Lombok: paradijs vol enge beesten
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette
02 Maart 2011 | Indonesië, Batavia
24 Februari 2011, Senggigi, Lombok
Na ons ontbijt werden we opgehaald door onze chauffeur. Dat klinkt eigenlijk best sjiek nu ik dat zo opschrijf. Vandaag gaat de reis naar het zuiden van Lombok. We hebben de chauffeur eerst duidelijk gemaakt dat we niet naar pottery villages willen (daar zijn ze weer!) en nadat ‘ie nog even heeft dubbelgecheckt of we ook niet naar een weverij willen rijden we er gelukkig aan voorbij. Op de eerste de beste zeer-non-toeristische-markt stopt de chauffeur en vraagt hij of we even rond willen kijken. Eén blik op de markt leert ons dat wij dat zeker wel willen. Naast onze auto staan mannetjes met manden vol met hanen. Hier wordt flink in gehandeld, wat natuurlijk te maken heeft met de hanengevechten die hier populair zijn. Ook zien we tientallen tuk-tuk’s op een rij staan bij de ingang van de markt. Een tuk-tuk is in Lombok bijzonder genoeg een paard-en-wagen en dus staan er 30 paardjes naast elkaar te stinken. Het zou overigens ook gewoon zo kunnen zijn dat de stank van de berg afval kwam náást de paardjes, want het is een ongelooflijke bende op de markt.
We banen ons een weg langs allemaal mensen die op de grond zitten met hun uitgestalde waren. Op de onverharde moddergrond, overal afval, zinderende hitte. We zijn natuurlijk weer een attractie; welke toeristen willen nou op déze markt rondlopen? Maar wij vinden het geweldig; zo’n rare vieze markt hebben we nog nooit gezien. Er wordt van alles aangeboden; fruit, groente, slangetjes, vis, vlees. Dat hoeft natuurlijk niet in de koeling als het dertig graden is, dat snij je gewoon met blote handen, gooi je op een hoop op een houten tafel, honderd vliegen erop en het is klaar voor de verkoop.
We stappen weer in de auto en een stukje verderop vraagt de chauffeur of we een Sasak-village willen zien. 90% van de inwoners van Lombok zijn Sasak. Dit zijn over het algemeen moslims, maar hun geloof is erg beïnvloed door het hindoeïsme en animisme. Je zou kunnen zeggen dat men hier drie geloven door elkaar heeft. Het dorpje is wel grappig om te zien, we lopen er door met een ‘verplichte gids’ die ons sasak-huisjes laat zien en wat over de gebruiken vertelt. Verder kunnen we natuurlijk als we willen ook sjaaltjes, armbanden en andere-zaken-die-je-op-wereldreis-niet-nodig-hebt kopen maar dat laten we maar aan ons voorbij gaan. Al met al wel een grappige stop.
We rijden verder zuidelijk. Onderweg zien we mensen die rijst aan het oogsten zijn. Het zuiden van Lombok heeft wel rijstvelden maar niet de indrukwekkende terrassen zoals we die op Java en Bali hebben gezien. Wat wel direct opvalt is dat Lombok veel armer is dan voorgaande eilanden. De wegen zien er redelijk uit, maar de kleine huisjes en winkeltjes langs de weg verraden dat men hier niet zoveel te besteden heeft. Verder ziet alles er een stuk rommeliger en primitiever uit dan op Java en Bali.
Tegen het eind van de ochtend komen we aan in Kuta. Kuta Lombok heeft niks weg van Kuta Bali, al zou daar over een jaar of tien weleens verandering in kunnen komen. In de verte zien we de nieuwe internationale luchthaven al liggen en er wordt hard gewerkt aan nieuwe wegen. Ook worden er overal stukken land aangeboden waar hotels op gebouwd kunnen worden. Op dit moment is Kuta nog een slaperig klein backpackersplaatsje aan een groot wit zandstrand. Het ziet er gezellig en relaxed uit, er is verder weinig ontwikkeling en er ligt overal veel afval. Gezien alle ontwikkelingen zal het er over een jaar of tien wel anders uitzien. We weten nog niet of dat een positieve- of negatieve ontwikkeling is. Uiteraard betekent meer toerisme meer inkomsten en betere vooruitzichten voor de lokale bevolking. Maar het kan ook een overdaad worden, bijvoorbeeld zoals in Kuta Bali, waardoor er over-ontwikkeld wordt en mensen steeds méér willen. Waardoor vervolgens de lokale cultuur en gebruiken zoek raken. We hopen dat dit mooie plaatsje dat lot bespaard blijft.
We eten wat in de lokale warung, lopen even het strand op en als het gaat regenen zoeken we de chauffeur weer op die net een tukje ligt te doen. We laten hem maar even en al gauw wordt hij uit zichzelf weer wakker.
We rijden weer richting het noorden. We zijn net Kuta uit als een brommerrijder op z’n kant gaat en meters en meters over de weg schiet, onze kant op. De chauffeur ziet hem op tijd en weet de brommer rustig en behendig te ontwijken. Wat maar goed is voor de bestuurder want die staat na de val weer op, wat niet gelukt was als ‘ie frontaal tegen ons op was geknald. Met de schrik er enigszins in rijden we verder en kiezen een ‘binnendoor’ route. Dit houdt op Lombok in dat de wegen heel slecht zijn dus we hobbelen wat af. Gelukkig zitten we dit keer niet in de kofferbak :). De chauffeur excuseert zich en koopt een lading suikerriet voor zijn kinderen. Hij biedt ons ook een stuk aan en we kauwen gretig op het gekke spul. Ik weet zeker dat onze tandartsen het niet eens zouden zijn geweest met deze versnapering; nadat je met je tanden een stuk hebt afgebeten, moet je het kauwen, zuig je het suikersap eruit en spuug je de rest weer uit. Geen wonder dat die mensen hier geen tanden meer hebben als ze op leeftijd zijn!
We passeren veel kleine dorpjes en iedereen die buiten zit zwaait en zegt gedag. We zijn vroeg dus we maken een klein omweggetje om een tempel te bezoeken. Op zich leuk, maar de ‘verplichte’ gids jammert dat we hem te weinig geld geven en vandaag heeft hij dan toevallig de verkeerde voor zich. Hij kan maar beter maken dat ‘ie uit mijn gezichtsveld verdwijnt. En dat maak ik hem ook duidelijk natuurlijk ;-)
Tegen half vier komen we terug in Senggigi, checken we het internet en lopen we nog even naar het strand, wat hier niet zoveel voorstelt. Daarna duiken we nog even in het zwembad wat we alweer voor onszelf hebben. Vanavond eten we bij een lokale warung voor 1 euro nasi tot grote vreugde van het jonge stel van wie de warung is. Dat doen toeristen hier namelijk niet, die gaan voor het driedubbele in een restaurant zitten. We skypen nog even met thuis, drinken onderweg naar het hotel nog een ‘kopi susu’ bij een ander stalletje en lopen dan terug naar ons hotel.
25 Februari 2011, Senggigi
Om acht uur zitten we klaar en een kwartier later worden we door de chauffeur opgehaald voor onze grote tour door het noorden en midden van Lombok. Het eiland Lombok is qua oppervlakte bijna net zo groot als Bali, maar het heeft veel minder wegen. Vandaag rijden we een rondje rondom de Rinjani vulkaan. Het eerste stuk gaat langs de noordkust van Lombok. We hebben prachtig uitzicht op de vele baaien en op de Gili eilanden waar we morgen heen gaan. Hoe verder we gaan, hoe groener en heuvelachtiger de omgeving wordt. Het is goed te merken dat we in een dunbevolkter gebied terecht komen; we zien nog maar weinig auto’s en de weg wordt steeds smaller en slechter. Na ongeveer 2,5 uur komen we aan bij de Terjun Sindang Gila waterval. De chauffeur parkeert de auto bij een ‘tourist information’ kantoortje en zegt ons dat we daar naar binnen moeten gaan. Dat lijkt ons niet nodig, want we weten dat we de waterval zonder gids kunnen gaan bekijken. De meneer bij het kantoortje wil toch even onze aandacht en zegt ons dat we de lokale regels moeten respecteren en een gids moeten nemen. Wij zeggen dat in onze reisgids staat dat het niet hoeft, alleen als we naar een verder gelegen tweede en derde waterval willen. De jongen zegt dat de reisgids niet klopt (tuurlijk), dat wij zonder gids niet naar de waterval kunnen en dat het 30.000 Rupiah per persoon kost, een belachelijk hoog bedrag voor hier. Wij besluiten dan maar de hele waterval te skippen; daar hebben we er al zoveel van gezien. We zijn de discussies zat en vinden het zeker geen 5 euro waard.
We lopen naar de auto en de chauffeur komt naar ons toelopen en vraagt wat er aan de hand is. Die ziet natuurlijk zijn pauze aan z’n neus voorbij gaan en wijst ons op het loketje waar we gewoon voor 5.000 Rupiah een kaartje kunnen kopen om zelf naar de waterval te lopen. Een gids is natuurlijk helemaal niet nodig. We besluiten toch maar te gaan. Op zich is het een hele mooie waterval, in het groen gelegen, het ziet er heel subtropisch uit. We kijken wat rond, wijzen nog een paar gidsen af die ons alsnog naar de grote waterval willen brengen en lopen weer terug naar boven. We zijn nog maar net onderweg tot we de schrik van ons leven krijgen: er kruipt een slang uit de bosjes het pad op! Edwin is vóór de slang, ik loop erachter, de slang glibbert tussen ons in. Ondanks dat ‘ie niet heel groot is, misschien zo’n 30 cm, en heel dun, raak ik meteen in paniek. Naast kwallen zijn slangen mijn grootste nachtmerrie zoals jullie ondertussen wel weten. De slang heeft ook door dat we er zijn en richt direct zijn kleine kop op. Ik ren in paniek naar beneden, Ed naar boven. Het-dagje-uit-hapje-eten-damesclubje achter ons kijkt verbaasd op als ik terug kom rennen. Ik draai me om om te kijken waar de slang is en zie hem nog net bosjes in glippen aan de andere kant van het pad. We zetten de pas erin; wegwezen hier! De route omhoog is nogal stijl en ik moet op een gegeven moment even uitpuffen, ik loop half te hyperventileren van schrik en vermoeidheid! Nu heb ik weleens eerder een slang gezien in het wild, in Australië bijvoorbeeld, maar die lag dan gewoon ergens te slapen. Deze slang glibberde gewoon op me af en had z’n kop al omhoog om toe te slaan. Als echte helden op sokken lopen we naar boven en gaan we fijn weer in de auto zitten. Pfffff. We made it.
We volgen de weg die richting het zuiden langs de vulkaan loopt. De weg is al snel niet veel meer dan een veredeld fietspad met diepe kuilen. We rijden nu echt door de jungle. We zien grote, zwarte apen die we nog niet eerder hebben gezien en die wegslingeren als we uit de auto stappen. Ook zien we heel veel grijze apen op de weg, die zijn een stuk minder schuw. De omgeving is prachtig, we zien veel knalgroene rijstterrassen en veel palmbomen. De lucht is heel koel omdat we hoog rijden en in dit gebied worden veel groenten geteeld; pepertjes, tomaten, kool maar we zien ook kassen vol aardbeien. Helaas is het bewolkt en kunnen we door de wolken heen alleen af en toe de top van de vulkaan zien, gelukkig maakt de omgeving de rit meer dan de moeite waard.
We stoppen in een klein dorpje waar we in een ieniemienie woonkamer restaurantje nasi campur eten; nasi met groenten en kip. ‘Not spicy’ is voor ons natuurlijk veel te spicy, maar we eten ons bordje netjes leeg, het smaakt prima. De mannen bij ons aan tafel kijken nieuwsgierig naar ons, maar ook naar de chauffeur. Hij ziet er nogal hip uit in vergelijking met de mannen uit het dorp; hij heeft sneakers aan en een spijkerbroek, de mannen van het dorp lopen in een soort van geruite pyama. Terwijl de imam door de luidsprekers van de moskee-in-aanbouw het vrijdaggebed prevelt zien we op straat wat kinderen en ouderen rondsjokken. Het dorpje ziet eruit alsof het in de 18e eeuw stil is blijven staan.
We vervolgen onze weg door nog meer jungle en platteland en net als we denken dat er geen eind aan komt rijden we de hoofdweg van Lombok op. Een verschil van dag en nacht. Getoeter, brommers die rechts en links inhalen, overbeladen vrachtwagens en bussen, gitaarspelende jongens en bedelaars bij kruispunten, jongens midden op de weg die collecteren voor de moskee in aanbouw, kinderen langs de weg die naar ons zwaaien en roepen, vrouwen die kleding aan het wassen zijn in de rivier (of riool) en niet te vergeten alle haastige chauffeurs die daar inhalen waar het eigenlijk niet kan. Tegen vier uur komen we aan bij ons hotel en nemen we nog even een duik in het zwembad. ’s Avonds eten we bij onze favoriete nasi warung en als we teruglopen langs het koffiestalletje en gaan zitten vraagt de mevrouw al ‘kopi susu?’ aan mij. In Indonesië zijn er maar drie dagen voor nodig om ergens vaste klant te worden.
27 Februari 2011, Gili Meno
Keurig op tijd zaten wij gisteren op de minibus naar de haven van Bangsal te wachten toen die weer eens niet op kwam dagen. Wél kwam er na tien minuten een knulletje op een brommertje aankarren die zei: ‘yes, we have little problem with the car, we will be here in ten minutes’. Dat er problemen waren met de car was niet zo heel gek gezien de toestand van het ding. Niet dat we daar nog van opkijken na zes maanden azië natuurlijk.
We haalden Bangsal zonder brokken en we werden ongeveer 400 meter van de boot afgezet; het restant moesten we lopen. Niet dat er geen weg lag waardoor de minibus niet verder kon rijden, maar het is natuurlijk de bedoeling dat je een paard en wagen neemt die jou naar de boot rijdt. Wij lopen natuurlijk en als wij aankomen bij de plek waar de boten vertrekken is het weer een lekker zooitje. Overal zitten mensen, overal staan manden eten en goederen. In het water liggen een paar bootjes en door het omroepsysteem horen we wat gemurmel in het Indonesisch. We gaan binnen polshoogte nemen en we horen van de dame achter de balie dat er nog één ticket verkocht moet worden en dat onze boot dan vertrekt. Niet veel later maken we kennis met twee Nederlandse meiden die het laatste kaartje blijken te hebben opgekocht om het proces wat te bespoedigen. Gelukkig maar.
Om Lombok heen liggen heel veel hele kleine eilandjes, ‘gili’s’. Drie van deze eilandjes in het noord-westen zijn heel populair en wij kiezen voor het middelste, kleinste en tevens minstbevolkte eilandje: Gili Meno. Als het laatste ticket voor de boot is opgekocht begint men met het inladen van de boot. Omdat het morgen een feestdag is in Indonesië (Mohamed is jarig) gaat er voor alle 300 inwoners van het eiland voedsel mee. Fruit, groente, reusachtige tonijnen, je kan het zo gek niet bedenken. Waarschijnlijk waren ze in alle consternatie vergeten dat ze ook 45 tickets hadden verkocht want toen wij op de boot stapten was er eigenlijk al geen ruimte meer voor ons. Alhoewel het begrip ‘geen ruimte’ in azië natuurlijk niet bestaat dus terwijl wij probeerden onze backpacks droog te houden zwermden er allemaal moedertjes om ons heen met nóg meer manden vol eten en drinken. Iedereen vond een plekje behalve ik. De stuurman wees ergens in de richting van de emmer met twee mega-tonijnen (opsekop, dood) en vroeg of ik ergens anders kon gaan zitten. Ik stond namelijk op het ene houten plankje waar de stuurman moest zijn. Ik zei nee. Het kon ook echt niet. En het is best met die lui, voor je het weet sta je een half uur op één been tussen de oma’s en tonijnen te balanceren op een wilde zee. Ik ging zitten op een randje aan de achterkant van het bootje en hield de paal naast me stevig vast. De stuurman vond dat best en zette de vaart erin. Edwin zat een stukje voorin de boot met de rugzak met laptop en paspoorten en dat was maar goed ook. Dit is de eerste keer in mijn hele reisleven dat ik niet verbaasd had geweest als de boot om zou vallen. We lagen schuin op het water, voeren tegen de golven in en Ed en ik keken elkaar bij elk ‘bijna-omval-moment’ angstvallig aan. Ik was niet bang voor ons, we kunnen zwemmen en de eilanden zijn niet heel ver weg. Ik vroeg me alleen af hoe het nu moest met de stempel van onze visumverlenging waar we zoveel moeite voor hadden gedaan.
Gelukkig haalden we na ruim een half uur Gili Meno met slechts een paar natte voeten. Samen met de meiden liepen we naar een accommodatie die er goed uitzag maar die we te duur vonden. Edwin bleef vervolgens bij de tassen en wij inspecteerden nog een aantal andere accommodaties. Na een minuut of 20 vonden we een leuke met rieten hutten en redelijke badkamers. De vraagprijs was 250.000 Rupiah per nacht maar het is laagseizoen dus we onderhandelden 200.000 (zo’n 16 euro) per nacht, inclusief ontbijt. Zo gezegd, zo gedaan, het grote genieten kan beginnen!
En hoe! Hebben we tot nu toe in Indonesië alleen nog maar zwarte of overbevolkte stranden gezien; de Gili’s hebben écht witte stranden. En er ligt niemand op het strand. Het water is doorschijnend lichtblauw en er ligt heel veel koraal vlak voor de kust. We huren een snorkelset en zien bij onze eerste expeditie al een zeeschildpad, prachtig om te zien. Ook natuurlijk heel veel mooie vissen en koraal.
Na de lunch lopen we een stukje over het eiland, wat heel erg klein is. Als het gaat regenen schuilen we bij één van de kleine verhoogde loungeplekken met een rietendak erboven en bestellen we wat te drinken. Als het weer droog is lopen we weer terug en wagen we nog een snorkel-expeditie. Wederom zien we zeeschildpadden en prachtige vissen. Heel bijzonder, zo dicht bij de kust.
Vanmorgen waren we vroeg wakker, waarschijnlijk omdat we gisteren al om negen uur gingen slapen. We onbijtten en besloten een half rondje om het eiland te lopen. Vandaag is de verjaardag van Mohamed waardoor er al vroeg gezang en gebrabbel uit de moskee-speaker klinkt. Dat gaat de rest van de dag ook door, aan het eind van de dag worden zelfs de speakers van de stereo installatie erop aangesloten. Bij de moskee is het druk, overal zitten mensen met eten. Er staat ook een hoge paal naast waar kleding bovenin hangt; later vandaag is het de bedoeling dat men hier in klimt en de snelste mag dan bovenin een kledingstuk uitzoeken. Huh? Ja echt! We laten het tafereel aan ons voorbij gaan want we krijgen het erg warm van de wandeling die verder best relaxed is. Het komt erop neer dat er eigenlijk niks te zien is op Gili Meno, behalve dat het een paradijsje is met witte stranden, blauwe zee, tropische vissen en zeeeeeer traaaaage inwoners. We duiken het water in voor weer een snorkelactie en zien alweer prachtige vissen en zeeschildpadden, die we na het snorkelen uitvoerig bespreken. Verder luieren we wat in de warung om de hoek waarvandaan we regelmatig schildpaddenhoofdjes boven het zeewater uit zien ploepen. Een schattig gezicht. Vanavond eten we inktvis van de barbeque met de Nederlandse meiden van wie ik allemaal fijn-en-nutteloze Nederlandse tijdschriften heb gekregen. HOERA. Al met al een gezellige dag.
Vraag van de dag: hoe nutteloos is het om het zeewater uit je bikini te wassen onder een douche waar zeewater uitkomt?
28 Februari 2011, Gili Meno
Eerste uitdaging van vandaag; boottickets boeken terug naar Bali. Dat klinkt makkelijker dan het is. Je kan naar Bali reizen met de reguliere ferry (die wij op de heenreis namen) waarbij je eerst met een bootje naar Lombok vaart, dan een gedeelte per bus aflegt, vervolgens op de ferry stapt en dan na vijf uur uitkomt in het uiterste oosten van Bali. Deze reis is de goedkoopste optie, maar wel één waarbij we twee dagen onderweg zijn als we naar Lovina willen. Er zijn ook ‘fastboats’, die vertrekken vanaf een Gili even verderop en rechtstreeks naar Bali gaan, waar je twee uur later aankomt en al redelijk in het noorden bent. Hiermee kunnen we in één dag in Lovina staan. Nadeel: de reguliere prijs van deze boten is ruim 50 euro p.p., echt een belachelijke prijs voor een boot in Indonesië. Omdat het laagseizoen is valt er wel wat af te dingen maar….op Gili Meno loopt men niet zo hard. De mensen zijn hier nogal….traag en ook niet persé vriendelijk te noemen. Eigenlijk willen ze gewoon niet dat je wat aan ze vraagt. Als je dat wel doet (je wilt tenslotte een flinke commissie bij ze neerleggen) zuchten en steunen ze wat, zeuren wat, bellen wat en geven je dan een veel te hoge prijs. Uiteindelijk lukt het ons voor 40 euro p.p. een boot te boeken naar het noorden van Bali inclusief vervoer naar Lovina; duur maar het lijkt de enige optie.
Oververhit en licht gepikeerd duiken we daarna maar de zee in waar we prachtige zeeschildpadden zien die onze ochtend weer goedmaken. We zwemmen een poosje met ze mee, als ze naar de oppervlakte zwemmen om adem te halen zie je hun koppie boven het water uitsteken. Een machtig gezicht.
Verder doen we weinig. Bij onze laatste snorkelactie zie ik allemaal kleine kwalletjes in het water en weet ik niet hoe snel ik er weer uit moet. Hoe is het toch mogelijk dat er in dit prachtige paradijs zoveel enge beesten wonen?
01 Maart 2011, Lovina
Over enge beesten gesproken, er zat gisteren een schorpioen in onze badkamer. Maar ja, ik had mijn mond vol met tandenpasta en moest dat toch uitspugen. Dus ik spoelde mijn mond, met in mijn ooghoek het enge beest en zei terloops tegen Edwin ‘er zit een schorpioen in de badkamer’. Die vervolgens volledig in de stress schoot, camera erbij, ‘wat-moeten-we-nu’ en ‘dat-is-gevaarlijk’ enzo. Ik keek geamuseerd naar het tafereel (Edwin met bezem in de aanslag in de badkamer) en was verbaasd dat ‘ie zo fel reageerde. Vervolgens keek Edwin mij weer niet-begrijpend aan; hoe kan je nou volledig in paniek raken van een kwal van twee centimeter en net doen of er niks aan de hand is als er een giftig beest in je badkamer zit? Hihihi. Tja. Kwallen vind ik toch enger. Uiteindelijk heeft Edwin een meneer van het hotel gehaald die het beest met een wc-borstel heeft doodgemaakt en uit de badkamer naar buiten heeft gegooid. Ook vertelde de meneer dat ‘ie weleens in zijn arm gebeten was door een schorpioen en dat zijn hand sindsdien niet meer goed functioneert. We hebben deze avond bovenop de reguliere ‘diertjes-check’ een extra ‘schorpioenen-check’ gedaan. Overigens ben ik blij dat kwallen niet in je bed kunnen kruipen.
Vanmorgen een flink helse rit op zee gehad. We hadden de ‘fastboat’ geboekt van Gili Meno naar Amed op Bali. Al na 20 meter varen viel de motor uit. So far voor je fastboat. Gelukkig konden ze het fiksen, waarna we twee uur lang op hoge snelheid met gigantische golven naar Bali zijn teruggevaren. Iedereen behalve Edwin was twee uur lang bezig zich te concentreren op andere dingen dan zeeziek zijn en kotsen. De zee was écht wild. In Amed stond iemand klaar om ons met een prettige auto naar Lovina te brengen, een rit van 2,5 uur. Dat ging heel voorspoedig. We checkten in in ons fijne resort en checkten de mail.
En toen. En toen. En toen bleek. En toen bleek dat ze ons vrachtschip naar Australië hebben G.E.A.N.N.U.L.E.E.R.D.
Twee weken voor vertrek van onze laatste etappe naar Australië valt onze droom in duigen. We zijn ongelooflijk teleurgesteld, hebben direct de halve wereld afgemaild om te kijken of we nog op een schip kunnen komen, maar twee weken voor vertrek is dat een illusie. We zijn er nogal ondersteboven van; maandenlang hebben we hier zo enorm naar uitgekeken. Onze hele reis in azië is volledig afgesteld geweest op deze zeereis naar onze eindbestemming. We waren vanuit Lombok vandaag zelfs al aan onze ‘terugreis’ naar Singapore begonnen om over dertien dagen op het vrachtschip te stappen. Het gaat niet gebeuren. We moeten het even laten bezinken.
-
02 Maart 2011 - 18:52
Kees En Lucie Prijs:
Hallo wereld reizigers,, Ik heb nooit geweten dat lombok zo mooi was. , ik heb alleen nog geen foto van die slang gezien.!. En ook de schorpioen staat niet op de foto!. Misschien de volgende keer. Nu nog een boot naar Australie. veel geluk. Kees en Lucie. (mooie foto,s) -
02 Maart 2011 - 18:54
Shusila:
Ooooowwww.... wat balen!!! Poep, zeg! Waarom is dat in vredesnaam geannuleerd?? Succes met een alternatief zoeken.
Het lijkt me soms echt verrot en vermoeiend om steeds zo af te dingen. wetend dat je bijna altijd genept wordt :-(
Hou julllie taai daar en blijf genieten!
Liefs, Shusila -
02 Maart 2011 - 21:05
Marga En Jelle:
Wat een pech......! Australie loopt jullie bezoek mis; de inwoners van Australie zullen teleurgesteld zijn omdat hun prachtige land niet beschreven wordt in het verslag van een wereldreis. Voordeel is dat er nu weer landen overblijven waar jullie op een later tijdstip naar toe kunnen. Alle gekheid op een stokje: echt heel jammer. Maar jullie ondertussen kennende verzinnen jullie een fantastich alternatief. De bootfoto is helemaal geweldig. De andere foto's ook. Liefs en groeten, J&M -
03 Maart 2011 - 09:08
Gerrit:
De verhalen blijven mooi evenals de foto's. Wat is het toch heerlijk als je voor een euro uit eten kan en het nog lekker is ook. Wat een R.. streek om de bootreis te annuleren. Maar jullie hebben nog even om een alternatief te zoeken en dat gaat jullie kennende zeker lukken . Suc6 gr. gerrit -
03 Maart 2011 - 09:50
Jo&Bas:
Cool zeg, die schildpadden. Maar wat een hel dat het vrachtschip is geannuleerd. Logisch dat jullie daarvan even doodgeslagen zijn. Aaargh!! We hopen dat de reisgoden spijt krijgen van hun rotstreek en een goed alternatief op jullie pad brengen. Veel succes!! xxx J, B, E -
03 April 2011 - 20:07
Wilja En Ferry:
Ik heb weer genoten van jullie verhalen. Je moet Fer maar eens vragen wat hij in een boom op Corsica zag. Dan begint hij nu weer te hyperventileren..
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley