Malo e lelei Tonga!
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette
05 Mei 2011 | Tonga, Nuku'alofa
Osama Bin Laden is dead
It wasn’t me
I was drinking Chardonnay
In a hammock on Fiji
03 Mei 2011, Ha’Atafu, Tongatapu Island, Tonga
Teveel wijntjes drinken op de avond voor een reisdag is niet verstandig. Nou houdt mijn verstand na het eerste wijntje over het algemeen op met functioneren dus eigenlijk stond ik compleet machteloos toe te kijken hoe ik gisterenavond het ene glas wijn na het andere naar binnen tikte. Het was ook zo gezellig met Dave en Noor en we hadden ze al sinds Cambodja niet meer gezien, genoeg stof tot bijkletsen dus. Tegen half één kwamen we terug in het hotel en was ik zó moe dat ik me niet eens meer interesseerde in de kakkerlak die over ons bed liep. Ik kroop onder de lakens en was weg.
Drie kleine uurtjes later ging de wekker. Ik voerde mijn tactiek uit die ik de laatste tijd ontwikkeld heb als ik vroeg op moet staan. Dat houdt in dat Edwin er eerst uit gaat om te douchen en als de tijd dan echt begint te dringen dwing ik mezelf op te staan. Hoofd onder de kraan, kleren aan, wegwezen. Terwijl jullie thuis op 2 Mei nog aan het avondeten zaten, reden wij in de vroege uurtjes van 3 Mei naar de luchthaven van Nadi. Of, Edwin reed eigenlijk. Als ik had gereden en had moeten blazen had ik nu in de Fiji-jail gezeten. Nu wilde ik graag op Fiji blijven hoor, maar ik denk niet dat de omstandigheden in het correctie-instituut in Suva van vergelijkbare kwaliteit zijn met het Pearl South Pacific Resort. We leverden de auto in en checkten in voor onze vlucht. Bestemming: Nuku’Alofa, de hoofdstad van het koninkrijk Tonga.
Dit soort dingen zie je normaal gesproken alleen maar Floortje Dessing doen. Die staat dan ondanks het ongoddelijke tijdstip fris gewassen en haren gekamd (wat een kutbaan eigenlijk) vrolijk voor het bordje Nuku’Alofa te springen en zegt hoe blij ze is dat ze er naartoe mag en dat ze het niet kan geloven terwijl ze het toch echt zelf heeft geboekt en het ook nog eens voor haar betaald wordt. Ik zal jullie vertellen hoe het in werkelijkheid gaat. Je loopt met je duffe hoofd naar de incheckbalie, de wijn-odeur nog om je heen, ondanks dat je meerdere keren je tanden hebt gepoetst en je fles Issey Miyake hebt leeggespoten op jezelf. Je gooit je tas neer, geeft je paspoort aan de mevrouw en krijgt een boardingpas. Dan ga je stoïcijns een uur voor je uit zitten staren op een bankje en als je enigszins in staat bent, loop je naar de gate. Ik garandeer jullie dat daar om half 5 ’s morgens helemaal geen specifieke blijheid aan te pas komt.
Als we eenmaal slaperig bij de gate hangen wordt ons al heel snel duidelijk dat de inwoners van Tonga er heel anders uitzien dan de inwoners van Fiji. Hun gezichten zijn Polynesischer ofzo, moeilijk uit te leggen. Ze kleden zich wel ongeveer hetzelfde: de mannen dragen net als veel mannen in Fiji een wikkelrok, soms met een stropdas en een colbert eroverheen. De vrouwen zijn gekleed in vrolijk gekleurde soepjurken. Ik voel direct een band met de vrouwen van Tonga. Het is duidelijk dat een maatje meer in Tonga een fashion statement is, anders zouden alle vrouwen om mij heen niet tonnetje rond zijn. Mijn vetrol valt volledig in het niet bij die van hen, ook wel eens leuk. Minder leuk is dat ik me deze vlucht opoffer om in het midden te zitten terwijl ik op mijn vingers had kunnen aftellen dat er zo’n reuzin naast me neer zou strijken. Waardoor ik dus de gehele vlucht in mijn rechterzij gepord wordt en ze ook nog eens haar voeten in mijn beenruimte zet omdat ze haar tas onder de stoel voor haar kwijt wil en er dus geen plek meer is voor haar eigen voeten. Misschien is het hier nog iets te vroeg voor.
Gelukkig is Fiji’s Air Pacific naast ‘The Friendliest Airline’ ook een hele goede airline. Eén en al bemoedigende glimlach van de stewardessen en we krijgen ontbijt aan boord met vers fruit, heerlijke yoghurt, een muffin en een zeer troostend bakkie leut. Al na iets meer dan een uur komt het hoofdeiland Tongatapu onder ons in zicht. Ik vind het wonderlijk dat de piloot het heeft kunnen vinden. Voor degenen die niet weten waar Tonga ligt: open Google Maps en tik Tonga in. Je scherm wordt nu blauw. Niet wegklikken! Pak je vergrootglas of klik net zo lang op de ‘zoom’ knop tot er een wit stipje verschijnt. Dat is Tonga, en daar zijn wij nu dus.
Als we eenmaal door het dikke wolkendek zijn, doemt onder ons een groen, plat eiland vol met palmbomen op. We landen in een regenbui. Fijn. Verlieten we Fiji vanmorgen in de stralende zon, hoost het op Tonga. Het is nu mei dus het droge seizoen zou moeten zijn begonnen, maar daar merken we niet zoveel van.
We gaan in de rij staan voor de douane en er wordt direct duidelijk dat er niet zoveel toeristen zijn die Tonga aandoen. Naast redelijk veel locals zien we een grote groep Amerikanen en een paar Aziaten. Allen lijken hier te zijn in het kader van de ontwikkelingshulp. Tonga is een arm land en niet zelfvoorzienend; zij moeten het vooral hebben van hulp van buitenaf. Ik voel me ineens enorm lui.
De dame bij de douane wil het printje van $17 van ons doorreisticket zien (hoera!) en we krijgen een mooie stempel. We zoeken onze tassen, die op een enorme stapel in de ‘aankomsthal’ zijn neergekwakt en leggen de douaniers uit dat we wat brood en crackers hebben. Dat moet als je op je immigratiekaart aangeeft dat je eten bij je hebt. Ze vinden het best. We lopen door de deur en zijn nog geen meter op Tonga-ze bodem of er staat alweer een meneer vriendelijk te lachen, vragend door wie wij worden opgehaald. Als wij zeggen voor welk hotel wij komen, wijst hij ons naar Hans, die ons komt ophalen. Der Hans is Duits en woont al 22 jaar in Tonga. Hij begint meteen enthousiast te vertellen en is heel nieuwsgierig naar onze reis. Hij vraagt in één zin; ´maken jullie een wereldreis? Schrijf je er een boek over?´ dat is namelijk wat Hans zelf ook heeft gedaan. Hij maakte een reis rondom de wereld via de Westelijke route, deed onder andere Tonga aan en schreef daar een boek over, wat Edwin nu aan het lezen is. Der Hans blijkt al na tien minuten een ware inspiratiebron.
Ons hotel ligt aan de andere kant van het hoofdeiland Tongatapu. De rit duurt ongeveer 50 minuten en het wordt ons al snel duidelijk dat Tonga een compleet ander land is dan Fiji. Het is bovenal arm. De huisjes stellen niet heel veel voor, de wegen zijn slecht. Het oogt heel rommelig. We voelen ons er direct thuis. Hans vraagt of wij morgen met hem op eilandtour willen, wat hij ons bijzonder goedkoop kan aanbieden omdat hij nog drie andere gasten heeft die meegaan. Wij tekenen ervoor.
Bij aankomst worden we vriendelijk begroet en naar onze kamer gebracht. Die blijkt heel groot met twee grote bedden en een zitgedeelte met banken, een salontafel een koelkast en waterkoker en een tv. Het resort ligt aan een prachtig wit strand, wat er verlaten uitziet. We lunchen en slapen ´s middags een paar uur bij. Het regent onophoudelijk. Volgens de eigenaar is het lange tijd droog geweest en zal het deze week wel wat meer regenen. `But Saturday will be sunny´. Godzijdank.
Ondanks de regen –wat normaal gesproken een enorme issue zou zijn voor mij als ik helemaal naar de andere kant van de wereld ben gereisd om op een tropisch strand te liggen- voelt Tonga direct als een warm bad. De mensen zijn heel vriendelijk en lief, en het voelt heel bijzonder om hier te zijn. We kunnen niet wachten het land en de mensen te gaan ontdekken.
04 mei 2011, Ha’Atafu
Even een beetje achtergrondinformatie.
Tonga bestaat uit 171 eilanden, waarvan Tongatapu, waar wij zijn, het grootste is. Het eiland is 260 km2 groot en er wonen ongeveer 69.000 mensen; in heel Tonga wonen ongeveer 108.000 mensen. Interessant genoeg waren wij Hollanders het die de Niuas eilanden voor het eerst ontdekten, ontdekkingsreizigers Willem Schouten en Jacob Le Maire kwamen hier al in 1616. Tongatapu´s eerste Europese bezoek was van Abel Tasman, die hier een paar dagen bleef om te handelen en het eiland in 1643 ´Amsterdam´ noemde. Origineel. Na Abel kwam James Cook (Spuit 11) en weer later kwamen de Spanjaarden ook nog een keer. Toch is Tonga nooit een kolonie geweest, een opvallende uitzondering in dit gebied.
Dat ik er niet ver naast zat met dat gewicht in Tonga een fashion statement is, blijkt als ik verder lees over de geschiedenis van Tonga. Koning Taufa´Ahau Tupou IV, die in 1965 aan de macht kwam, stond met zijn 210 kilo bekend als ´s werelds zwaarste monarch. Hij werd een rolmodel voor gezondheid in Tonga, tot hij in 2006 op 88 jarige leeftijd stierf.
In zijn laatste levensjaren kwam er steeds meer roep om democratie, wat na zijn dood geleid heeft tot zeer ernstige rellen in Nuku´Alofa. De nieuwe koning, zoon van bovenstaand zwaargewicht Koning George Tupou V, vind het ook tijd worden voor meer democratie en minder corruptie. Althans, zo zegt hij. Terwijl 40% van de inwoners van Tonga onder de armoedegrens leven, werd een bedrag zo groot als 1/3 van de jaarlijkse buitenlandse steun uitgegeven voor zijn bekroning in 2008. Het zal dus nog moeten blijken hoe zijn intenties zijn.
99% van de inwoners van Tonga zijn Christelijk. Voor hen is zondag dus een rustdag en vanaf zaterdagnacht 12 uur ligt het land compleet stil. Uitgaan doe je dan ook op vrijdag. Het is volgens de wet niet toegestaan om te werken of te sporten en er zijn geen binnen- of buitenlandse vluchten op zondag. Men gaat naar de kerk, rust en eet een bijzondere maal.
***
Vanmorgen begon met een paar flinke buien. Ik kan mij niet aan het idee onttrekken dat God enorm heeft moeten huilen om de zielige, hopeloze triestheid van het College van Zorgverzekeringen wat ons van het kastje naar de muur stuurt en weer terug naar het kastje. Gelukkig trokken Zijn én mijn woede bij en al gauw werd het zonnig. Hans komt ons om een uur of tien ophalen met nog vier gezellige reizigers, allen Duits. Allereerst stoppen we bij een boom vol met vliegende honden, die daar allemaal opsekop in een tak hangen te slapen. De vliegende hond is het enige dier wat hier voorkomt en ook vandáan komt. Het zijn echt hele grote beesten. Onder de boom ligt een kerkhof met graven die allemaal een grote berg zand erop hebben. Er worden hier geen kisten gebruikt maar men dekt de graven af met zand. De belangrijke mensen liggen onder een enorme berg stenen die behandeld zijn met een speciale olie. Overigens staan op bijna alle graven heel veel bloemen, het ziet er erg verzorgd uit.
We rijden door naar de ‘blowholes’. Die hebben we al vaker gezien maar niet tientallen naast elkaar! De hele kust is ermee bezaaid en tot zover het oog reikt zien we water langs de kust omhoog spuiten. Het is een prachtig gezicht. Hans houdt van praten en doet dat dan ook zo’n beetje de hele dag. Hij vertelt ons van alles over Tonga en de inwoners, maar ook over zichzelf en Tonga, over hoe hij hier terecht is gekomen, over de ontwikkeling van het land en over zijn ontmoetingen met de koning. Dat is leuk, want we komen zo heel erg veel te weten over het kleine koninkrijk. Het is goed te merken dat Tonga nog niet beïnvloed is door toerisme.Waar we ook komen, iedereen lacht. Kinderen zwaaien en willen maar al te graag op de foto. De mensen zijn heel vriendelijk en praten allemaal Engels. We voelen ons heel erg welkom.
Na ons bezoek aan de blowholes rijden we naar een uitzichtspunt met een prachtig uitzicht over de kust. De heldere kleur van het water komt hier goed uit, het is turkoise en blauw en nodigt uit om erin te springen. Er knallen gigantische golven tegen de rotsen, erg mooi. Hierna rijden we door naar de James Cook lookout, de plek waar James Cook (Spuit 11 dus) ooit aan land kwam. Het is er erg mooi maar we vinden de ketting-verkoopster die er zit een beetje te enthousiast. We rijden verder over de onverharde wegen, door velden vol palmbomen. Tonga heeft er duizenden. Het eiland is ook zó groen. We komen aan een stuk kust waar allemaal varkens in het water staan en in de modder staan te poeren. Klaarblijkelijk zoeken ze krabjes. Ik heb nog nooit een varken in zeewater naar krabjes zien poeren, ik vind het een komisch gezicht. Hierna neemt Hans ons mee naar een plek waar drie 40-ton wegende stenen staan, een soort hunebed. Er gaan natuurlijk allemaal mythes over hoe die daar komen, maar dat soort dingen vind ik meestal een beetje vaag. Ik vind het volgende uitstapje leuker; een gigantisch wit strand met heerlijk, lauwwarm doorzichtig zeewater en allemaal kreeftjes-verstopt-in-schelpjes die op het strand rondlopen. Tonga is een paradijs.
De dag eindigt in de hoofdstad, Nuku’Alofa. Onderweg ernaartoe stoppen we nog even bij de ‘Prison Market’ een winkel waar men groenten verkoopt die de gevangenen hebben verbouwd. Nuku’Alofa is niet veel meer dan een groot dorp. Het is de eerste hoofdstad ter wereld waar we komen waar we kippen op straat zien lopen. Kippen! We zien de woning van de koning (van een afstandje) en het paleis wat voor 13 miljoen is gepimpt maar wat nu niet helemaal-naar-zijn-zin-is en wat dus leeg staat. Hm. Het wordt ons langzaam maar zeker duidelijk waarom de huidige koning niet heel populair is hier. We stoppen nog even op de vismarkt, doen nog wat boodschappen en zien de zon langzaam ondergaan terwijl we weer terugrijden naar Ha’Atafu.
Bij terugkomst bij ons hotel gaan we eerst even douchen. We hadden wat problemen met het waakvlammetje en dus met het warme water en krijgen duizend keer excuses. De eigenaar zegt dat ‘ie het probleem denkt te hebben opgelost maar als dit niet het geval is, heeft ‘ie al een luxere ocean view kamer voor ons klaargemaakt, dan krijgen we direct een upgrade. Ook willen ze onze was gratis doen voor al het ongemak, terwijl wij het allemaal helemaal niet zo ongemakkelijk vinden eigenlijk. De douche blijkt trouwens ook prima te werken. Iedereen is hier gewoon ook zo lief.
We eten lekker en daarna nodigt de eigenaar ons uit voor een kava-ceremonie. Vrijwel overal in de Pacific wordt kava gedronken. Kava is een peperstruik gewas. De wortels van deze struik worden na 3 tot 5 jaar vermalen, gedroogd en verpulverd. Dit goedje wordt met water aangelengd en dan ontstaat er een soort slootwater-substantie. We gaan in een cirkel op de grond zitten met in het midden een grote, prachtige houten schaal vol met kava. Eén iemand schenkt de kava in kleine kommetjes. Als je ook een kommetje kava wilt klap je eenmaal je handen voor één soeplepel, twee maal voor twee, etc. De ceremonie is al even aan de gang als wij na het eten aansluiten en één van de mannen maakt allemaal gekke geluidjes, hartelijk uitgelachen door de rest. De kava zelf smaakt niet bijzonder lekker, maar is vreemd genoeg wel te drinken. Het smaakt ook helemaal niet zo sterk dus we drinken er zo drie kommetjes van weg.
Na deze fantastische, relaxte en leerzame dag gaan we terug naar onze kamer en lezen we nog wat. Ik kan niet anders zeggen dan dat we ons enorm thuisvoelen op Tonga. De hartelijkheid en puurheid van de mensen raakt ons enorm. Het land is nog zo relatief onderontwikkeld, helemaal op toeristisch gebied. Een verstopt paradijs, wat wij gelukkig op tijd hebben gevonden.
05 Mei 2011, Ha’Atafu
We zitten aan het ontbijt en lezen op Nu.nl dat de dodenherdeking net afgelopen is. Terwijl jullie je opmaken voor een nachtje slaap, eten wij een heerlijk boterhammetje met ei en een tropische fruitsalade. Als we terugkomen in de kamer horen we allemaal kokosnoten vallen. Het blijkt dat het personeel bezig is palmbladeren en kokosnoten uit de bomen te halen voor het grote Tonga dansfeest van morgenavond. Wij gaan naar het strand. Het is heerlijk weer, de zon schijnt. Edwin gaat snorkelen, ik lig in de branding en werk aan mijn kleur (roodbruin op het moment). Er is geen simpele ziel te zien op het strand, in het water slechts een enkele snorkelaar en onze Amerikaanse medegasten die druk in de weer zijn met een kayak. Als ze klaar zijn vragen ze of wij soms even willen kayakken. Dat willen wij wel. Degenen die mij langer kennen dan vandaag weten misschien wel dat het zeer uitzonderlijk is dat ik vrijwillig in een kayak stap. De laatste keer dat ik in zo’n ding zat was tijdens het 4Havo-Terror-Ardennen-Weekend en toen verzoop ik bijna. Niet dat ik daar op veel medelijden hoefde te rekenen, want net nadat ik mezelf van de verdrinkingsdood had gered moest ik nog genadeloos 5 uur door de regen lopen. Teambuilding noemen ze dat.
Maar goed, wij dus in de kayak. We peddelden naar de golven en Edwin ging er vol in, kieperde natuurlijk vrijwel meteen om en wilde er ook meteen weer uit. Gelukkig bleef hij nog even want het bleek bijzonder leuk om dwars met je kayak door de golven te varen. Mijn zes jaar aan balletlessen bleken eindelijk eens van pas te komen; schijnbaar hield ik mezelf genoeg in balans en kieperde ik niet om. Zelfs niet toen een golf van wel een meter op mijn kayak brak; alhoewel het niet veel scheelde of ik was gewoon gelanceerd! Het is wel echt heel grappig, zeker als je door de golven een stuk wordt meegenomen.
Verder doen we het vandaag rustig aan. We lezen, luieren, eten en drinken wat. Vanmiddag maken we bij eb een wandeling door het koraal en zien we door het heldere water een gigantische blauwe zeester en een gekleurde murene. Aan het eind van de middag komt iemand van het hotel ons halen. Eén van de jongens klimt lenig in een paar palmbomen, gooit wat kokosnoten naar beneden en hakt deze voor ons open. De kokosnoot zit helemaal vol met heerlijk kokoswater. Net nadat we de kokosnoot hebben leeggedronken gaat de zon onder en verandert de blauwe lucht in geel, roze en oranje.
We found paradise, yet again. Check the photos and see for yourself…
-
05 Mei 2011 - 07:15
Jo&Bas:
Wij vinden dat paleis van de koning er anders niet slecht uit zien. Misschien kunnen jullie het kraken? Zonde hoor ...
Fijn dat jullie weer een nieuw paradijsje ontdekt hebben. De fotoos zijn prachtig. En wij hebben weer internet, jeej!!
xxxJ,B,E -
05 Mei 2011 - 08:18
Ans:
wat een schittererende foto's weer. Jaloers!!!!
liefs,
mam -
05 Mei 2011 - 08:47
Thaise:
Wow, klinkt weer goed...
Hier schijnt vandaag een waterig zonnetje en ik mag vanavond lekker gaan werken. Nu eerst maar plantjes kopen voor in de tuin en vensterbank...
*bedenkt dat zij straks een blikje kokssap gaat kopen voor The Tonga Feeling*
Xx -
05 Mei 2011 - 11:42
Wen:
Zucht, je laatste alinea kan zo in een reisgids...Heerlijk hoor!
Wij maken ons hier op voor een van de mooiste lenteweekeinden ooit:-) hihi...Heerlijk!
Nog een uurtje of twee, drie werken en dan hou ik het ook voor gezien.
Geniet, geniet, geniet!!!!!!
Liefs Wen -
05 Mei 2011 - 15:54
Gert En Joyce:
dit is zo'n eiland waar ze robinson op kunnen nemen. Misschien kun je alvast een beetje oefenen.
het kayakken heb je al onder de knie. groetjes van ons. We zijn echt niet jaloers hoor!!!!!!!!!
-
06 Mei 2011 - 10:55
Rob B:
Heb ooit eens een zak Kava van iemand gekregen, maar vond het zelf erg muf en dus niet te z**pen - maar dat was dan ook zonder zon, strand, palmbomen, en ceremonie - toch ooit eens zelf gaan ondervinden, lijkt me een goed excuus! X -
06 Mei 2011 - 12:11
Mineke:
Hmm, heb weer behoorlijk genoten van het verhaal en van jullie foto's. Maar spinnen en krabben zijn niet leuk. Kunnen jullie die foto's niet in een apart album plaatsen? 'Foto's, niet voor watjes' of zo? In ieder geval, geniet maar van de wél leuke dingen! ;-) -
09 Mei 2011 - 17:25
Gerda:
Weer genoten van het verslag en van de schitterende foto's.
Groetjes van Jan en mij. -
15 Mei 2011 - 12:42
Wilja:
Dit komt wel heel dicht in de buurt van het paradijs.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley