Zorro en Annie te paard naar Cotopaxi - Reisverslag uit Quito, Ecuador van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu Zorro en Annie te paard naar Cotopaxi - Reisverslag uit Quito, Ecuador van Edwin en Lisette - WaarBenJij.nu

Zorro en Annie te paard naar Cotopaxi

Door: Lisette

Blijf op de hoogte en volg Edwin en Lisette

08 Augustus 2011 | Ecuador, Quito

Maandagochtend! Niet gevreesd jongelui, wisten jullie dat:

- Wij in Nederland tot de paar procent rijksten ter wereld horen;
- Dat we met 4 à 5 dagen per week, acht uurtjes per dag werken een verschrikkelijk luxe leven hebben;
- Een groot deel van de andere 97% op de wereld vrijwel ALTIJD moet werken, 7 dagen in de week, 14 uur per dag;
- Zij dit doen puur om te overleven, om elke dag iets te eten op tafel te hebben;
- Men in China maar drie zelf te kiezen vrije dagen per jaar heeft;
- Men in Amerika en Canada maar twee tot –en dat is een uitzondering- drie weken vrij per jaar heeft;
- Men in Amerika geen standaard pensioen opbouw heeft en bijna geen rechten heeft als men op een dag ontslagen wordt;
- Men –dichter bij huis- in Zwitserland 42,5 uur moet werken voor een full-time week;
- Men in Frankrijk staakt omdat een full-time werkweek 35 uur beslaat (maar dat zijn gewoon idioten).

Ik zou dus zeggen; haal nog een bakkie koffie, complementeer je baas met zijn/haar nieuwe outfit/hairdo, tel de dagen af voor je volgende vakantie en hups! aan het werk maar weer…over een paar uurtjes mag je weer naar huis!

***

4 Augustus 2011, Alausi, huidige hoogte: 2347 meter

Midden op de Panamerican Highway worden we de bus uitgezet. We struikelen uit de hoge bus de lage berm in terwijl de busjongen onze rugzakken uit de bus haalt. Hij wijst naar beneden en zegt dan: ‘Alausi’. Dan springt hij weer in de bus en weg is ‘ie. We kijken naar het plaatsje onder ons, gooien onze rugzakken op onze rug en lopen de steile weg af naar het centrum. We zijn vanmorgen om zes uur uit Cuenca vertrokken en de reis duurde ongeveer vier-en-een-half uur, het is dus nog vroeg als we het plaatsje inlopen. Eenmaal in het centrum kijken we eens om ons heen. Het is een beetje een chaosje; we zien veel mensen in vrolijk gekleurde lokale kledij, vrouwen met kinderen op de rug, kooplui die hun waar aan de man proberen te brengen, toeterende auto’s. We overwegen welk hotel we vanavond willen verblijven. Bijna stappen we één van de ongezellige kolossen in als we in een zijstraatje een klein hostalletje zien. Het is gloednieuw en ze hebben een kamer vrij voor een prikkie. Ze moeten het alleen nog even schoonmaken maar dat geeft niet; kunnen wij mooi even treinkaartjes kopen voor vanmiddag.

Voor de lunch lopen we even naar de markt van Alausi. Ik wil geen droge-kaasbroodjes-van-gisteren meer eten en heb een ongelooflijke behoefte aan fruit en vitamines. We halen appels, bananen, een hele berg aardbeien en bakjes yoghurt met müesli. We eten het op de kamer en relaxen dan wat, het was vroeg vanmorgen en we zijn een beetje lui. Na tweeën lopen we richting het kleine stationnetje van Alausi. De reden van ons bezoek aan dit gehucht is namelijk tweeledig; A- Alausi ligt heel gunstig tussen Cuenca en Quito in en is dus een mooie plek om de reis te breken, en B- de hoofdreden van ons bezoek; we willen een ritje maken met de Ferrocarril Transandino, de Trans-Andean Railway. Deze spoorlijn van Alausi naar Sibambe rijdt via de ‘Devil’s Nose’, een rots van 765 meter hoog, zigzaggend naar het dal. De spoorlijn is in 1902 aangelegd. Men zocht een manier om de trein via de 765 meter hoge Devil’s Nose af te laten dalen naar Sibambe en bedacht een ‘zigzag-spoorlijn’. Als we Alausi uitrijden hebben we een prachtig uitzicht op de groene bergen om ons heen en al gauw rijden we op de Devil’s Nose. Na niet al te lange tijd remt de trein; de spoorlijn stopt hier. Men zet een wissel om en de trein rijdt vervolgens achteruit een lager spoor de berg af. Totdat de spoorlijn weer ophoudt, men de wissel weer omzet en de trein over een ander spoor weer voorwaarts de berg afrijdt. Na vier keer wissels omzetten zijn we naar beneden ge-zigzagt, toch wel een beetje een vreemde gewaardwording. We zijn nu op dezelfde hoogte als de rivier, in het dal. We mogen de trein even uit, fotograferen de omgeving en stappen dan weer in. We rijden naar het stationnetje van Sibambe wat een beetje een teleurstelling is. Het is een heel gelikt stationnetje, speciaal aangelegd voor de toeristen. Er danst een groep mensen bij de toeristenkraampjes. We krijgen maar liefst een uur (!) om ons te vermaken bij de kraampjes, waar we natuurlijk geen zin in hebben. In plaats daarvan hangen we wat in het stationsgebouwtje. De Equadoriaanse spoorwegen zijn in verval geraakt en men heeft bepaalde stukken gepimpt voor toeristen. Op zich leuk, maar helaas moet er dan wel weer een hele poeha omheen. Tegen vijf uur stappen we weer in de trein en zigzaggen we terug naar Alausi. Ondanks de toeristische inslag een bijzonder stukje spoor en leuk om gezien te hebben.

Vanavond eten we bij de Chinees. Voor het eerst in de geschiedenis van de Chinees krijgen Edwin en ik ons eten op; dat komt omdat we één kom soep en één bord rijst hebben besteld in plaats van twee. We kunnen geen pap meer zeggen. Nu ga ik naar bed; we stonden vanmorgen om vijf uur op, moeten er morgen ook weer om een uur of zeven uit en mijn ogen vallen dicht terwijl ik dit schrijf. Wereldreis: hoezo vakantie?

05 Augustus 2011, nabij Cotopaxi National Park

Vandaag reizen we met busmaatschappij Alausi. Dat wil ik héél graag in het Engels zeggen.

Today we travel with Alausi buscompany.

:)

Op zich viel het met dat lousy nog wel mee, alleen de stoelen waren nogal vervelend. Al na twee uur konden we haast niet meer zitten van de pijn in ons rug, toch bijzonder dat er dan nog mensen zijn die kunnen slapen. Zoals altijd in Equador waren we weer de enige toeristen tussen heel veel locals. Dames in lokale kledij met kindjes op hun rug en ze hebben allemaal een ‘Panama-hoed’ op. Dat schijnt een heel bekend soort hoed te zijn die niet uit Panama maar Equador komt. Ik had er nog nooit van gehoord maar men draagt het hier allemaal en het model komt me wel enigszins bekend voor.

Tegen één uur worden we wederom op de Panamerican Highway uit de bus gezet, dit keer ter hoogte van het plaatsje Machachi. Vanaf hier moeten we zelf lokaal vervoer zien te regelen naar Hacienda El Porvenir, wat aan de rand van Cotopaxi National Park ligt. We lopen het plaatsje in en we zijn nog maar een paar honderd meter onderweg of een meneer komt naar ons toe en vraagt of we transport nodig hebben. Edwin vind het maar wat prettig dat hij nu niet verder hoeft te sjouwen met zijn rugzak en sluit een dealtje met de man: wij worden met een 4-wheel drive naar onze hacienda gebracht. De 4-wheel drive in kwestie staat alleen nog even op de krik in de garage. Dat geeft niet, nu kan ik gauw nog even wat fruit en water halen in een winkeltje verderop. Als de banden van de auto gewisseld zijn kunnen we dan toch op pad. De weg naar de hacienda is bestraat maar van bijzonder slechte kwaliteit. We worden van hot naar her geslingerd in de auto en proberen ondertussen van het prachtige landschap om ons heen te genieten. Groene bergen met een strakblauwe lucht erboven en pieken van vulkanen; het is echt heel mooi. Edwin socialised er op los met de chauffeur, die ondertussen ook nog een telefoongesprek probeert te voeren. Al met al komen we na een half uurtje aan in de hacienda. Die is echt prachtig. We worden welkom geheten en worden verzocht eerst even plaats te nemen in de woonkamer. We gaan bij de open haard zitten en krijgen mini-empanadas en ‘canela’geserveerd; een soort kaneelthee met likeur er apart bij geserveerd. We gooien een flinke scheut in de thee en ik voel de druk in mijn hoofd direct minder worden. We zitten vandaag alweer op 3600 meter en ondanks dat we nu redelijk gewend zijn aan de hoogte geeft dat soms nog wat druk op het hoofd. Na de welkomstthee worden we naar onze kamer gebracht. Die is echt super. We hebben een super-enorm-groot bed, er passen wel drie mensen in! Wel heel fijn want we slapen al een paar weken onrustig omdat we overal in heel kleine tweepersoonsbedjes moeten slapen. Als de één omdraait dan moet de ander eigenlijk ook en vannacht porde Edwin weer met zijn vinger in mijn gezicht. Gelukkig was het dit keer mijn neus en niet mijn oog, zoals laatst. Verder kent men nergens ter wereld het concept ‘dekbed’ waardoor we onder een laken met drie dekens slapen die natuurlijk gedurende de nacht alle kanten op gaan. Enfin, dat gaat vannacht dus niet gebeuren. We hebben ook een electrische nep open haard in de kamer, dat staat heel schattig. Het uitzicht is ook geweldig; vanuit onze kamer hebben we een weids uitzicht over de bergen om ons heen en we zien ook de top van de vulkaan Cotopaxi. Al met al een droomlocatie.

We gaan eerst maar eens een stukje wandelen. We kunnen vanaf de lodge dus de top van de Cotopaxi zien, wij willen graag naar de top van de berg wandelen zodat we de hele vulkaan kunnen zien. We volgen vandaag de rode route maar raken in no-time de rode paaltjes kwijt. We lopen dus verkeerd, waar we uiteindelijk achter komen als we niet verder kunnen. We besluiten toch de rode route weer te zoeken, die we ook vinden, en binnen enkele minuten weer kwijt zijn. Maar wij willen Cotopaxi zien, in al zijn glorie, en geven dus niet op! Stug wandelen we door de berg op. Het is een loodzware wandeling.We begonnen op 3600 meter en stijgen al wandelend nog zo’n 200 à 250 meter. Het pad lijkt maar niet te eindigen, na elke bocht volgt er weer een steile klim omhoog. Na ruim twee uur komen we dan eindelijk aan op het punt waar we Cotopaxi in zijn geheel kunnen bewonderen. Hijgend kijken we vol verwachting naar de vulkaan….en…hangt er een wolk voor die duidelijk niet van plan is weg te gaan. Het waait als een bezetene en de zon achter ons is heel scherp en na tien minuten wachten geven we het op; dan maar een bewolkte Cotopaxi. We wandelen terug naar de hacienda, pikken onderweg de rode route weer op en worden nog kortstondig achterna gezeten door een paard. Na ruim drie uur komen we met trillende benen van de inspanning weer terug.

Als we aankomen in onze kamer heeft men de electrische open haard lekker opgestookt en ook staat er een kan water met glaasjes voor ons klaar. We ploffen op bed neer maar hebben maar drie kwartier om bij te komen; om half zeven wordt het diner geserveerd. We hebben besloten niet van het menu gebruik te maken, waar je naar verhouding heel veel geld voor betaalt, maar in plaats daarvan à la carte te eten. We eten een heerlijk forelletje, Edwin bestelt er zelfs een potje bier bij.

Nu zijn we weer terug in de kamer. Men heeft ondertussen de gordijnen dicht gedaan, de dekens teruggeslagen, een chcolaatje op ons bed gelegd en tot groot plezier van Edwin twee kruiken in bed gelegd. Wat een luxe, wat een verwennerij. Was elke dag maar zo speciaal.

06 Augustus 2011, nabij Cotopaxi National Park

Een boek lezen zonder licht valt niet mee en nadat de stroom voor de vijfde keer uit is gevallen gaan we om negen uur maar gewoon slapen. Mijn kruik is mijn beste vriend vannacht; zeker als de stroom uitblijft en we dus ook geen verwarming hebben. Gelukkig kunnen we onze nep-houtkachel in de loop van de nacht weer aanzetten. Tegen zeven uur worden we wakker. Ik heb werkelijk o-ve-ral spierpijn. Ik wil niet uit bed want het is zo fijn hier. Ik neem toch maar een hete douche en dan gaan we ontbijten. Aan tafel maken we kennis met een Israëlisch stel, heel vriendelijk. We praten over van alles, vakantie, wereldreis, banen. Ze vertellen dat ze bij een bedrijf werken dat een medisch instrument ontwikkelt om mensen die een herseninfarct hebben gehad binnen 24 uur een behandeling te kunnen geven zodat de schade van de herseninfarct beperkt blijkt. Wow. En ik denk dus bij mezelf: dat zijn dus van die mensen waarvan je weleens in tijdschriften leest of in het nieuws hoort. Zo van: ‘een Israëlisch onderzoeksteam heeft een medisch instrument ontwikkeld om de gevolgen van een herseninfarct te beperken’. Ik vind dat altijd zulke slímme mensen. Dan denk ik altijd: wat ben ik eigenlijk maar een simpel reisagentje. Maar goed, mensen willen nu eenmaal ook op reis dus wij moeten er ook zijn. Uh…toch.

Enfin, na het ontbijt pakken we onze tassen in en checken we uit. Daarna gaan we met het Israëlische stel en een Nederlands gezin met twee echte Hollandse, blonde zonen met sproeten paardrijden. Eerst krijgen we een soort beenbeschermers om. De meneer trekt mijn riem zo stevig aan dat ik haast geen adem meer kan halen. Daarna krijgen we dan toch, onvermijdelijk, een poncho aan. Ja, echt, na al die weken in Zuid-Amerika komen we er niet onderuit, er zijn zelfs foto’s van. Nog een helmpie op en deze als Verschrikkelijke Toeristen vermomde wereldreizigers kunnen op pad. De route die we rijden is grotendeels de route die wij gisteren hebben gelopen. Dat dachten wij al, het is vrij logisch om de berg op te rijden om daar Cotopaxi nog een keer in zijn volledigheid te zien. Uiteraard is er de nodige consternatie omdat menig paard af en toe enorme scheten laat of ongegeneerd staat te kakken. Daar zit je dan, ingepakt in vier lagen kleding met een poncho en een helm op, op een kakkend paard. Overigens ben ik –en dat zeg ik maar één keer in mijn leven- wel dankbaar voor de poncho. De lucht is blauw en de zon is fel, maar er staat een venijnige, ijskoude wind. De poncho en onze handschoenen houden ons nog enigszins warm

Maar goed, de rit is echt adembenemend. Niet alleen omdat het lastig adem te halen op deze hoogte, maar ook omdat je het landschap vanaf een paard gewoon heel anders beleeft dan wanneer je zelf moet zwoegen. Af en toe gaan we in een drafje, wat steeds beter gaat kan ik wel zeggen. Eenmaal boven aangekomen is de batterij van de camera natuurlijk leeg, maar Edwin gaat het gevecht aan om er één uit de cameratas te vissen. De cameratas, die in zijn rugzak zit, de rugzak die onder zijn poncho zit. En Ed zelf zit op een paard, dus dat ziet er vrij hilarisch uit. Helaas kon ik daar dan weer geen foto’s van maken omdat de batterij dus leeg was. Enfin, na een paar mooie foto’s van Cotopaxi zonder wolken beginnen we aan de afdaling. Naarmate we dichter bij de hacienda komen wil ik niet meer in draf, het is gewoonweg te pijnlijk en te vermoeiend. Na ruim twee uur stappen we weer van de paardjes af en ontdoen we ons van onze Verschrikkelijke Toeristen-outfit. Dan gaan we in de woonkamer van de hacienda zitten en kletsen we nog wat met het Nederlandse gezin. Zij hebben een eigen bedrijf in suikerzakjes, ze leveren onder andere aan KLM. We vinden hen enorm sympathieke mensen en beloven hen zoveel mogelijk KLM suikerzakjes te verduisteren op onze terugvlucht zodat KLM er meer bij hen moet bestellen. Dan nemen we afscheid. Zij gaan lunchen in het restaurant, Edwin en ik eten onze voorraad fruit op en een broodje van gisteren. We blijven op budget. Hierna maken we nog een wandeling van een uur naar een waterval in de buurt. Ondanks dat de wandeling redelijk vlak is, vinden we het best vermoeiend na alle activiteiten van gisteren en vandaag. Als we terug zijn gaan we dan ook lekker bij de open haard zitten met een kopje thee.

Om vier uur worden we opgehaald door de chauffeur die wij geregeld hebben en die ons naar Quito zal brengen. Helaas moeten we alweer weg van deze geweldige locatie. Een nacht in deze hacienda is een rib uit het lijf van een wereldreiziger, maar het is dubbel en dwars de moeite waard. Het is een heel speciale plek.

***

Terwijl de chauffeur zich een weg baant door het drukke voorstadsverkeer zien wij Quito onder ons liggen, een lange streep kleurrijke huisjes in een dal midden in de Andes. Om ons heen nog steeds groene bergen en zelfs de top van Cotopaxi kunnen wij nog zien. We hebben een hostal geboekt in de ‘Old Town’ of ‘El Centro’ zoals de locals het noemen. De meeste reizigers verblijven in het nieuwere ‘Mariscal’ maar dat schijnt tegenwoordiger gevaarlijker te zijn dan de Old Town en al helemaal op zondag, als het er uitgestorven is op straat. Quito is nog altijd geen veilige stad. Men heeft er veel aan gedaan het veiliger te maken maar er zijn duidelijk nog heel veel no-go areas. Ik informeer zo eens bij de vriendelijke eigenaresse van ons hostal.

Ik: ‘Is it safe around here?’
Zij: ‘Yes, no problem! There are festivities in town today, so a lot of people everywhere. Just take care, like in any other city of the world’ (waar hebben we die eerder gehoord).
Ik: ‘Ok, thanks’
Zij: ‘Yes, no problem. Shall I unlock the front door for you, so you can go out?’

Zoals op alle plekken in Zuid-Amerika zit ook hier de boel potdicht. Je loopt nergens zo maar even naar binnen, elk hotel heeft de deuren op slot en als het donker wordt een extra hek voor de deur. Het vreemde is dat elke local zijn eigen stad helemaal niet gevaarlijk vindt, waarschijnlijk ervaar je het zelf anders als je er woont. Terwijl wij even het internet checken hoor ik de dame tegen een Canadees die naar Venezuela gaat (en pro-Chávez is, vreemde kerel) zeggen:’Oh no, Caracas is really, really dangerous’. Maar: als Lima niet dangerous is en Arequipa ook niet en Cuzco ook niet en Cuenca ook niet en Quito ook niet….waar zeurt die Lonely Planet dan over? En waarom zit dan alles overal potdicht?

Dat het tegendeel waar is blijkt al gauw als we even een rondje lopen. Het is een uur of zes, het begint te schemeren. Er zijn inderdaad overal festiviteiten aan de gang en het barst werkelijk van de politie. Groepen politiemannen bij elkaar, politie auto’s, politie te paard. Terwijl we een restaurantje zoeken zien we bijna alle locals met hun rugzak op hun buik lopen en zien we mannen de handtasjes van de vrouwen dragen. En dat zegt wel wat, dat hebben we nog nooit ergens gezien.

Enfin, we zoeken ons weer eens het apezuur naar een restaurantje. Daar hebben ze er in Equador gewoon niet zoveel van. Óf je eet heel luxe, of je eet kleffe olie patat met worst. Gelukkig vinden we na een tijdje dralen toch nog een restaurantje waar we rijst met kip en gebakken banaan kunnen bestellen. En het smaakt prima. En het blijft geweldig ineens een gerecht te eten wat ze in Indonesië ook eten; landen zo ver van elkaar verwijderd maar ineens zo hetzelfde. Na het eten zouden we ons het liefst in het feestgedruis storten maar iets zegt ons dat dat niet verstandig is. Helaas, niet in Quito. We gaan maar terug naar de kamer, het was een lange dag.

P.s. Nog zoiets: er gaat in Zuid-Amerika altíjd wel ergens een alarm af op straat. Kan iemand dat alarm uitzetten a.u.b.? Ik wil slapen.

07 Augustus 2011, Quito, huidige hoogte: 2850 meter

Na een uitvoerige Skype-sessie na het ontbijt gaan we op pad in Quito. Allereerst moeten we pinnen. Dat lukte gisteren niet en we wilden in het donker niet verder zoeken dus dat is nu even de eerste prioriteit. Het geld brengen we terug naar de kamer; het lijkt ons niet verstandig dat in ons zak te houden.

Nadat we vannacht één keer wakker werden omdat er een gigantisch vuurwerk in de kleuren van de Equadoriaanse vlag (geel, rood, blauw) werd afgestoken, hebben we de rest van de nacht wonderwel goed geslapen. Vermoedelijk heeft men de festiviteiten ter ere van de 201ste onafhankelijkheidsdag in de loop van de nacht even gestaakt om vandaag gewoon weer door te feesten. Het is een drukte van belang in het koloniale, prachtige centrum van Quito. Overal is muziek, dans, straatartiesten, de sfeer is heel gemoedelijk. We wandelen door de oude straten en over volle pleinen, wat fijn dat we het treffen op een feestdag. We halen wat fruit en yoghurt voor de lunch en gaan op een bankje zitten op het centrale plein van Quito. Het is echt stikheet vandaag, de zon staat recht boven ons en we voelen ‘m flink branden. We wuiven de vieze kindjes weg die onze schoenen willen poetsen. Het valt ons op dat de politie deze kinderarbeid hier toestaat. Ook kijken we naar hoe een groep militairen probeert een paard in een trailer te krijgen, maar het paard wil niet. Er ontstaat een gigantisch publiek en men kan het beest maar net in bedwang houden. Het is natuurlijk doodsbang, sneu beestje. Wij zijn voor het paard maar lopen toch maar door voor het geval hij losbreekt en het publiek in rent. Na het oude centrum zo’n beetje te hebben gezien gaan we in een café’tje zitten om wat te drinken. Al met al een heerlijke, gezellige en rustige zondagmiddag in Quito.

Morgenochtend, maandagochtend, wordt voor ons ook een vroegertje. We trakteren onszelf de komende dagen op een heel bijzondere lodge op een paar uur afstand van Quito, maar moeten om 7 uur eerst langs het reisbureau om onze reservering te betalen. Daarna moeten we als een tierelier naar het busstation waar onze bus om 8 uur zou moeten vertrekken. Althans, als de informatie in Lonely Planet klopt. To be continued….


  • 08 Augustus 2011 - 08:19

    Joyce En Gert:

    weer een heerlijk verslag. De foto's spreken ook weer voor zich. wat zal ik dit allemaal gaan missen.
    groetjes G en J

  • 08 Augustus 2011 - 09:18

    Konrad:

    I love your zorro pictures!
    And miss you crazy dutchies ...

    What do you think about a beer or two in Berlin next summer?

    Keep smiling and traveling

  • 08 Augustus 2011 - 09:54

    Christianne:

    Haha, leuke wist-je-datjes. En wij Hollanders maar zeuren en zeuren...
    Wat een bijzondere belevenissen weer!
    XXX

  • 08 Augustus 2011 - 12:27

    Leo:

    Leuk de foto's van de Cotopaxi en de Devil's Nose te zien. Direct het fotoalbum erbij gepakt van onze reis in 2004. Wij zaten alleen op het dak van de trein, 6 uur lang.
    Groetjes Jet en Leo.

  • 08 Augustus 2011 - 12:47

    Marga En Jelle:

    prachtige foto's bij een geweldig reisverslag. En echt, die ponchofoto's zijn superleuk...hoe lang blijven jullie nog in ecuador? XXXJ&M

  • 08 Augustus 2011 - 14:11

    Rob B:

    Lever die poncho's maar in, het is bij jullie warmer dan bij ons momenteel! En wat is dat blauwe spul tussen de wolken door? [/nederlands weergezeur]

    Veel plezier nog met de laatste weken! xx

  • 08 Augustus 2011 - 14:37

    Marianne En Eric:

    Niemand van onze franse kennissenkring werkt maar 35 uur?! De meeste franse vrienden van ons werken tussen de 50 en 60 uur per week!

  • 08 Augustus 2011 - 21:14

    Mineke:

    Hmm, lekker relativeren he, die maandagen. Maar over 4 maandagen doen jullie ook weer mee toch? Dat zijn er bar weinig nog, als je weet hoe erg zo'n maandag echt is! ;-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Ecuador, Quito

Edwin en Lisette

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 463
Totaal aantal bezoekers 315556

Voorgaande reizen:

23 Augustus 2010 - 28 Augustus 2011

Wereldreis!

Landen bezocht: