweeën en waar de één gaat, gaat de ander ook.
Na deze douche activiteiten lopen we door het bos naar de rivier waar de vier andere olifanten zwemmen en zichzelf met modder onder spuiten. De slurf gaat omhoog en de klodders modder vliegen door de lucht! Een prachtig gezicht. Hierna gaan ze een stukje wandelen en eten ze alles wat ze lekker vinden. Een olifant slaapt ca. 4 uur op een dag en eet 20 uur per dag, zo’n 300 kilo aan planten en bomen. Het is prachtig om deze gigantische beesten in hun element te zien in het wild.
Als we achter de olifanten aan richting de lodge teruglopen voor de lunch, horen we wat kraken en ineens valt er een tak van een meter of 2,5 met een noodgang naar beneden. Wij staan er ongeveer 2 meter vandaan en zien de tak vallen, helaas kijkt Andrea net omhoog op het moment dat de tak valt en krijgt ‘m vol op z’n hoofd. Het bloed loopt langs zijn gezicht en zijn vriendin moet hem vasthouden omdat ‘ie anders omvalt. Het lijkt mee te vallen; een flinke snee boven én onder zijn oog, één boven zijn mond en een losse tand. Jack lapt ‘m op en we lopen terug naar de lodge. Na een heerlijke lunch gaat Jack met de Italianen naar het ziekenhuis om het gezicht te laten behandelen en wij gaan weer olifanten kijken met een lokale mahout. Tijdens de lunch leren we Kate kennen, een vriendin van Jack uit de tijd dat zij allebei mahout waren in Thailand. Kate gaat mee op zoek naar de olifanten en vertelt over haar tijd als mahout en het olifanten project waar ze voor werkte. Ondertussen zitten we tussen het hoge gras en zien we Bob en Onion naar hartelust grazen en bomen omtrappen. (Voor een olifant staat een boom niet in de weg, daar loop je gewoon overheen). Na een tijdje voegt Jack zich weer bij ons en lopen we door het bos achter Bob en Onion aan. Het is machtig om achter deze beesten aan te lopen door het bos, zonder paden. We stoppen als zij stoppen en hopen stilletjes dat we er nog heel lang overdoen voordat we bij de lodge aankomen.
Eenmaal aangekomen bij de lodge worden Bob en Onion voor de tweede maal gedoucht. Ze zitten helemaal onder de modder en kunnen de douche wel gebruiken! Onion vindt het al snel genoeg en gaat er weer vandoor, Bob lijkt het wel best te vinden en wordt grondig gereinigd.
Ondertussen is het al een uur of vijf en tijd om weer te gaan. Wat hebben we een geweldige dag gehad bij deze speciale dieren. We kunnen ons niet voorstellen dat er ook maar iemand is die een olifant zo kan toetakelen, al begrijpen we ook dat het een maatschappelijk probleem is. Als jij je kinderen geen eten kan geven en iemand biedt je cash om je olifant nog een paar uurtjes langer te laten werken, wat doe je dan? Wij hopen dat het project van Jack zich nog verder uitbreidt en dat de toekomst van de Cambodjaanse olifant er zonniger uit komt te zien.
We lopen naar de auto van Jack om terug gebracht te worden naar de Nature Lodge. Kate rijdt ook mee om naar het centrum van Sen Monorom gebracht te worden. Alleen…wil de oeroude Toyota Camry niet starten. Jack probeert van alles maar de auto wil niet. We lopen de heuvel op richting de zandweg en Jack belt en bestelt vier ‘moto’s’. Als we in het donker op de weg staan te wachten zien we in de verte vier koplampen verschijnen. We springen achterop de moto’s. We hebben geen helm dus ik houdt me angstvallig vast aan de achterkant van de scooter. Ik vermoed dat mijn chauffeur gedronken heeft, al rijdt ‘ie verder best netjes, zover dat mogelijk is dan. Het eerste stuk is eigenlijk geen weg, zand, hobbels, maar daar lijkt de chauffeur geen last van te hebben. Hij ragt er gewoon overheen en na een paar kilometer komen we gelukkig op een wat betere zandweg. Het is donker en ik zie alleen het schijnsel van de koplamp op de donkerrode aarde. Mijn chauffeur vraagt of alles oké is. Wat aardig, denk ik nog. Hij zegt ook dat ik best mijn armen om hem heen mag slaan hoor, als ik bang ben. Ik zeg dat het wel gaat.
Na een rit van ca. 14 kilometer komen we aan in het centrum van Sen Monorom en nemen we afscheid van Jack en Kate. Edwin en ik worden met de moto’s naar onze lodge gebracht waar, geheel volgens Cambodjaanse traditie, de chauffeurs zeggen dat we nog moeten betalen. Uiteraard hebben wij dit eerst met Jack gecheckt en had hij alles al betaald. Ik ben moe en zeg de chauffeurs dat ze al betaald zijn. Ze strubbelen nog wat tegen maar ik zeg hen naar Jack te gaan als ze er een probleem mee hebben. Ze druipen af. We eten een heerlijke maaltijd in het restaurant van de lodge en vallen om 20.19 uur in een diepe, voldane slaap.
3 December 2010, Sen Monorom
Om een uur of acht staan we op. Alweer twaalf uur geslapen, wat een luxe. Wel een beetje rommelig, het waait hier sinds gisterennacht heel erg hard en onze bungalow lijkt te schudden op z’n grondvesten. Vanuit het bed klinkt het alsof we midden in een orkaan liggen en ik heb me meerdere keren afgevraagd wanneer het dak van de bungalow af zou waaien. Omdat de bungalow vol tochtgaten zit, hebben we een continue stroom van frisse wind, wat wel weer heel prettig is. We hebben al heel erg lang niet meer zo goed geslapen zonder fan of airco en onder twee dekens!
Na een rustig ontbijt lopen we eerst twee korte wandelingen vanuit de lodge. Na deze wandelingen lopen we een paar kilometer naar het centrum van Sen Monorom. Hier lunchen en relaxen we een paar uurtjes in de ‘Green House’, onderdeel van het olifanten project en ontmoeten we ook Kate en de Italianen weer. Andrea maakt het goed, al zit zijn hele gezicht onder de hechtingen en pleisters en ziet ‘ie er een beetje sneu uit. Na de lunch besluiten we een rondje te lopen over de lokale markt. In Sen Monorom is goed te merken dat er nog niet zoveel toeristen zijn. Men kijkt geïnteresseerd op als je langskomt en alle kinderen lachen, zwaaien en roepen ‘hello bye bye!!’. Op de markt wil niemand ons iets verkopen, een vreemde gewaarwording. We lopen verder over de markt en op een gegeven moment valt Edwin zijn oog op een klein klaslokaaltje midden tussen de marktstalletjes. We spieken naar binnen en als we ontdekt worden lopen we weer gauw door. De leraar en kinderen roepen ons echter terug. De leraar nodigt ons uit in zijn les, hij wil graag dat zijn leerlingen communiceren met buitenlanders, zodat zij niet alleen hun Engels kunnen verbeteren maar ook over andere culturen kunnen leren. Voor we het weten zitten we achter het bureau van de leraar. We stellen ons voor, Edwin ontpopt zich direct als heuse leraar en schrijft onze namen op het bord. Ook tekent hij Nederland in een soort abstracte kunstvorm en wijst aan waar Amsterdam ligt. De leraar moedigt de leerlingen aan ons al hun vragen te stellen. Dit nemen de leerlingen heel serieus al vinden ze het wel een beetje eng, zo in het Engels. Op de voorste rij zitten drie meiden enorm te giechelen maar ze staren ons ook aan, alsof we van heel ver weg komen. Gezien het feit dat deze 18-jarige leerlingen nog nooit in Phnom Penh zijn geweest is dat natuurlijk ook logisch. Na wat aandringen van de leraar vragen de leerlingen ons het hemd van het lijf. De leerlingen willen onder andere weten waar we geweest zijn in Cambodja, waar we nog heen gaan, wat we het leukst vinden, of we broers en zussen hebben, hoeveel talen we spreken, wat voor werk we doen en of we in geesten geloven. We beantwoorden alle vragen met een zekere voorzichtigheid; we hebben geen idee van de achtergrond van deze kinderen en kunnen moeilijk roepen dat geesten niet bestaan. Ze vragen waar we logeren en we zeggen dat we in de Nature Lodge slapen. Een unaniem ‘ooooh’ komt uit de monden van de kinderen. Edwin zegt dat ‘ie het geluid van de krekeltjes ’s nachts zo leuk vindt. De leraar vertelt dat men in Cambodja krekels vult met een pinda en dan frituurt; het is een delicatesse hier. Heuh. Ook stellen we hen wedervragen; ze blijken allemaal rond de 18 jaar oud te zijn, komen allemaal uit een gezin met 6 à 7 kinderen, willen allemaal naar de universiteit (maar weten nog niet of dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren) en gaan zes dagen per week naar school. Het blijkt dat we in een bijles zijn beland; de kinderen hebben ’s middags tussen de schooluren een paar uur vrij en komen dan hier om extra te studeren. We drukken ze op het hart hoe verschrikkelijk belangrijk het is om te leren en om te oefenen met hun Engels. Dat als ze later willen reizen en andere mensen willen leren kennen, dat ze goed Engels moeten kunnen spreken. Ze lijken ook heel leergierig te zijn en heel nieuwsgierig, het ziet er zeker niet uit als een gemiddelde Nederlandse 5 Havo klas waar iedereen maar wat ligt te slapen (bijvoorbeeld mijn 5 Havo klas waarin ik zelf lag te slapen). Na een minuut of 40 (denk ik) verontschuldigen ze zich en zeggen dat ze terug naar school moeten. Ze bedanken ons, wij bedanken hen en nemen afscheid van de leraar.
We lopen terug naar de lodge en moeten nog even verwerken wat er zojuist gebeurde! Wat een fantastische ervaring om ineens voor de klas te staan en om die kids een ietsjepietsje vooruit te kunnen helpen. Een eye-opener.
Nu zijn we terug in de lodge en gaan we even een paar uurtjes relaxen. Het weer is een beetje vreemd, het voelt wat fris aan met de harde wind en het is bewolkt. Ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken dat ik hier morgen om deze tijd naar snak. Morgenochtend reizen we verder naar Kratie, een provinciestadje aan de Mekong. Daar zal het wel weer als vanouds heet zijn.
04 December 2010, Kratie
Om acht uur zaten we klaar voor vertrek. Drie kwartier later kwam de bus die vervolgens nog drie kwartier rondjes ging rijden door het dorp om vervolgens om half 10 dan écht te vertrekken. Net toen wij dachten dat de minibus vol zat, bleek dat er nog 4 volwassenen en 2 kinderen in konden. Kwestie van een beetje inschikken en stapelen. Gelukkig is er in Azië altijd nog de karaoke en bij voorkeur op volume 10, dus we hoefden ons niet te vervelen terwijl we door de heuvels van Moldukiri scheurden.
Tegen één uur kwamen we aan in Kratie, een dorpje in de Mekong. Het ziet er wel aardig uit, maar we hebben niet zoveel zin om ons druk te maken. We hebben lekker geluncht en hangen nu wat op de kamer. Morgen eindigt ons Cambodja avontuur en beginnen we aan een nieuwe: Laos! We zijn benieuwd wat ons daar allemaal te wachten staat. To be continued!
Wat ons verder nog opviel in Cambodja;
- De Cambodjanen zijn heel aardig en lachen bijna allemaal;
- Er zijn hier niet veel auto’s maar als je ze ziet zijn het bijna allemaal Toyota Camry’s;
- Als je door Cambodja reist zie je langs de weg hier en daar kleine huisjes met een tv erin, ervoor zitten tientallen mensen op tuinstoelen naar de tv te staren;
- Niets is wat het lijkt in Cambodja, hoe aardig ze je ook vinden, niks is voor niks;
- Cambodja is zo corrupt als de pest. Dan hebben we het niet alleen over de overheid maar ook over leraren en leerlingen, buren en restauranthouders. Iedereen koopt de ander om;
- Stroom is heel erg duur in Cambodja, waardoor je hier bijna nergens airco hebt;
- In Cambodja zijn heel veel huizen op palen gebouwd en voor de huizen heeft men bijna allemaal een Cambodjaanse vlag en een vogelverschrikker staan;
- In Cambodja kunnen 6 mensen op een scooter, waardoor Cambodja met stip wint van Vietnam (4 mensen op een scooter);
- In Cambodja vouwen de mensen hun handen bij elkaar en buigen in plaats van dat men je een hand geeft, net als in Thailand;
- Tankstations zie je hier bijna niet, benzine koop je in flessen langs de kant van de weg;
- Veel vrouwen lopen hier in pyama’s en huispakken op straat, bij voorkeur van Hello Kitty;
- Je moet altijd op je kamerprijs afdingen in Cambodja;
- De aarde is heel rood in Cambodja;
- Angkor Wat is prachtig maar het is nog veel leuker om in een tuk tuk door het land te crossen en olifanten te wassen en kinderen les te geven;
- Cambodja heeft nog een heel lange weg te gaan om uit de armoede te geraken, maar het zal ze op een dag zeker lukken.
-
04 December 2010 - 15:51
Jan Van Eeuwijk:
Waar ken ik dat ook weer van al die vertragingen?
Prachtige avonturen Edwin!
Groeten van de enige echte Sint en tevens Piet uit Wijchen -
04 December 2010 - 16:36
Ans:
Helemaal geweldig meester Edwin! Misschien een idee als je geen zin meer hebt in de NS?
liefs,
Ans -
04 December 2010 - 17:29
Jo&Bas:
Haha ik denk dat er hier in NL ook zat dames zijn die met alle liefde in een Hello Kitty huispak over straat zouden gaan. Aaargh!! Volgens mij kun je die al kopen bij de H&M. Dubbel aaargh!!
xxJ,B,E -
05 December 2010 - 10:57
Konrad:
Hello Dutchies,
and again: NICE PICTURES :-)
But next report pls in german or english!
See you in Thailand :-)
Keep smiling ... -
05 December 2010 - 12:11
Kees En Lucie,:
Hallo Edwin en Liset,
In ieder geval zijn deze olifanten gewassen.Maar ja als ze daarna weer met modder gaan gooien helpt dit wassen niet veel.Maar het is wel een geweldige ervaring om deze kollossale beesten te vertroetelen.
Jullie zijn op alle gebied goed bezig. Ga zo door. En leuke foto,s!!.Wij wachten op de volgende verrassing.
Veel liefs uit Harmelen. -
05 December 2010 - 13:44
Rob:
Hello Dutchies
Gewoon in het Nederlands blijven schrijven hoor.
Laat Konrad maar een cursus volgen :-).
Misschien dat meester Ed wat kan regelen ?
Wat een avonturen weer he en wat en lekker eten.
Een gefrituurde pinda met een jasje van sprinkhaan. Hmmm.....
Veel plezier, later ! -
07 December 2010 - 13:54
Wilja En Ferry:
Geweldig jullie fanten avontuur, juf Liset en meester Ed! En inderdaad, in Cambodja kan alles als je maar betaalt. Onze tuktuks waren trouwens van het type aanhanger-achter-een-scooter.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley